Het is belangrijk dat het taboe op armoede doorbroken wordt, zodat mensen minder schaamte ervaren en op tijd hulp zoeken
Armoede en gezondheid zijn nauw bij elkaar betrokken. Armoede kan leiden tot ongezondheid, en omgekeerd. Initiatieven van gemeenten en lokale organisaties zijn erop gericht om de kwaliteit van leven en maatschappelijke participatie te verhogen. Door de coronacrisis zal de armoede vermoedelijk toenemen toenemen en zal er extra druk komen op goede hulpverlening. Hoe zijn stigma’s rondom armoede te voorkomen? En hoe blijf je gezond met een klein budget?
Armoede kan iedereen overkomen. Zeker in deze rare tijden. Door baanverlies, een ongeluk of een scheiding kunnen schulden zich snel opstapelen. Er wordt onderscheid gemaakt tussen absolute en relatieve armoede. Bij absolute armoede leven mensen onder de lage-inkomensgrens en hebben daardoor onvoldoende geld voor voedsel, huisvesting, zorg en onderwijs.
Bij relatieve armoede hebben mensen onvoldoende geld om te kunnen leven volgens gangbare maatschappelijke opvattingen, waardoor mensen minder kunnen participeren in de samenleving.1 Je hebt dan bijvoorbeeld geen geld om naar de bioscoop te gaan of een etentje voor vrienden te organiseren, maar je kunt nog wel in je basisbehoeften voorzien.
Armoede, stress en gezondheid
Het leven in armoede kan enorme impact hebben op je gezondheid. De mentale gezondheid, zingeving, kwaliteit van leven, het meedoen en het dagelijks functioneren kunnen eronder lijden. Voldoende geld voor gezonde voeding is er soms niet, terwijl je door de stress juist extra voedingsstoffen nodig hebt.
Armoede veroorzaakt veel stress, en langdurige zorgen en een gebrek aan perspectief leiden tot chronische stress. Een hoog gehalte van het stresshormoon cortisol is op termijn ongezond en leidt daarnaast tot slaapproblemen. Slaapproblemen zorgen vervolgens voor een verminderd vermogen om (op lange termijn) plannen te maken, verleidingen te weerstaan en emoties te reguleren. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.
Mensen die in armoede leven, hebben meer lichamelijke en psychische klachten dan leeftijdsgenoten met voldoende bestedingsruimte. Ze hebben vaker overgewicht of een chronische aandoening zoals diabetes type 2 en voelen zich minder gelukkig.
Daarnaast hebben mensen met een laag inkomen vaker een ongezonde leefstijl, zoals roken, alcohol drinken en weinig bewegen.1 Je kunt niet zeggen dat armoede altijd leidt tot ongezondheid. Echter, er is wel een negatieve relatie tussen armoede en gezondheid.
Armoede kan zowel leiden tot ongezondheid als omgekeerd. Iemand kan bijvoorbeeld door een chronische ziekte minder goed op de arbeidsmarkt participeren, wat kan leiden tot armoede. Het hebben van een (te) klein budget kan op zijn beurt weer leiden tot bijvoorbeeld stress en slechte eetgewoonten.
Het verband tussen armoede en gezondheid kan worden teruggebracht tot vier factoren, namelijk: een gebrek aan financiële middelen om betere leefomstandigheden te kunnen betalen; psychosociale mechanismen waarbij chronische stress invloed heeft op de lichamelijke conditie; gedragsfactoren, zoals een ongezonde leefstijl; een slechte gezondheid kan invloed hebben op het onderwijs dat gevolgd kan worden.1
Door de relatie tussen al deze factoren kan er gemakkelijk een negatieve spiraal ontstaan die moeilijk doorbroken kan worden. Hoe blijf je zo gezond mogelijk met een klein budget?
Pas op stigma
Wie in de media op zoek gaat naar verklaringen voor de relatie tussen armoede en gezondheid, stuit al snel op verklaringen vanuit verschillen in opleiding, het gemiddelde inkomen in wijken of de verschillen in cultuur.
Mensen zonder vervolgopleiding die in een ‘probleemwijk’ wonen en/of een migratieachtergrond hebben, zijn stereotypen die snel in gedachten kunnen komen. Dit kan leiden tot vooroordelen en stigmatisering, wat geen bijdrage levert aan de oplossing van het probleem.
Ondanks dat de maatschappij grote inkomensverschillen laat zien, is het te makkelijk om alleen naar opleiding en inkomen te kijken om de relatie tussen armoede en gezondheid te verklaren.2,3
Belangrijker is om te kijken naar de balans tussen inkomsten en uitgaven en het bestaan van schulden.
Is deze balans zoek, dan kan er chronische stress ontstaan. Stress kan op zijn beurt het vermogen verstoren om gezonde keuzen te maken. Waar mogelijk wordt gezocht naar afleiding of ongezonde coping-mechanismen, zoals alcohol drinken, roken of suiker- en vetrijk eten.
Onderzoek laat zien dat er bij kinderen die in armoede leven door de chronische stress veranderingen in de hersenontwikkeling kunnen optreden die leiden tot een verminderde emotionele controle.2
Kinderen zijn een extra kwetsbare groep. Armoede in een gezin hangt vaak samen met een onveilige hechting, voortijdig schoolverlaten, alcohol- en drugsgebruik, criminaliteit en psychologische problemen.
