Sommigen beweren dat ‘matig’ drinken goed voor ons is, maar volgens een recent grootschalig onderzoek kan bijna iedere hoeveelheid alcohol dodelijk zijn.
Bestaat er zoiets als een veilige hoeveelheid alcohol? Gezondheidsorganisaties over de hele wereld lijken daarvan overtuigd, al verschilt de hoeveelheid van land tot land. In de Verenigde Staten wordt ervan uitgegaan dat het drinken van maximaal twee en een halve fles wijn verspreid over de week (en de helft daarvan voor vrouwen) niet veel schade aanricht. Misschien niet verbazingwekkend, is Spanje wat guller met drie en een halve fles, terwijl in Duitsland en Italië de limiet slechts iets meer dan twee is. Maar onlangs hebben de Britse autoriteiten de hoeveelheid die wekelijks veilig gedronken kan worden, verlaagd tot niet veel meer dan één fles.
Uit een recent grootschalig onderzoek, waaraan bijna 600.000 mensen meewerkten, blijkt dat deze richtlijnen geen van alle kloppen. Althans, de berichtgeving in de media en het commentaar daarop zeggen dit. Het publiek kreeg te horen dat het drinken van om het even welke hoeveelheid je leven kan verkorten.1
Sommige bronnen gingen nog verder en vergeleken alcohol drinken met roken, zo slecht zou het zijn. Kranten citeerden Tim Chico van de Universiteit van Sheffield als volgt: ‘Het zou me niet verbazen als de zwaarste drinkers evenveel jaren van hun leven verliezen als een roker. Deze studie maakt duidelijk dat het drinken van alcohol per saldo geen gezondheidsvoordelen heeft, zoals meestal het geval is wanneer iets te mooi is om waar te zijn.’ Cambridge biostatisticus David Spiegelhalter, hoogleraar Winton Public Understanding of Risk, vergeleek alcohol eveneens met tabak en zei dat er weinig verschil was tussen roken en meer drinken dan de aanbevolen dagelijkse limiet van een half glas per dag.2
Andere studies bevestigden dit niet. Vorig jaar werden de resultaten van een studie onder bijna 2 miljoen mensen over de hele wereld in The Lancet gepubliceerd. Daaruit bleek dat alleen het leven van zware drinkers (in tegenstelling tot matige drinkers) zes maanden korter was, en dit was veel minder dramatisch dan rokers, die gemiddeld vier jaar en negen maanden verloren.3
Heeft de studie dit aangetoond?
Het merendeel van de academici die in de internationale media werden geciteerd, waren niet zelf betrokken bij de studie. Dus waar hadden ze het eigenlijk over?
De onderzoekers van de Universiteit van Cambridge selecteerden de medische gegevens van 599.912 mensen uit de ongeveer 3 miljoen mensen die deelnamen aan eerdere studies die in 83 artikelen gepubliceerd waren.4
Op basis daarvan concludeerden de onderzoekers dat mensen die tot 100 gram (iets meer dan een fles wijn) per week dronken de minste kans hadden om voortijdig te overlijden. Het risico nam toe naarmate de hoeveelheid groter werd, waarbij mensen die tot 15 glazen per week dronken twee jaar korter leefden, en die met 18 glazen per week vijf jaar.
Maar geheelonthouders werden niet meegenomen in de vergelijking, en zodoende werden de sterftecijfers over het voortijdig overlijden behoorlijk scheefgetrokken.
De andere kant van het verhaal
Hoewel de Cambridge-onderzoekers terloops erkenden dat drinken het risico op een hartaanval vermindert, stond hun algemene conclusie diametraal tegenover de resultaten van een onderzoek dat al een halve eeuw oud was. Die studie heeft overduidelijk aangetoond dat drinken, binnen een bepaalde limiet, aanzienlijke voordelen heeft voor de cardiovasculaire gezondheid en daarmee voor de algehele levensverwachting, aangezien hartziekten tot ‘s werelds meest dodelijke ziekten behoren.5
Echter, goed verstopt in het onderzoeksrapport van de Cambridge-onderzoekers is het bewijs te vinden dat hun resultaten perfect overeenkomen met wat al bekend was. Een cruciale grafiek in de ellenlange bijlage van de back-upgegevens van het onderzoek liet zien dat mensen die tussen de 18 en 28 gram alcohol (één tot twee grote glazen wijn) per dag dronken – in vergelijking met mensen die hun leven lang geheelonthouders waren – 40 procent minder kans hadden op alle ‘cardiovasculaire aandoeningen’ (d.w.z. symptomen van en overlijden door hart- en vaatziekten).
