Door: Rob Verkerk
Op het gebied van gezondheid kunnen we veel leren van blauwe zone-gemeenschappen.
Ik had het genoegen om de Belgische antropoloog Michel Poulain te ontmoeten op Guernsey, een van de Kanaaleilanden voor de kust van Noord-Frankrijk. Poulain, die zijn carrière begon als astrofysicus, en later demograaf (onderzoeker van bevolkingsregisters) werd, gaf er een lezing over zijn baanbrekend onderzoek dat hij samen met Dan Buettner, onderzoeker van National Geographic en bestsellerauteur, uitvoerde. Gedurende de laatste decennia, hebben zij vijf gemeenschappen ontdekt over de hele wereld waar mensen buitengewoon lang leven en tegelijkertijd gezond en gelukkig zijn. Poulain en Buettner noemen deze gemeenschappen ‘blauwe zones’, waarbij de naam verwijst naar de kleur van de markeerpen die Poulain toevallig gebruikte om honderdjarigen in de eerste blauwe zone in de jaren ’90 in Sardinië te lokaliseren.
Toen ik hem ontmoette was Poulain nog steeds bezig met het verzamelen van de gegevens uit het bevolkingsregister van Guernsey. Zijn voorlopige bevindingen, op basis van de gegevens die hij tot dan toe had verwerkt, wezen erop dat het onwaarschijnlijk was dat Guernsey erin zou slagen om een blauwe zone te worden – in ieder geval niet op dit moment. Maar het eiland zou zich op termijn kunnen aansluiten bij de vijf bestaande blauwe zones in Sardinië, Okinawa, Ikaria (Griekenland), Nicoya (Costa Rica) en de Zevende Dag Adventistengemeenschap van Loma Linda in Californië. Deze missie kan gerealiseerd worden door de hechte 63.000 man sterke bevolking van Guernsey en door de nationaal onderschreven wens om deze status te bereiken na de lancering eerder dit jaar van het idealistische project Journey to 100, dat Poulain als eerste op het eiland introduceerde.
Poulain en Buettner identificeerden negen kenmerken die alle blauwe zones gemeen hebben. Een dieet met veel fruit en groenten en weinig of geen bewerkt voedsel, en een consistent matige lichaamsbeweging zijn hier slechts twee van. Misschien zijn er meer belangrijke factoren, zoals een doel hebben in het leven, gemeenschapszin en gezinswaarden, die belangrijker gevonden worden dan andere dingen. Dit zijn opvattingen die steeds minder vaak voorkomen bij westerse stedelingen.
De sociale cohesie van de blauwe zone-gemeenschappen is bijzonder interessant. Ze experimenteren niet met gentherapie of anti-verouderingsmiddelen, laat staan met cosmetische chirurgie. En ze zijn zeker niet obsessief bezig hun aantal volgers op social media te vergroten. Juist door het met elkaar delen van belangrijke informatie over gezond leven doen de leden van deze gemeenschappen het beter dan de meesten van ons, ook al worden wij omringd door alle mogelijke informatietechnologie, gezondheidsexperts en -goeroes.
Betekent dit dat mensen buiten de blauwe zone-gemeenschappen geen toegang hebben tot het menselijk potentieel dat deze groepen wel bieden?
Volgens de cijfers van de WHO uit 20161 hebben 22 Europese landen een gemiddelde levensverwachting bij geboorte van tachtig jaar of ouder. Nederland staat in deze landenlijst op de achtste plaats met 81,9 jaar. Het Verenigd Koninkrijk haalt de veertiende plaats met 81,2 jaar. Maar in de VS, waar meer geld wordt uitgegeven aan de gezondheidszorg dan waar dan ook, is de gemiddelde levensverwachting bij geboorte 78,3 jaar.
In afwijking van de gemiddelde levensverwachting of gezondheidsstatus kennen de meesten van ons mensen die veel kwieker oud worden dan gemiddeld. Dan gaat het om mensen in de leeftijd van tachtig tot negentig jaar die geen medicijnen gebruiken, een volledig zelfstandig leven leiden, vaak actief zijn, nog steeds wandelen of fietsen in plaats van gebruik te maken van een auto of openbaar vervoer, en bovenal blijven genieten van het leven en deel uitmaken van de huidige samenleving. In de meest extreme gevallen gaat het om uitschieters – mensen die alle, of bijna alle, kenmerken hebben van de vijf erkende blauwe zone-gemeenschappen.
Slechts weinig wensen willen een langer leven als dat geen gelukkig leven is. De meesten van ons willen het laatste derde deel van ons leven niet geplaagd worden door chronische of degeneratieve aandoeningen of dementie – ook al is dit een steeds vaker voorkomend perspectief in de westerse samenleving. Bij meer dan vijftig procent van de westerse bevolking is sprake van polyfarmacie (het gebruik van vier of meer geneesmiddelen op voorschrift van een arts). Deze middelen worden gebruikt voor de behandeling van specifieke aandoeningen zonder dat de patiënt geneest; ze bestrijden slechts symptomen. De toestand van de patiënt gaat achteruit, en hoe meer medicijnen hij of zij krijgt voorgeschreven, hoe meer er nodig zijn om vergelijkbare aandoeningen te behandelen en bijwerkingen te verlichten. Een neerwaartse gezondheidsspiraal wordt dan onvermijdelijk.
Het creëren van gemeenschappen waar mensen in staat zijn om zichzelf op een natuurlijke manier te handhaven zou een prioriteit moeten zijn, gezien de schade die in de komende jaren ontstaat wanneer wij de stijgende kosten van de gezondheidszorg en het lijden door chronische aandoeningen niet kunnen tegenhouden. Mensen hebben, net als alle levende wezens, een uitstekend vermogen om zelf te herstellen. Wat daarvoor nodig is, zoals Poulain en Buettner ontdekten in de blauwe zones, is de juiste omgeving om dit mogelijk te maken.
Kijk om u heen en kijk wat u kunt leren van hen die erin slagen om gezond te blijven. Kijk wat hen werkelijk beweegt, naar hun houding, hun sociale verbintenissen, wat zij als prioriteiten zien in hun leven – en hoe, wat en wanneer ze eten, en hoe ze slapen en bewegen.
De kans is groot dat het toepassen van de kennis die u van deze mensen kunt opdoen binnen uw eigen gemeenschap – van hen die deel uitmaken van uw lokale ‘blauwe microzone’ – beter is voor uw gezondheid en welbevinden dan welke maatregelen ook die uw drukbezette huisarts of medisch specialist waarschijnlijk zal voorstellen.
1 World Health Statistics, 2016