De problemen rondom armoede verergeren als er geen sociaal vangnet is, er gezondheidsproblemen bestaan, iemand zich niet goed verbaal kan uitdrukken of moeite heeft met begrijpend lezen. Hulp om schuldproblemen op te lossen, is dan moeilijker bereikbaar of mensen weten niet goed hun weg te vinden, terwijl zorgkosten door een chronische aandoening juist stijgen. Het probleem is dus complexer en verdient bredere aandacht.3
![]() |
Maatschappelijke initiatieven
Belangrijke pijlers om financiële stress te verlagen of beperken, zijn betaald werk en bijdragen aan de samenleving. Gemeenten en lokale organisaties die zich inzetten voor armoedebestrijding, richten zich met hun hulp dan ook op het verbeteren van deze factoren.
Voedsel, financiële hulp en kleding worden veruit het meest aangeboden. Daarnaast zijn er lokale initiatieven die zich richten op het organiseren van sport of activiteiten, vakantie of uitjes en de verspreiding van huisraad, witgoed en andere spullen zoals laptops of speelgoed voor kinderen.4
Verschillende initiatieven van gemeenten en lokale organisaties kunnen een bijdrage leveren aan armoedebestrijding, sociale participatie en gezondheid. Zo worden er sinds 2010 in heel Nederland verschillende voedseltuinen aangelegd waarin vrijwilligers kunnen werken in ruil voor een deel van de oogst.5,6
Gemeenten richten zich intensief op kinderen, vanwege hun grotere kwetsbaarheid. Zo bestaat er voor een aantal (grotere) gemeenten bijvoorbeeld een Stadspas waarmee kinderen korting krijgen op verschillende voorzieningen.
Movisie, het landelijk kennisinstituut voor een samenhangende aanpak van sociale vraagstukken, heeft een model opgesteld waaraan armoedebestrijding zou moeten voldoen om effectief te zijn. Hierbij spelen drie pijlers een rol: psychologische, sociale en maatschappelijke gezondheid. Een effectieve aanpak van armoede zou vooral moeten bestaan uit empowerment.
Dat wil zeggen dat hulpverleners zich richten op het creëren of vergroten van zelfvertrouwen, veerkracht en wilskracht van de doelgroep. Daarnaast moet de sociale omgeving verstevigd worden. Dit kan door contacten met familie, vrienden of buren te hernieuwen of verstevigen of door lokale initiatieven weten te bereiken, zoals de eerdergenoemde voedseltuin.
Tot slot levert het investeren in opleiding en arbeid de belangrijkste bijdrage. Maar liefst 40 procent van de mensen kan uit de armoede komen door het vinden van passend werk.3 De huidige omstandigheden rondom de coronacrisis maken dit laatste echter een toenemend probleem.
Armoede en COVID-19
Mensen met financiële zorgen zijn tijdens de huidige coronacrisis extra kwetsbaar. Uit onderzoek van Stichting Armoedefonds blijkt dat 90 procent van de lokale hulporganisaties rekent op een toename van de hulpvraag. Bijna de helft van de organisaties ziet al sinds maart een stijging van de vraag.
Vooral gezinnen, alleenstaanden met kinderen en zzp’ers bevinden zich in zwaar weer. Er ontstaat werkonzekerheid en inkomensdaling. Bovendien zorgt thuiswerken of thuisonderwijs voor stijgende kosten.4
Er lijkt door de coronacrisis een nieuwe groep armen te ontstaan. Mensen die tot voor kort geen schulden of gebrek hebben gekend, worden opeens door de crisis geraakt. Daarnaast is er een groep mensen die tot een jaar geleden net de eindjes aan elkaar kon knopen, maar dit nu niet meer kunnen door allerlei beperkingen die zijn opgelegd tijdens de crisis.4,7
Het advies van het Armoedefonds is dan ook dat overheden, gemeenten en hulporganisaties zich moeten voorbereiden op een toestroom van hulpvragen in de nabije toekomst. Het fonds geeft echter ook aan dat de coronacrisis kan helpen om het taboe op armoede te doorbreken, doordat een grote groep mensen (die eerder geen armoede kende) ermee te maken krijgt.4
Conclusie
Armoede is vaak langdurig en de komende tijd zal het aantal armen door de huidige gezondheidscrisis naar verwachting toenemen. Het is daarom belangrijk dat het taboe op armoede doorbroken wordt, zodat mensen minder schaamte ervaren en op tijd hulp zoeken om grotere problemen waar mogelijk te voorkomen.
Armoede is geen keuze en kan je overkomen. Een saamhorige en sociale samenleving is begripvol en biedt hulp waar nodig, zodat kwetsbaren uiteindelijk weer perspectief hebben op een beter en gezonder leven zonder schaarste.
Bronnen
1 Armoede, schulden en gezondheid. Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, via loketgezondleven.nl
2 Seidell, J en Halberstadt, J. Ongezond gedrag heeft diepere oorzaken dan armoede, via parool.nl
3 Omlo, J. Dossier: Wat werkt bij de aanpak van armoede, via movisie.nl
4 Rapport: De impact van de coronacrisis op de armoede in Nederland, via armoedefonds.nl
5 Janssens, SRM. Van Voedselbank naar voedseltuin. Wageningen University & research, 2010.
6 De voedseltuin, via voedseltuin.com
7 Armoede en honger nemen toe in Europa, via unric.org