Als de hoeveelheid groter was nam het voordeel af, maar er was nog steeds een vermindering van 20 procent van de cardiovasculaire aandoeningen, zelfs bij een consumptie van 78 gram (een hele fles wijn) per dag. Met andere woorden, de Cambridge onderzoekers stelden positieve effecten vast voor de cardiovasculaire gezondheid bij lage, matige en hoge hoeveelheden alcohol.
Het goede nieuws achterhouden
En toch stond in het persbericht over het onderzoek dat ‘(onze) bevindingen de wijdverbreide overtuiging dat matig drinken gunstig is voor de cardiovasculaire gezondheid in twijfel trekken’. Waar kwam die ‘wijdverbreide wijsheid’ vandaan? De initiatiefnemer was niemand minder dan de eminente Britse epidemioloog, hoogleraar Sir Richard Doll, wiens bekendheid grotendeels te wijten is aan zijn baanbrekende bevindingen over de gezondheidsrisico’s van tabak uit de jaren zeventig.
In schril contrast hiermee was Dolls bijna gelijktijdige ontdekking – die de medische autoriteiten altijd achter hebben gehouden – van wat hij de ’omgekeerde gezondheidsrisico’s’ (d.w.z. voordelen) van alcohol noemde. Zo stelde hij bijvoorbeeld in een langetermijnonderzoek in het begin van de jaren tachtig onder 490.000 Amerikanen vast dat mensen die alcohol drinken veel gezonder waren dan geheelonthouders voor wat betreft hartziekten, met respectievelijk 30 en 40 procent lagere sterftecijfers voor cardiovasculaire aandoeningen bij mannen en vrouwen, in combinatie met een bescheiden vermindering van de totale kans op overlijden.6
Tegen de tijd dat Doll in 2005 overleed hadden honderden wetenschappers over de hele wereld zijn pionierswerk gerepliceerd en stelden zij vast dat de beste hoeveelheid alcohol ‘matig’ is – in de praktijk niet genoeg om dronken van te worden.7
Al het onderzoek dat hij had uitgevoerd in beschouwing nemende, concludeerde Doll dat er genoeg bewijs was voor een ‘causaal’ verband tussen alcoholgebruik en een goede gezondheid, dat wil zeggen dat alcohol directe gezondheidsvoordelen heeft, net als een medicijn.8
Meer goed nieuws
Nog meer goed nieuws komt van recentere studies. In 2015 publiceerde een internationale onderzoeksgroep een meta-analyse van de medische gegevens van 3,5 miljoen Europese vrouwen van middelbare leeftijd. Het was een directe vergelijking van de gezondheidsrisico’s van roken en drinken.
Waar de kans op overlijden van rokers meer dan verdubbelde in vergelijking met niet-rokers, hadden matige drinkers 20 procent minder kans om te overlijden dan geheelonthouders. ‘[Alcohol speelt] een belangrijke rol bij cardiovasculaire aandoeningen en zelfs overlijden,’ stelden de onderzoekers. ‘Preventie zou gericht moeten zijn op het stimuleren en begeleiden van matig alcoholgebruik.’9
Vorig jaar nog publiceerden de onderzoekers van de Universiteit van Cambridge de resultaten van een studie onder 2 miljoen Britten, die hun drinkgewoonten afstemden op hun medische gegevens.
De meest opvallende bevinding was de superieure gezondheid van matige drinkers. Dit was zo overduidelijk dat de onderzoekers de ongebruikelijke beslissing namen om hun gegevens te analyseren door gematigde drinkers als ‘referentiegroep’ te nemen, dat wil zeggen door ze als ‘controles’ te vergelijken met alle anderen.
Hoewel er een paar merkwaardige dingen in de gegevens zaten, toonde de analyse aan dat zowel geheelonthouders als zware drinkers er even slecht aan toe waren qua gezondheid, met een ongeveer 30 procent groter risico op hartaandoeningen, beroertes, arteriële aandoeningen en totale sterftecijfers in vergelijking met matige drinkers.10
Hoe zijn dan de enorme verschillen te verklaren tussen de meest recente studie, die de voorpagina’s haalde, en de talrijke bewijzen voor de beschermende effecten van alcohol? De redactie vroeg de Cambridge-onderzoekers om een verklaring, maar ze wilden onze e-mails niet beantwoorden. We kunnen met enige zekerheid aannemen dat ze zich niet in een wijnbar bevonden.
