[rubriek: Omgeving & Gezondheid ]
Het sluipende gif
Behandelt u elk voorjaar uw gazon of terras met bestrijdingsmiddelen? Hieronder leest u wat dat voor invloed kan hebben op uw gezondheid.
Door Bryan Hubbard
De onkruid- en insectenverdelgers die we op onze gewassen, parken, bermen en rozenstruiken spuiten, kunnen niet alleen kanker veroorzaken, maar ook aangeboren afwijkingen en vaataandoeningen, zo hebben onafhankelijke wetenschappers vastgesteld. Ze denken dat er ook een relatie is met parkinson, astma en miskramen.
Veel bestrijdingsmiddelen verstoren de hormoonhuishouding en kunnen op die manier allerlei chronische aandoeningen veroorzaken. Dat gebeurt vooral bij ongeboren baby’s, kinderen en mensen die veel aan het gif worden blootgesteld, zoals boeren en bewoners van landbouwgebieden.
En die blootstelling zal alleen maar toenemen, vrezen milieudeskundigen. Helaas blijkt het verbouwen van genetisch gemanipuleerde gewassen niet te leiden tot minder gebruik van bestrijdingsmiddelen − integendeel zelfs. Veel gengewassen zijn resistent gemaakt tegen glyfosaat, het meest gebruikte middel tegen onkruid. Daardoor kunnen boeren er nog meer van gebruiken en komt er steeds meer gif terecht in het milieu en op het voedsel dat we eten.
Europa importeert ongeveer 38 miljoen ton soja per jaar, waarvan een groot deel genetisch gemanipuleerd is en bespoten met bestrijdingsmiddelen. Dit gif zit zodoende ‘verstopt’ in veevoer, maar belandt uiteindelijk in de vorm van een stukje vlees toch op ons bord.1
Dicht bij huis
Blootstelling aan bestrijdingsmiddelen beperkt zich niet tot het platteland. Ook onze huizen en scholen herbergen deze vervuilers. De pesticiden die we thuis op onze planten en meubels spuiten, vormen een bedreiging voor ons milieu die net zo gevaarlijk is als die voor landbouwers en plattelandsbewoners.
Ook gebruiken we krachtige verdelgingsmiddelen in onze tuin, bijvoorbeeld de bekende onkruidverdelger Roundup van producent Monsanto. Als u die gebruikt, komt de spray op uw kleding en schoenen terecht, en dus ook in uw huis .
In Nederland wordt jaarlijks 80 ton bestrijdingsmiddelen aan particulieren verkocht, waarvan 80 procent onkruidverdelgers, zoals glysofaat. Die worden dus dicht bij huis gebruikt .2
Toelating op de markt
Het blijkt niet zo moeilijk om een pesticide op de markt te brengen. Er is in Nederland een lijst met slechts tien verboden werkzame stoffen en bestrijdingsmiddelen, waarvan de meeste verboden zijn omdat ze kanker veroorzaken.3
Maar buiten die lijst worden verbindingen met een twijfelachtige reputatie op het gebied van veiligheid – voldoende om farmaceutische toepassing te verbieden – vaak goedgekeurd. Daardoor kunnen er elk jaar vele nieuwe middelen op de markt worden gebracht.
De Europese toelatingsautoriteiten zijn bovendien overbelast: 39 pesticiden zijn nog niet onderzocht op veiligheid en hun gevolgen voor de menselijke gezondheid, maar worden op dit moment wel al in heel Europa gebruikt. Waarschijnlijk duurt deze reglementaire achterstand nog tot eind dit jaar. Fabrikanten van bestrijdingsmiddelen maken daar ondertussen volop misbruik van.
Ook het Nederlandse College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) heeft een achterstand. Er zijn tussen de achthonderd en duizend biociden – chemische stoffen voor de bestrijding van levende organismes – zonder wettelijke toelating op de Nederlandse markt. Deze middelen mogen worden gebruikt zolang nog niet duidelijk is of het Ctgb ze toelaat .4
Veiligheid voorop?
