Veel mensen gebruiken zoetjes om te voorkomen dat ze aankomen. Uit nieuw onderzoek blijkt echter dat ze er juist het tegenovergestelde mee bereiken: Ze worden er dik van!
Als ik weer eens naar mijn thuisland op vakantie ga, zoals afgelopen zomer, moet ik soms bijna huilen. Amerika, zo veelbelovend en met zoveel mogelijkheden, met de nieuwste inzichten op het gebied van diëten, vetarme voeding en lage glycemische indexen, wordt nog steeds bevolkt door de dikste mensen ter wereld.
Al jaren strijden we met dit tijdschrift tegen namaak, bewerkt en verpest voedsel. We baseren ons op wetenschappelijke onderzoeken die allemaal uitwijzen dat deze voedingsmiddelen verantwoordelijk zijn voor de overgrote meerderheid van de degeneratieve ziekten waarmee de moderne mens te kampen heeft.
En nu is er een ontdekking gedaan die de dieetindustrie volledig in zijn hemd zet. Die ontdekking wordt uiteengezet in het hoofdartikel van dit Medisch Dossier. Hij houdt in dat mensen door kunstmatige zoetstoffen uiteindelijk juist dikker worden. In de strijd om af te vallen blijken dieetvoedingsmiddelen de grootste vijand te zijn.
In feite hoeft ons dat niet verbazen, want kunstmatige zoetstoffen zijn niets anders dan een pluk chemicaliën. Kijken we bijvoorbeeld naar de samenstelling van aspartaam, dat verkocht wordt onder namen als NutraSweet, Canderel en Hermesetas, dan zien we dat deze chemische stof, die in het begin enkel een geneesmiddel tegen maagzweren was, een ‘dipeptide’ is bestaande uit L-fenylalanine en asparaginezuur, plus methanol.
Toen een chemicus ontdekte dat het zoet smaakte (het is ongeveer 200 keer zo zoet als suiker), werd het heel snel in massaproductie genomen door Monsanto. Het won aan populariteit toen saccharine verdacht werd omdat het blaaskanker veroorzaakte bij proefdieren (hoewel ook saccharine nog steeds verkocht mag worden, in Nederland bijvoorbeeld in Natrena).
De producenten van aspartaam beweren dat het ‘natuurlijk’ is, omdat twee van de drie componenten chemisch identiek zijn aan aminozuren die het lichaam ook zelf maakt uit de vertering van eiwitten. Tot op heden was de opvatting altijd dat, als een stof dezelfde moleculen bevat als iets natuurlijks, het lichaam te stom is om het verschil te merken met het echte spul.
Die aanname ligt aan de basis van de meeste medicijnen. Hij gaat echter voorbij aan het feit dat het menselijk lichaam juist buitengewoon verfijnd is. Zo heeft het een uitgekiend netwerk van processen die ons gevoel van verzadiging reguleren, oftewel dat we weten wanneer we genoeg hebben gehad.
Uit nieuw onderzoek gedaan in Indiana blijkt dat smaak waarschijnlijk een cruciale rol speelt bij de bepaling door het lichaam zelf of het voedsel nodig heeft. Met andere woorden, smaak levert een globale richtlijn voor het lichaam van de calorische of koolhydraatinname.
Als iets van nature zoet is, ‘weet’ het lichaam dat het iets eet met veel calorieën en zet het de rem erop als er zoveel gegeten is dat het lichaam ‘weet’ dat het genoeg is. Deze verfijnd afgestelde rem blijkt echter totaal ontregeld te raken door kunstmatige zoetstoffen.
Niet alleen herkent het lichaam niet dat het iets zoets eet, ook blijkt er een heuse vraatzucht door te ontstaan. Bij onderzoeken met ratten bleken de dieren al bij een kleine hoeveelheid kunstmatige zoetstoffen in hun eten veel meer calorieën te eten dan hun soortgenoten die natuurlijke suikers kregen.
Bij één experiment wogen de eerstgenoemde na een maand 25 procent meer. Erger nog: kunstmatige zoetstoffen blijken het energieverbruik te beïnvloeden. Uit een onderzoek bleek dat de dieren die saccharine kregen, minder energie verbruikten na het eten van een maaltijd met veel calorieën.
Het kan dus best zo zijn dat kunstmatige zoetstoffen niet alleen het eigen vermogen van het lichaam aantasten om de inname aan calorieën of suiker in te schatten, maar ook de snelheid vertragen waarmee het lichaam voedsel verbruikt.
Een van de theorieën luidt dat, doordat het lichaam eerst gefopt wordt met een kunstmatig gezoet voedingsmiddel met weinig calorieën, het daarna de suikers met veel calorieën niet meer als zodanig herkent in andere voedingsmiddelen.
Kunstmatige zoetstoffen vormen de zoveelste illustratie dat we nog niet alles weten van het menselijk lichaam. Zolang we onszelf blijven zien als een zak chemicaliën en zolang we alle verfijnde mechanismen negeren die onderdeel uitmaken van onze biologische processen, zolang zullen de behandelingen die we ontwikkelen voor een goede gezondheid blijven lijken op botte bijlen.
Lynne McTaggart