Giardiasis is een belangrijke oorzaak van darmklachten. We kunnen deze infectie oplopen tijdens een vakantie in een warm land. Onder slechte hygiënische omstandigheden is de kans op besmetting namelijk erg groot. Maar ook op een kleuterschool of kinderdagverblijf in Nederland kan iemand besmet raken, aangezien kleine kinderen niet weten wat hygiëne is. Hieronder leest u hoe u de infectie kunt voorkomen, herkennen en behandelen.
Door Joanna Evans
Giardiasis is een darminfectie veroorzaakt door de parasiet Giardia lamblia, die jaarlijks wereldwijd naar schatting tweehonderd miljoen mensen treft. Een parasiet is een organisme dat voor zijn ontwikkeling gebruikmaakt van een gastheer. De gastheer is het organisme (mens of dier) waarop of waarin de parasiet leeft. De parasiet voedt zich ten koste van deze gastheer en kan zich in de gastheer vermeerderen. Een infectie met Giardia lamblia heet ‘giardiasis’ of ‘lambliasis’.
Hoewel giardiasis van oorsprong als een tropische ziekte wordt beschouwd, komt de aandoening steeds vaker in de westerse wereld voor, vooral bij kinderen. Volgens officiële cijfers is bijna 2 procent van de volwassenen en 6-8 procent van de kinderen in ontwikkelde landen met de parasiet geïnfecteerd. Maar waarschijnlijk liggen de werkelijke cijfers veel hoger, aangezien veel gevallen verkeerd of niet gediagnosticeerd worden.
Behandeling
Gewoonlijk bestaat de behandeling uit antibiotica, zoals metronidazol, maar de resistentie tegen medicijnen neemt steeds verder toe. Uit laboratoriumonderzoek blijkt dat de Giardia resistent is tegen alle medicijnen die momenteel voorhanden zijn.1 Met name de behandeling met metronidazol blijkt ineffectief: in 20 procent van de gevallen is de parasiet resistent en in 90 procent komt de ziekte terug.2
Ook is de veiligheid in het geding. In sommige gevallen kan metronidazol ernstige neurologische bijwerkingen veroorzaken, zoals insulten, perifere neuropathie (gevoelloze of pijnlijke ledematen) en encephalopathie (verstoorde hersenfunctie).3 Andere bijwerkingen, die vaker voorkomen, zijn braken, diarree, maagklachten en gebrek aan eetlust − en ironisch genoeg zijn dat nu juist de ziekteverschijnselen van giardiasis.
Gelukkig zijn er veiligere en effectievere manieren om de infectie te bestrijden. De kruidengeneeskunde biedt goede mogelijkheden om het verloop van de ziekte te beïnvloeden. Een combinatie van kruiden en dieetaanpassingen kon wel eens het beste, natuurlijke wapen zijn in de strijd tegen deze veelvoorkomende, door water overgedragen parasiet.
Geneeskrachtige kruiden
Een gekwalificeerde fytotherapeut of natuurgeneeskundige kan u de juiste kruiden voorschrijven, toegespitst op uw symptomen. De volgende kruiden blijken in wetenschappelijk onderzoek bedrijfsresultaten te geven:
• Knoflook (Allium sativa)
Knoflook is al jarenlang bekend als middel tegen parasieten en bacteriën. Onderzoek wijst erop dat zowel rauwe knoflook als sommige bestanddelen van knoflook, anti-gardialis eigenschappen bevatten.4 In een klinische proef kregen 26 kinderen met een Giardia-infectie drie dagen lang twee keer per dag gedestilleerd water met 5 ml verse knoflook of een knoflookpreparaat uit de winkel (0,6 mg-capsules). Bij alle kinderen werden de ziekteverschijnselen binnen 36 uur minder. Aan het eind van het onderzoek werd hun ontlasting getest en bleek de parasiet niet langer aanwezig te zijn.5
• Indiase lange peper (Piper longum)
Dit kruid wordt in de ayurvedische geneeskunde gebruikt om darmproblemen te behandelen. In laboratoriumonderzoek bleek het extract van de plant in staat de Giardia lamblia te doden. Bij muizen was het aantal trofozoieten (de actieve vorm van de parasiet, die zich aan de darmwand hecht) na vijf dagen behandeling met lange peper met 75 procent afgenomen.6 Het is echter niet zeker of deze resultaten ook voor mensen gelden.
• Pippali rasayana (PR)
Pippali rasayana bevat lange peper en Butea monosperma (ook wel ‘dhak’, ‘plosso’ of ‘palasa’ genoemd) en is een traditioneel ayurvedisch geneesmiddel tegen chronische dysenterie (dikkedarmontsteking met diarree en bloed) en worminfecties. In een gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek onder vijftig mensen met giardiasis, kreeg de helft driemaal daags 1 gram Pippali rasayana, terwijl de andere helft een placebo kreeg.
