In de westerse wereld zijn tandbederf en tandvleesproblemen wijdverbreid, hoewel we beschikken over de modernste tandenborstels en ‘wetenschappelijk bewezen werkzame’ tandpasta’s en mondspoelingen. Een van de oorzaken is dat we niet vaak genoeg of niet goed poetsen, maar daarnaast speelt ook de levensstijl een rol bij het ontstaan van ongezonde tanden. Uiteindelijk levert dit niet alleen een slecht gebit op: mondproblemen houden verband met verschillende gezondheidsproblemen, van hartkwalen tot osteoporose. Daarom is het de moeite waard enkele natuurlijke strategieën aan te leren voor een gezond gebit en tandvlees. Houd elke ‘behandeling’ minstens twee maanden vol om te kunnen bepalen of hij voor u verschil uitmaakt.
• Eet volkoren en onbewerkte voedingsmiddelen. Er zijn verschillende eetgewoonten die een rol spelen bij tandbederf. De grootste boosdoeners –bewerkte meelsoorten, onwerkzame vitaminen door verhitting en bewerking, en veel toegevoegde suikers – zitten in voeding die zeer bewerkt is. Verse voedingsmiddelen daarentegen bevatten juist veel elementen die goed zijn voor de mondhygiëne.
• Gebruik een alcoholvrije mondspoeling, aangezien de mond door alcohol uitdroogt waardoor binnendringende bacteriën beter grip krijgen. Een mondspoeling met foliumzuur (0,1 procent) kan tegen bloedend tandvlees helpen; ook een tablet van 4 mg foliumzuur per dag kan helpen1. Vooral een mondspoeling met kruidenextracten kan effectief zijn, zoals kamille, Echinacea en mirre.
• Mijd giftige stoffen uit het milieu. Bij een Fins onderzoek bleek dat kinderen die via de moedermelk en voeding aan dioxine werden blootgesteld, verkalkte beschadigingen en verlies van glazuur kunnen oplopen2. Lood is ongeveer even schadelijk3.
• Gebruik zo min mogelijk medicijnen, aangezien geneesmiddelen de mondhygiëne kunnen aantasten. Door antidepressiva wordt de speekselproductie lager, waardoor bij volwassenen tandbederf kan ontstaan4. Wat kan helpen is een lagere dosering, suikervrije kauwgom kauwen of extra vitamine C slikken. De anticonceptiepil kan het risico van tandvleesaandoeningen vergroten, doordat hij de bacteriegroei in de mond bevordert5.
• Drink groene en zwarte theesoorten, omdat deze flavonoïden bevatten die de groei en de activiteit tegengaan van bacteriën die een rol spelen bij tandbederf6. Tevens bevat thee natuurlijk fluoride, dat goed kan zijn voor de tanden.
• Snoep niet of gebruik suikervervangers zoals sorbitol en xylitol, die tegen cariës blijken te werken7. Van die twee blijkt kauwgum met xylitol beter te zijn dan kauwgum met sorbitol, dat bovendien flatulentie (winderigheid) kan veroorzaken.
• Koop regelmatig een nieuwe tandenborstel: minstens eens per maand. Een versleten tandenborstel verwijdert voedselresten en plaque minder effectief, waardoor tandbederf en ontstoken tandvlees kunnen ontstaan.
• Gebruik de beste borsteltechniek. Poets dagelijks, liefst na elke maaltijd, waarbij u overal vijf tot tien maal borstelt: van boven naar beneden bij de boventanden, van onder naar boven bij de ondertanden en met kleine cirkeltjes op het kauwoppervlak van de kiezen.
• Gebruik een goed voedingssupplement met vitaminen en mineralen om mogelijke voedingstekorten te compenseren en een goede hoeveelheid voedingstoffen te leveren zoals zink en selenium. Deze zijn van belang voor een sterk immuunsysteem dat mondbacteriën afweert.
Gebruik verder:
• Co-enzym Q10 (50 mg/dag) tegen bloedend tandvlees8.
• Vitamine C, omdat bij een tekort het risico van tandvleesaandoeningen groeit. Door slechts 70 mg/dag te nemen kunt u het tandvlees snel gezonder maken9, maar alleen als u daarvóór een tekort had.
• Vitamine-B-complex, dat de weefsels steviger maakt. Vooral van vitamine B6 is reeds lang bekend dat het de goede mondbacteriën bevordert en de slechte doet afnemen10. Neem dagelijks 10-20 mg.
Pat Thomas
BRONNEN:
1J Periodontol, 1976; 47: 667-668
2Lancet, 1999; 353: 206
3Nat Med, 1997; 9: 1024-1025
4Lancet, 1995; 346: 1640
5Contraception, 1998; 57: 381-384
6Arch Pharm Res, 1998; 21: 348-352
7Am J Dent, 1996; 9: 184-190
8Res Commun Chem Pathol Pharmacol, 1976; 14: 715-719
9Int J Vitam Nutr Res, 1982; 52: 333-341
10NY State Dent J, 1959; 25: 303-307