Als toezichthouders moeten onderzoeken hoe veilig bepaalde chemische samenstellingen zijn, en moeten vaststellen welke doseringen geen gevaar voor de gezondheid vormen, zijn ze afhankelijk van het bewijs van deskundigen. Maar de onderzoeksgroep Earth Open Source (EOS) zegt dat het spel vals gespeeld wordt. Er wordt met gegevens gesjoemeld en de zogenaamd ‘onafhankelijke deskundigen’ worden gefinancierd door de fabrikanten van pesticiden. Zo oefenen ze grote invloed uit op de toezichthouders, aldus EOS.5
Neem nu de goedkeuring van glyfosaat, de stof die de basis vormt voor Roundup en andere pesticiden. EOS heeft daarbij de nodige doofpotaffaires, ontkenningen en manipulatie van gegevens aan het licht gebracht, die moesten verhullen dat de stof aangeboren afwijkingen veroorzaakt.
Volgens EOS wisten wetenschappers uit de industrie al van deze gevaren van glyfosaat toen ze in de jaren tachtig van de vorige eeuw hoge doseringen aan proefdieren hadden gegeven. In 1993 hadden de onderzoekers ontdekt dat glyfosaat ook bij lage doseringen aangeboren afwijkingen veroorzaakte, een conclusie die in 1998 ook door wetenschappers van de Duitse overheid werd getrokken. Maar de geboorteafwijkingen werden afgedaan als ‘variaties’. Een jaar later was het beoordelingspanel van de Europese Commissie ook op de hoogte. Toch keurde de EU in 2002 opnieuw het gebruik van glyfosaat goed.
De Nederlandse overheid is inmiddels wakker geschud: naar aanleiding van het EOS-rapport is het gebruik van glyfosaat op verhardingen (bestrating) door particulieren en gemeentes vanaf 1 november 2015 verboden. Maar het gebruik in de tuin blijft toegestaan .6 En ondanks alles, is het grote publiek nog steeds niet op de hoogte van de ware risico’s van glyfosaat.
Aangeboren afwijkingen
Het verband tussen glyfosaat en aangeboren afwijkingen was misschien onopgemerkt gebleven zonder een groot biochemisch experiment in Argentinië in 1999. Ongeveer de helft van de beschikbare Argentijnse landbouwgrond – 11,6 miljoen hectare – werd beplant met genetisch gemanipuleerde Roundup Ready®-sojabonen en besproeid met 200 miljoen liter Roundup.
In 2002, het jaar waarin de EU de toelating van glyfosaat verlengde, meldden artsen een epidemie aan gezondheidsproblemen in de gebieden rond de Argentijnse landbouwbedrijven. Het betrof aangeboren afwijkingen, onvruchtbaarheid, doodgeborenen, miskramen en kanker. Vee en gewassen gingen dood, bananenbomen werden misvormd en brachten geen eetbaar fruit meer voort.7
In 2009 kwam professor Andrés Carrasco, verbonden aan de medische faculteit in Buenos Aires en hoofdonderzoeker van de Argentijnse Nationale Onderzoeksraad CONICET, naar buiten met zijn bevindingen. Hij had namelijk ontdekt dat glyfosaat al bij lage doseringen geboorteafwijkingen bij laboratoriumdieren veroorzaakt. Een jaar later publiceerde hij zijn onderzoeksresultaten.8 Datzelfde jaar deed hij ook zijn verhaal op een conferentie van het Europees Parlement: voor vrouwen in gebieden waar genetisch gemanipuleerde soja werd verbouwd, was het normaal om vijf miskramen op een rij te krijgen.9
In en om de Argentijnse stad La Leonesa verviervoudigde het aantal kinderen met aangeboren afwijkingen tussen 2000 – toen het pesticidengebruik begon – en 2009. Het aantal gevallen van kinderkanker verdrievoudigde in diezelfde periode. Een rapport van een overheidscommissie wees glyfosaat aan als belangrijkste oorzaak.10
In Brazilië zagen onderzoekers hetzelfde patroon van geboorteafwijkingen bij kinderen in Petrolina, een stad in een regio waar ook pesticiden werden gebruikt. Kinderen werden vaker geboren met afwijkingen – meestal aan het bewegingsapparaat en zenuwstelsel – als één of beide ouders waren blootgesteld aan pesticiden. Andere problemen waren slechte schoolprestaties, ondergewicht, vroeggeboortes en chronische aandoeningen.11,12
