Hyperactieve kinderen kunnen gebaat zijn bij een dieet zonder kunstmatige toevoegingen. Deze opvatting is niet nieuw, maar wint steeds meer aan geloofwaardigheid.Van de Universiteit van Southampton verscheen onlangs een publicatie over het verband tussen hyperactiviteit en additieven. De onderzoekers stelden vast dat conserveringsmiddelen en kleurstoffen een ‘significante’ invloed hadden op het gedrag. Ze stellen dat het in het belang van de volksgezondheid is dat deze middelen uit het voedsel verdwijnen1.
Fabrikanten van de snelle hap vegen deze gegevens van tafel. Ze vragen zich af of de inlichtingen die ouders geven over het gedrag van hun kind, wel betrouwbaar kunnen zijn. Toch kunnen de observaties van ouders juist gevoeliger zijn dan laboratoriumgegevens: ouders maken hun kinderen langer mee en in gevarieerder omstandigheden.
Slechts twee jaar geleden ontdekte de werkgroep van de Britse Food Commission een onderzoek dat in een van de laden van de Food Standards Agency verdwenen was. Ook in dit onderzoek werd verband gelegd tussen voedseladditieven en hyperactiviteit. Het onderzoek werd uitgevoerd door het Asthma & Allergy Research Centre van het Verenigd Koninkrijk. Een groep van 277 kinderen kreeg vruchtensap te drinken waaraan kleine hoeveelheden heel gewone voedseladditieven waren toegevoegd, zoals de kleurstoffen tartrazine (E 102), Sunset Yellow (E 110), Carmoïsine (E 122) en Ponceau 4R (E124) en het conserveringsmiddel natriumbenzoaat (E 211).
De Britse regering had in 1999 de opdracht voor dit onderzoek gegeven; in 2001 werd het afgesloten maar de resultaten werden verworpen en een jaar lang niet openbaar gemaakt omdat de regering de conclusies wetenschappelijk niet overtuigend vond. Bij deze trial gaven de ouders van een kwart van de kinderen aan dat hun kinderen toch significant meer destructief gedrag vertoonden toen ze deze heel gewone voedseladditieven kregen.
In het onderzoek uit Southampton kregen 1873 hyperactieve kinderen gedurende een week een dieet zonder kunstmatige kleurstoffen en conserveringsmiddelen met benzoaat. Toen deze gifstoffen weer aan het dieet werden toegevoegd, hielden de ouders het gedrag van hun kinderen bij. En opnieuw bleek het gedrag van de kinderen in de ogen van hun ouders negatief. Bij hyperactieve kinderen die bovendien ook allergieën hadden, waren de reacties nog heviger.
Het helpt de etiketten te lezen voordat we iets kopen, maar niet alle etiketten zijn duidelijk en gemakkelijk leesbaar. Bij sommige worden alleen de E-nummers vermeld: beslissen wat je koopt in de supermarkt is dan moeilijk, tenzij je alle E-nummers uit je hoofd kent. Een goede tactiek is om alleen vers voedsel te eten, maar voor sommige gezinnen is daar moeilijk aan te komen.
Ook zijn er nogal wat ouders die het te druk hebben om iedere dag de energie op te brengen vers voedsel te kopen en te bereiden. Ze vinden het de verantwoordelijkheid van de regering en de voedselfabrikanten om voeding vrij te houden van additieven die schadelijk zijn voor hun kinderen.
Er gloort een sprankje hoop. De meeste kunstmatige smaak- en kleurstoffen die in het hiervoor vermelde onderzoek worden vermeld, zijn reeds in enkele landen verboden (voor de meest recente gegevens in de Europese Unie: zie www.europa.eu.int; voor Nederland: Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden).
Pat Thomas
1:Arch Dis Child, 2004; 89: 506-11.