Na vijftien dagen bleek bij 92 procent van de PR-groep, de Giardia compleet te zijn verdwenen. In de placebogroep was dit slechts bij 20 procent het geval. Bovendien bleken degenen die Pippali rasayana hadden gehad, beduidend minder algehele ziekteverschijnselen en buikproblemen te hebben.7
Laboratoriumonderzoek wijst uit dat PR niet direct invloed heeft op Giardia. Maar het lijkt ons immuunsysteem te versterken, evenals andere processen om infecties in ons lichaam te bestrijden.8
• Oregano (Origanum vulgare)
Uit laboratoriumonderzoek bleek dat het alledaagse keukenkruid oregano (of wilde marjolein) beter helpt tegen giardiasis dan tinidazol, een antibioticum dat vaak wordt voorgeschreven bij giardiasis (momenteel niet in Nederland vanwege herregistratie).9 Uit een recenter onderzoek naar achttien essentiële oliën bleek oregano-olie het beste te werken tegen Giardia-trofozoieten.10
• Berberine
Berberine is een stof die in verschillende planten wordt aangetroffen, waaronder de zuurbes (Berberis vulgaris), mahoniestruik (Mahonia aquifolium) en Canadese geelwortel (Hydrastis canadensis). Volgens reageerbuisonderzoek kan berberine de groei van Giardia-trofozoieten remmen.11
In een gecontroleerd onderzoek kregen veertig giardiasispatiënten zes dagen lang ofwel berberine, of metronidazol, of vitamine B-complex (als een placebo). Hoewel berberine niet zo effectief was als metronidazol in het verminderen van de hoeveelheid parasieten die in de ontlasting werden aangetroffen (68 procent tegen 100 procent minder), was berberine wel beter in het tegengaan van de met de infectie gepaard gaande maag- en darmklachten. Ook werkte de stof beter dan het placebo (25 procent minder parasieten in de ontlasting). De onderzoekers denken dat een verhoging van de dosis of een verlenging van de behandeling met berberine, de resultaten zal verbeteren.12
• Propolis
Hoewel propolis – de wasachtige substantie die honingbijen uit plantensap maken – niet echt een kruid is, wordt het in de kruidengeneeskunde vaak gebruikt om infecties te behandelen.
In een onderzoek onder 138 volwassenen en kinderen met giardiasis, kregen de deelnemers vijf dagen lang tinidazol of propolis toegediend. De kinderen kregen een oplossing met 10 procent propolis, en de volwassenen een oplossing met 20 of 30 procent.
Van de groep kinderen die met propolis behandeld werden, genas 52 procent. Van de volwassenen die de minst sterke oplossing kregen, genas 40 procent, tegenover 60 procent van de volwassenen met de sterkere oplossing – allen zonder bijwerkingen. Bij de tinidazolgroep lag het genezingspercentage niet hoger dan 40 procent.13
Heilzame kost
Dieetveranderingen kunnen ook helpen in de strijd tegen een Giardia-infectie. Uit een literatuurstudie bleek een volkorendieet dat rijk is aan vezels en dat weinig enkelvoudige suikers en vetten bevat, te helpen om de ziekteverschijnselen te verminderen en de verdedigingsmechanismen van het lichaam te versterken. Het ging zelfs de groei van trofozoieten tegen.14 Met name de volgende voedingsmiddelen zijn het aanbevelen waard:
• Probiotica
Deze micro-organismen kunnen de groei van Giardia direct remmen en onze natuurlijke afweermechanismen op gang helpen. Zo bleek in laboratoriumonderzoek, de Lactobacillus johnsonii (La1) de groei van Giardia te remmen en de immuunreacties van immuunglobuline A (IgA, een antistof die een belangrijke rol speelt in de bescherming van de slijmvliezen) te versterken.15
Ook de Lactobacillus acidophilus (La5) en de Lactobacillus rhamnosus (GG) blijken de immuunreacties te verhogen, wat kan helpen om de Giardia in onze darmen op te ruimen. Gebruik daarom halfvolle yoghurt die een of meer van deze stammen bevat (minimaal 106 kve/ml) of kies een voedingssupplement met probiotica.
• Tarwekiemen
Tarwekiemen bevatten agglutinine, een stof die in laboratoriumonderzoek de groei van Giardia-trofozoieten bleek tegen te gaan.16
In een dubbelblind, placebogecontroleerd onderzoek kregen 63 giardiasispatiënten, van wie er 25 geen last hadden van ziekteverschijnselen, zeven tot tien dagen lang tarwekiemen (driemaal daags 2 gram) of een placebo. De 38 deelnemers die wel ziekteverschijnselen hadden, kregen daarnaast metronidazol.