Tien jaar daarvoor maakte Health Canada – het Canadese ministerie van Volksgezondheid – zich al zorgen over de gevolgen van bestrijdingsmiddelen voor zwangere vrouwen, vooral onder boeren. De onderzoekers verzamelden gegevens van 2110 vrouwen op landbouwbedrijven in Ontario, die in totaal 3936 zwangerschappen en 395 miskramen hadden. Er bleek een direct verband te zijn tussen blootstelling aan bestrijdingsmiddelen en miskramen. Het risico op een vroege miskraam was anderhalf keer zo groot bij blootstelling aan onkruidverdelgers met fenoxyazijnzuur. Een late miskraam – tot de 19e week van de zwangerschap – kwam 1,7 keer vaker voor bij vrouwen die waren blootgesteld aan glyfosaat. Ook vrouwen die pas aan pesticiden werden blootgesteld nadat ze zwanger werden, liepen meer risico op een late miskraam; vooral vrouwen ouder dan 34 jaar.13
In China, waar mensen meer bestrijdingsmiddelen in hun bloed hebben dan in het Westen, zijn vergelijkbare patronen ontdekt. In een onderzoek van de medische faculteit van de Jiao Tong Universiteit in Shanghai onder 187 zwangere vrouwen, werd een direct verband ontdekt tussen de zwangerschapsduur en de hoeveelheid organofosfaten in de urine. De zwangerschap bij vrouwen met de hoogste concentraties van deze bestrijdingsmiddelen duurde gemiddeld twee weken korter, maar niet als ze zwanger waren van een jongen.14
Kanker en meer
Bestrijdingsmiddelen veroorzaken niet alleen geboorteafwijkingen en miskramen. Volgens een aantal onafhankelijke onderzoeken zijn ze ook verantwoordelijk voor kanker, parkinson, perifere vaatziekten, alzheimer en astma.
Kanker bij kinderen Kanker door pesticiden komt vooral bij kinderen voor, mogelijk door hun lagere gewicht, en hun blootstelling aan bestrijdingsmiddelen in de baarmoeder en via borstvoeding. Leukemie blijkt vaker bij kinderen voor te komen van wie de moeder rond de bevalling aan bestrijdingsmiddelen werd blootgesteld. Hersentumoren daarentegen komen vaker voor bij kinderen van wie de vader met het gif in aanraking kwam.15
Bovendien blijkt uit verschillende studies dat kinderen vatbaarder zijn voor bestrijdingsmiddelen die in huis en tuin worden gebruikt. Een literatuurstudie waarin gegevens werden geanalyseerd uit de periode 1950-2009, bracht een direct verband aan het licht tussen kinderleukemie en het thuisgebruik van zowel pesticiden en insecticiden als onkruidverdelgers.16
Kanker bij volwassenen Ook volwassenen zijn niet bestand tegen de toxische effecten van bestrijdingsmiddelen, vooral niet als ze er tijdens hun werk regelmatig aan worden blootgesteld. Mensen in de fruitkwekerij, die vaak dagelijks in aanraking komen met pesticiden, lopen bijvoorbeeld meer risico op een hersentumor. In een onderzoek onder 432 mensen met een hersentumor werd ontdekt dat 389 van hen bij een fruitkwekerij hadden gewerkt.17 Prostaatkanker komt ook vaker voor bij mensen die in de buurt van intensieve landbouwbedrijven wonen. In een onderzoek in Central Valley in Californië werd de kans op prostaatkanker 1,64 keer zo groot geschat in gebieden met intensieve landbouw.18 Ook verdubbelen mensen die in huis bestrijdingsmiddelen voor hun potplanten gebruiken, hun kans op hersenkanker, bleek in een Frans onderzoek.19
Ziekte van Parkinson Bestrijdingsmiddelen zoals ziram, maneb en paraquat verdrievoudigen de kans op parkinson, aldus onderzoekers die de huizen en werkplekken van 362 parkinsonpatiënten in Californië hebben onderzocht. Het risico was groter op de werkplek – meestal een landbouwbedrijf – en bij gelijktijdige blootstelling aan alledrie de pesticiden.20 Maar ook als we niet in de landbouw werken, kunnen de bestrijdingsmiddelen in de lucht die we inademen allerlei hersen- en zenuwaandoeningen veroorzaken, zoals parkinson, alzheimer en multiple sclerose, bleek uit een Spaans onderzoek. In een studie onder ruim 17.000 patiënten met zulke neurodegeneratieve ziekten, bleken die ziekten vaker voor te komen in gebieden waar meer pesticiden werden gebruikt.21