Tony Edwards, auteur van The Good News About Booze (Premium Publishing, 2013)
Literatuur
1. BBC, April 13, 2018
2. The Guardian, April 13, 2018
3. Lancet, 2017; 389: 1229–37
4. Lancet, 2018; 391: 1513–23
5. Arch Intern Med, 2006; 166: 2437–45
6. N Engl J Med, 1997; 337: 1705–14
7. Arch Intern Med, 2006; 166: 2437–45
8. Perspect Biol Med, 2003; 45: 499–515
9. Eur J Epidemiol, 2018 Mar 10
10. BMJ, 2017; 356: j909
Wat is matig?
We kregen te horen dat het drinken van ‘matige’ hoeveelheden alcohol goed voor ons is. Maar wat betekent dat?
Sommige onderzoekers gaan uit van de Britse 1995 Alcohol Richtlijnen, die een limiet van 32 gram (ongeveer een derde van een fles wijn) per dag aanbevelen voor mannen en 24 gram voor vrouwen.
Volgens een studie was deze hoeveelheid optimaal voor de gezondheid.1 Maar in januari 2016 vaardigde de Britse Chief Medical Officer, Sally Davies, nieuwe officiële richtlijnen voor alcoholgebruik uit met ongeveer de helft van de limiet uit 1995 en zonder onderscheid te maken tussen mannen en vrouwen. Dit verbaasde internationale deskundigen, die de getallen in vraag stelden omdat ze niet evidence-based waren.
Davies bewees zichzelf geen dienst door herhaaldelijk te beweren dat er ‘geen veilige alcohollimiet’ was – een draconische verklaring die totaal niet strookte met de overtuiging van Amerikaanse deskundigen, aangezien het Dietary Guidelines Advisory Committee (DGAC) vorig jaar tot de conclusie kwam dat ‘matig alcoholgebruik onderdeel kan zijn van een gezond voedingspatroon,’ en dat ‘de Amerikaanse bevolking gestimuleerd en begeleid moet worden om een voedingspatroon te ontwikkelen met matig alcoholgebruik (bij volwassenen)’.2
Het comité definieerde ‘matig’ als 28 gram alcohol per dag voor mannen en de helft daarvan voor vrouwen. Hoewel het DGAC deze hoeveelheden als optimaal beschouwde, werden ze later door het Amerikaanse ministerie van Landbouw verdraaid tot maximaal veilige limiet.3
Literatuur
1. BMJ 2017; 356: j909
2. Scientific Report of the US Guidelines Advisory Committee, 2015
3. 2015-2020 Dietary Guidelines for Americans, USDA
Veilige alcohollimiet per week in verschillende landen (voor mannen)
10 gram = 1 glas bier
10 gram = 1 glas wijn van 100 ml
Verenigde Staten 196 gram
Canada 202 gram
Nederland 70 gram
Ierland 170 gram
Duitsland 168 gram
Noorwegen 140 gram
Denemarken 168 gram
Oostenrijk 168 gram
Luxemburg 140 gram
Italië 168 gram
Verenigd Koninkrijk 112 gram
Frankrijk 100 gram
Zwitserland 210 gram
Spanje 280 gram
Australië 140 gram
Nieuw-Zeeland 150 gram
Japan 280 gram
Het is niet allemaal rozengeur en maneschijn
Iedereen weet dat alcohol in de verkeerde handen en hoeveelheden gevaarlijk kan zijn, niet in de laatste plaats omdat alcohol cytotoxisch is, wat blijkt uit het feit dat het in het ziekenhuis gebruikt wordt in reinigingsdoekjes voor de handen om pathogene micro-organismen te doden.
Omdat we van nature alcohol in onze darmen produceren tijdens de spijsvertering, bezitten we ten dele krachtige enzymen om het af te breken. Deze kunnen zelfs een tamelijk grote hoeveelheid alcohol aan, op voorwaarde dat er iets bij gegeten wordt en er in de avond gedronken wordt wanneer de enzymen het meest efficiënt zijn.
De enzymen kunnen bij excessief gebruik echter noodgedwongen overschakelen op een andere metabole route: het microsomaal ethanol oxidatie systeem (MEOS) genaamd, dat pas in de jaren tachtig werd ontdekt. Het probleem is dat het MEOS grote hoeveelheden antioxidanten verbruikt, wat verklaart waarom ‘binge-drinking’ en alcoholisme zo schadelijk zijn voor de gezondheid.