Sarah Myhill werkt sinds 1981 als arts in de Britse nationale en particuliere gezondheidszorg. Ze zat zeventien jaar lang in het bestuur van de Britse Vereniging voor Ecologische Geneeskunde, die zich bezighoudt met ziekten door milieu-oorzaken en met niet-farmacologische behandelingen. Ze geeft daar trainingen en houdt lezingen over onderwerpen als het chronischevermoeidheidssyndroom.
Een detox en verandering van dieet maakten een gezonde zwangerschap mogelijk.
Toen ik me voor het eerst begon te verdiepen in de omgevingsoorzaken van gezondheidsproblemen – de ecologische en integratieve geneeskunde – was de arts Honor Anthony een van mijn voorbeelden. Ze zei vaak dat we dagelijks wonderen zien. Dit is het verhaal van een wonderbaby.
Ik zag Agnes en Jim voor het eerst in december 2008. Ze hadden heel graag een kind willen krijgen, maar ofwel het lukte niet om zwanger te worden, of er volgde een miskraam. Ze kwamen in aanmerking voor ivf (in-vitrofertilisatie): daarbij vindt de bevruchting buiten het lichaam plaats, waarna het embryo in de baarmoeder wordt geplaatst. Maar dat wilden ze niet. Ik kon me in dat besluit vinden, want het was Agnes en Jim immers wel gelukt zwanger te worden. Het probleem lag bij het voldragen van een zwangerschap.
Eerst schreef ik zowel Agnes als Jim mijn ‘basispakket’ voor: een combinatie van het paleodieet en voedingssupplementen (multivitaminen en -mineralen plus extra vitamine D en C, en essentiële vetzuren). Het paleodieet is gebaseerd op wat onze vroege voorouders aten, zoals vlees, vis, groenten, noten en zaden, en vermijdt voedingsmiddelen als zuivel, granen, en alles wat suikerrijk en bewerkt is.
Ik heb nog nooit iemand met een typisch westers dieet gezien die gezonde spiegels aan micronutriënten (vitamines, mineralen en spoorelementen) had. Dat lukt alleen mensen die supplementen gebruiken; daarom raad ik iedereen deze ‘basissupplementen’ aan.
Vervolgens nam ik hun leefstijl onder de loep. Ik ontdekte dat Agnes door haar werk als restaurateur van glas-in-loodramen aan giftige metalen werd blootgesteld. Ze kwam door de kleurstoffen die voor het glas worden gebruikt geregeld in aanraking met onder andere cadmiumgeel, kobaltblauw, nikkelviolet en antimoonwit. Deze kleurstoffen zijn deels opgebouwd uit giftige mineralen die allemaal na inademen of inslikken makkelijk door het lichaam worden geabsorbeerd. Hun giftigheid wordt erger als iemand ook tekorten heeft aan micronutriënten. Als ons lichaam namelijk een tekort heeft aan een spoorelement zoals zink, kiest het ervoor iets te gebruiken wat op zink lijkt, zoals lood, cadmium of kwik. Op die manier komen deze giftige mineralen in de enzymsystemen van ons lichaam terecht, waar ze een biochemische chaos veroorzaken.
Het was duidelijk dat ik Agnes’ toxische belasting moest onderzoeken. Een snelle en goedkope manier daarvoor is een haaranalyse, maar die test is niet betrouwbaar. Hij kán toxiciteit (giftigheid) aantonen, maar geeft vaak vals-negatieve resultaten.
Tegenwoordig gebruik ik om giftige elementen op te sporen altijd een urinetest, in combinatie met een chelator (ontgifter) zoals DMSA. Dat is een eenvoudige test: de patiënt leegt zijn blaas, neemt DMSA (verkrijgbaar via internet) en verzamelt zijn urine in de daaropvolgende zes uur. Hij meet de totale hoeveelheid urine en stuurt een urinemonster naar het laboratorium.
Maar in 2008 gebruikte ik nog bloedonderzoek. En Agnes’ bloedonderzoek bevestigde de aanwezigheid van lood, antimoon, cadmium, kobalt en nikkel in haar lichaam: metalen die bijna allemaal kankerverwekkend zijn.
Nader onderzoek wees uit dat het lood, nikkel en kobalt zich aan haar DNA hadden gehecht. Dat was slecht nieuws.
Met name nikkel was in grote hoeveelheden aanwezig op het gen dat zorgt voor de aanmaak van DNA-ligase. Dit enzym is van groot belang voor de reparatie van DNA en het kan directe invloed hebben op vruchtbaarheid en de kwaliteit van de eicellen.
Nu hadden we een biologisch plausibele verklaring voor Agnes’ onvruchtbaarheid. Daarom was het belangrijk eerst deze giftige metalen op te ruimen.
Allereerst moest Agnes van baan veranderen om te voorkomen dat ze nog langer aan deze metalen blootgesteld werd. Vervolgens gebruikte ik vier methoden om haar lichaam te helpen van de giftige stoffen af te komen.
• Chelatietherapie met DMSA. Ik schreef dit eenmaal per week voor, een dosering gebaseerd op 15 mg per kilo lichaamsgewicht. En omdat DMSA ook sommige lichaamsvriendelijke mineralen verdringt, was het nodig dat Agnes op de andere zes dagen een goed multimineralensupplement slikte.
• Extra doses zink, selenium en magnesium om de giftige mineralen van hun bindingsplaats te verdrijven, plus glutathion, dat helpt de verdrongen giftige mineralen uit te scheiden.
• Extra vitamine C, dat de uitscheiding van giftige metalen bevordert.
• Jodium, dat eveneens de uitscheiding van giftige metalen verhoogt.
Een halfjaar later herhaalden we de DNA-test. Het enige giftige metaal dat nog aanwezig was, was nikkel, maar de hoeveelheid was met meer dan de helft gedaald. Alles ging de goede kant op.
Bij Agnes’ partner Jim, die zich consequent aan het paleodieet had gehouden en het basispakket aan supplementen had geslikt, was te zien ook vooruitgang. Zijn zaadcellen waren in aantal toegenomen: van 37 miljoen naar 75 miljoen per milliliter.
Maar het was belangrijk dat Agnes niet zwanger zou raken terwijl ze nog bezig was met de detox. Daarom adviseerde ik beiden om nog een halfjaar met de therapie door te gaan, voordat ze weer zouden proberen zwanger te raken.
Twee jaar later, na een probleemloze zwangerschap, beviel Agnes van een gezonde zoon: hij woog 3742 gram en ze noemden hem Ben. Agnes was toen 46.
Weer een medisch raadsel opgelost.