Perifere vaatziekten Bestrijdingsmiddelen spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van perifere vaatziekten (PAD) – slagadervernauwingen in met name de benen – bij zwaarlijvige mensen. Toen bij meer dan tweeduizend mensen het bloed op vijf verschillende organochloorpesticiden werd getest, bleken alle vijf een verhoogde kans op PAD te geven. Bij dieldrin (inmiddels verboden) was die kans zelfs twee keer zo groot. De pesticiden hadden geen gevolgen voor mensen met een gezond gewicht.22
Astma Bestrijdingsmiddelen kunnen het risico op astma verhogen en bij astmapatiënten de kans op een aanval vergroten, zeggen onderzoekers. De grootste boosdoeners zijn huishoudelijke bestrijdingsmiddelen uit spuitbussen.23
Mentale ontwikkeling Pesticiden kunnen bij kinderen ook de cognitieve ontwikkeling en het perceptueel beredeneren beïnvloeden. Dat zeggen onderzoekers die onderzoek deden naar de blootstelling aan pesticiden van de ouders van vierhonderd kinderen uit New York. De problemen met beredeneren duurden voort tot in de vroege jeugd en troffen kinderen van wie de ouders de hoogste bloedwaarden van pesticide hadden.24
Big business
De bestrijdingsmiddelenindustrie is big business. Er gaat wereldwijd jaarlijks 45 miljard dollar in om.25 Om deze enorme verkoop te beschermen – die voor een groot deel in ontwikkelingslanden plaatsvindt, waar milieubescherming en veiligheidscontrole slecht geregeld zijn – zorgt de chemische industrie ervoor dat ze meewerkt aan de regelgeving via initiatieven als ILSI (zie kader). Als onderzoeksresultaten zorgwekkend zijn, raken ze soms ‘kwijt’ of worden afgezwakt door de definities aan te passen, zoals ook bij glyfosaat gebeurde.
Maar ook zonder inmenging van partijdige organisaties wordt het onderzoek naar de veiligheid vaak ondeugdelijk uitgevoerd, bijvoorbeeld door alleen tests bij proefdieren te doen. Zodra een bestrijdingsmiddel eenmaal op onze boerderijen en in onze tuinen gebruikt wordt, begint de sluipende aantasting van onze gezondheid. De gevolgen stapelen zich slechts langzaam op, dus niemand weet zeker of het bestrijdingsmiddel de boosdoener is.
Pas wanneer een groot biochemisch experiment wordt uitgevoerd, zoals in Argentinië, zien we de ware schade van de giffen die we dagelijks tot ons nemen.
LITERATUUR
1 Institute of Science in Society. ISIS Report 06/10/10
2 www.compendiumvoordeleefomgeving.nl
3 http://wetten.overheid.nl/BWBR0028830/geldigheidsdatum_05-03-2015#BijlageI
4 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bestrijdingsmiddelen/toelating-bestrijdingsmiddelen
5 Antoniou M et al. Roundup and birth defects: Is the public being kept in the dark? Earth Open Source, juni 2011
6 http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bestrijdingsmiddelen/gewasbeschermingsmiddelen
7 Branford, S. 2004. Argentina’s Bitter Harvest. New Scientist, April 17, 40-43
8 Chem Res Toxicol, 2010; 23: 1586-95
9 GMO-Free Europe 2010 6th European Conference of GMO-Free Regions. Brussel en Gent, 16-18 september, 2010
10 J Epidemiol Community Health, 2011; 65: 475-6
11 Comisión Provincial de Investigación de Contaminantes del Agua [provinciale onderzoekscommissie voor waterverontreinigingen], 2010
12 Rev Bras Ginecol Obstet, 2011; 33: 20-6
13 Environ Health Perspect, 2001; 109: 851-7
14 Environ Int, 2012; 42: 100-4
15 Occup Environ Med, 2011; 68: 694-702
16 Cien Saude Colet, 2011; 16: 1915-31
17 Indian J Med Paediatr Oncol, 2010; 31: 110-20
18 Am J Epidemiol, 2011; 173: 1280-8
19 Occup Environ Med, 2007; 64: 509-14
20 Eur J Epidemiol, 2011; 26: 547-55
21 Toxicol Appl Pharmacol, 2011; 256: 379-85
22 Atherosclerosis, 2011; 218: 200-6
23 Curr Opin Allergy Clin Immunol, 2011; 11: 90-6
24 Environ Health Perspect, 2011; 119: 1182-8
25 http://www.freedoniagroup.com/World-Pesticides.html
[kadertekst:] Leven zonder pesticiden
Voor een hoge gewasopbrengst is de intensieve landbouw afhankelijk van bestrijdingsmiddelen tegen organismes, onkruid en schimmels. Landbouwers en pesticidenfabrikanten zouden kunnen betogen dat gezondheidsrisico’s nu eenmaal de prijs zijn die we moeten betalen om genoeg voedsel te hebben. Maar er is een alternatief.