Bij de patiënten zonder symptomen bleek de hoeveelheid actieve en passieve Giardia in de tarwekiemgroep 60 procent lager dan in de placebogroep. Al na 24 uur was een opvallende vermindering te zien. De patiënten die wel symptomen hadden, bleken sneller op te knappen als ze tarwekiemen gebruikten.17 Misschien is er een hogere dosering tarwekiemen nodig om een groter effect te bereiken.18
• Voedingsvezels
Dierproeven wijzen erop dat een dieet met veel niet-oplosbare voedingsvezels tegen Giardia kan beschermen. Woestijnratten die een dieet kregen met weinig vezels, kregen veel vaker giardiasis na het toedienen van de passieve vorm van Giardia dan ratten met een vezelrijk dieet. Als de geïnfecteerde dieren met een vezelarm dieet overstapten op een vezelrijk dieet, werden de trofozoieten in de dunne darm opgeruimd.19 Het is niet zeker of deze resultaten ook voor mensen gelden. Bonen, bruine rijst, haver en linzen zijn goede bronnen van niet-oplosbare voedingsvezels.
[Kadertekst:] Voorkomen en herkennen
Giardiasis kan een scala aan verschijnselen veroorzaken, waaronder diarree, buikpijn, winderigheid, verminderde eetlust, gewichtsverlies en vermoeidheid. De symptomen van giardiasis komen overeen met die van andere aandoeningen, zoals het prikkelbaredarmsyndroom (IBS) en coeliakie (glutenintolerantie). Daardoor wordt vaak de verkeerde diagnose gesteld en kunnen mensen jarenlang met de infectie rondlopen zonder de juiste behandeling. In maar liefst 50 procent van de gevallen zijn er echter helemaal geen ziekteverschijnselen.
De Giardia wordt beschermd door een buitenlaag, de cyste. Een cyste is een soort blaasje met daarin de parasiet ‘in rust’. Een infectie met Giardia kunt u oplopen als de cysten via uw mond, slokdarm en maag in de dunne darm terechtkomen. U hoeft maar enkele van deze cysten op te pikken om een infectie te ontwikkelen. In de dunne darm barsten ze open en komt de parasiet vrij. Deze gaat zich vervolgens vermenigvuldigen en zich vasthechten aan de darmwand. De darmwand raakt hierdoor beschadigd. Dit kan diarree en darmklachten tot gevolg hebben.
In de darm vormt de parasiet zich weer om tot een cyste. De cysten worden daarna met de ontlasting uitgescheiden. Deze inactieve vorm maakt het mogelijk dat de parasiet lange tijd buiten het lichaam overleeft.
U kunt het volgende doen om giardiasis te voorkomen:
• Was uw handen na toiletbezoek, na het verschonen van een luier en voordat u voedsel klaarmaakt of eet;
• Gebruik flessenwater in landen waar kraanwater misschien niet schoon is;
• Houd uw mond dicht als u in een zwembad, meer of stromend water zwemt.
Meestal wordt de ziekte opgespoord door de ontlasting te onderzoeken, maar soms is een darmonderzoek nodig.
[Kadertekst:] Giardiasis en de galblaas
Susan Koten, fytotherapeut en oprichter van het Willow Herbal Centrum in Romford, een voorstad van Londen, behandelt al zo’n twintig jaar met succes giardiasispatiënten. Ze schat dat in ongeveer 60 procent van de gevallen, ook de galblaas is aangedaan en moet worden behandeld, naast de darminfectie.
Koten gebruikt een combinatie van kruiden, waaronder sneeuwvlokkenboom (Chionanthus virginicus), Leptandra virginica en berberis, om de galblaas schoon te maken, en een tinctuur van verse zomeralsum (Artemisia annua) om de Giardia-infectie te behandelen.
Een van haar patiënten, een 78-jarige vrouw, had al jaren last van IBS-achtige verschijnselen – met name dunne ontlasting, buikpijn en lusteloosheid. Door gebruik te maken van spiertesten, stelde Koten de diagnose giardiasis in de dunne darm en galblaas. Ze schreef zomeralsem voor in combinatie met een ‘galblaasmengsel’. Bij het tweede bezoek had de patiënte weer een normale stoelgang, meer energie en was ze van haar buikpijn verlost.
[Literatuur:]
1 Expert Opin Drug Saf, 2003; 2: 529-41
2 Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
3 J Med Case Reports, 2011; 5: 63
4 Microbiology, 2000, 146: 3119-27
5 J Egypt Soc Parasitol, 1991; 21: 497-502
6 Phytother Res, 1999; 13: 561-5
7 J Ethnopharmacol, 1997; 56: 233-6
8 Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
9 Rev Invest Clin, 1994; 46: 343-7
10 Nat Prod Commun, 2010; 5: 137-41
11 Tokai J Exp Clin Med, 1990; 15: 417-23
12 Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
13 Acta Gastroenterol Latinoam, 1988; 18: 195-201
14 Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
15 Appl Environ Microbiol, 2001; 67: 5037-42; Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
16 J Clin Invest, 1994; 94: 2283-8
17 Am J Trop Med Hyg, 2001; 65: 705-10
18 Altern Med Rev, 2003; 8: 129-42
19 Am JTrop Med Hyg, 1989; 41: 512-20