Milieubeschermers proberen boeren zover te krijgen dat ze overgaan op ‘geïntegreerde plaagbestrijding’. Daarbij wordt het gebruik van minder giftige producten en natuurlijkere gewasbeschermingsmethodes aangemoedigd. Lieveheersbeestjes zijn bijvoorbeeld de natuurlijke vijanden van veel insecten, dus deze kunnen als niet-chemisch ‘tegengif’ worden gebruikt.
Ook de EU doet haar best om het gebruik van pesticiden in de landbouw en door particulieren te verminderen, en heeft een richtlijn gemaakt voor het duurzaam gebruik van pesticiden. Die moet ervoor zorgen dat het publiek beter wordt voorgelicht over bestrijdingsmiddelen, en het pesticidengebruik wordt teruggedrongen via geïntegreerde plaagbestrijding.
Thuis kunt u maar beter alle groentes en fruit wassen voordat u ze eet – zelfs biologische producten – en in uw tuin alleen niet-giftige producten gebruiken.
Kijk voor informatie over natuurlijke bestrijdingsmiddelen op www.milieucentraal.nl .
[Kadertekst:] De lange arm van ILSI
Het International Life Sciences Institute (ILSI) is een invloedrijke groep wetenschappers die bijna geheel gefinancierd wordt door multinationals die pesticiden, genetisch gemanipuleerde zaden en voedingsmiddelen produceren, zoals Unilever, Nestlé, Monsanto en DuPont.
Deskundigen van ILSI werken nauw samen met de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) om risicobeoordelingsprocedures te ontwikkelen – die vervolgens worden toegepast bij de producten van hun geldschieters. De waakhonden van de EFSA zijn ook betrokken bij de artikelen die ILSI in wetenschappelijke tijdschriften publiceert. Die artikelen gaan bijna nooit over de veiligheid van hun producten, maar juist wel over het bijstellen van de risicobeoordelingsprocedures.1
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is gelukkig wat voorzichtiger. In 2006 verbood zij dat ILSI meewerkte aan het vaststellen van microbiologische en chemische normen voor voedsel en water. De reden hiervoor was de financiering van het instituut. Ook de National Resources Defense Council, een Amerikaanse milieuraad, heeft al voor het ILSI gewaarschuwd. In 2011 zei Jennifer Sass, seniorwetenschapper bij de raad, dat ILSI heeft laten blijken de belangen van de bedrijven die lid zijn van ILSI, voorrang te geven boven wetenschappelijke problemen en gezondheidsproblemen.2
[LITERATUUR KADERTEKST:]
1 Robinson C. Gurope’s pesticide and food safety regulators: Who do they work for? Earth Open Source, 2011
2 Idem, pagina 11
[STREAMERS:]
Veel gengewassen zijn resistent gemaakt tegen glyfosaat, waardoor boeren er nog meer van kunnen gebruiken.
Er zijn tussen de 800 en 1000 pesticiden zonder wettelijke toelating op de Nederlandse markt.
De geboorteafwijkingen werden afgedaan als ‘variaties’.
Leukemie komt vaker voor bij kinderen van wie de moeder rond de bevalling aan bestrijdingsmiddelen werd blootgesteld.
Kinderen werden vaker geboren met afwijkingen als hun ouders waren blootgesteld aan pesticiden.
Het risico op een vroege miskraam was anderhalf keer zo groot bij blootstelling aan onkruidverdelgers met fenoxyazijnzuur.
Hersen- en zenuwaandoeningen kwamen vaker voor in gebieden waar meer pesticiden werden gebruikt.