Ouderdom op recept
De meeste moderne medicijnen maken juist eerder oud
De meesten van ons rekenen erop dat wie het geluk heeft de zeventig levensjaren uit de bijbel te mogen overschrijden, daar onvermijdelijk de nodige kwalen bij zal krijgen. Er wordt ons voorgehouden dat de lange levensweg tot de dood automatisch een verval van gezondheid meebrengt. En dat is nu juist onze grootste angst: zwakte, geheugen- en bewegingsverlies. In dossier Geneesmiddelen en ouderen in dit nummer laat Bryan Hubbard zien dat dit beeld van de ouderdom onjuist is en voornamelijk door de moderne geneeskunde in het leven is geroepen.
Het is een feit dat ouderen worden overspoeld met medicijnen die ze eigenlijk niet nodig hebben. De leeftijdsgroep boven de 60 maakt slechts 8 procent van de totale bevolking uit. Maar daaraan wordt wel een derde van alle geneesmiddelen voorgeschreven. De gemiddelde zestigplusser slikt zo’n zes verschillende medicijnen op recept en de risico’s van die combinaties zijn volstrekt onbekend.
Het artikel toont aan dat de meeste middelen die op die leeftijd routinematig uit voorzorg worden geslikt – van cholesterolverlagers tot aspirine – bijwerkingen hebben die wij aan ouderdom toeschrijven: duizeligheid, vergeetachtigheid, incontinentie en dementie. Tenminste vijf geneesmiddelgroepen vergroten de kans op vallen en veel medicijnen geven incontinentie. Vrijwel elk medicijn kan een soort sufheid geven (een ‘beneveld’ hoofd) met alle kenmerken van dementie of Alzheimer.
Een voorbeeld dicht bij huis was onze buurman. Laten we hem ‘Sam’ noemen. Tot ver in de tachtig deed Sam alle klusjes bij zijn dochter in huis en hield er de tuin bij. Een van zijn grappen was om met zijn kleinzoon in een kruiwagen door de tuin te racen. Toen hij wat vergeetachtig werd schreef de dokter hem sterke antipsychotica voor. In korte tijd was zijn geheugenverlies totaal en hij werd achterdochtig en moeilijk in de omgang. Sam belandde in een verpleeghuis, weigerde te eten, wilde uiteindelijk niet langer leven en stierf.
Dit voorbeeld roept de vraag op wat er nu het eerste was: het ‘probleem’ of de zogenaamde ‘oplossing’ met alle problemen van dien. Een oudere die bij een arts komt vanwege medicijnbijwerkingen krijgt daarvoor vaak weer een nieuw medicijn. Terwijl het middel dat in eerste instantie werd voorgeschreven en misschien compleet overbodig is (geworden) niet eens ter discussie staat.
Ook is het maar de vraag of verschijnselen die wij aan veroudering wijten daar inderdaad mee samenhangen. Misschien ligt het grotendeels aan de medicijnen? Hoeveel geestelijke achteruitgang is normaal? En hoeveel ligt aan zogenaamd ‘preventieve’ geneesmiddelen? En weet de behandelaar wel genoeg van de specifieke behoeften van een verouderend lichaam?
Misschien komt de oplossing van de oudste mensen op aarde, die in de zogeheten ‘blauwe zones’ leven. Dit begrip verwijst naar een term die in een rapport van National Geographic gebruikt wordt voor gebieden waar mensen langer jong blijven dan in de VS. Op het eiland Sardinië bijvoorbeeld wonen meer honderdjarigen dan waar ook ter wereld en leiden mensen van boven de negentig nog een werkzaam leven. Ze brengen actief hun dagen door en eten voornamelijk plaatselijk geteeld vers organisch voedsel. Ook leven zij in sterke sociale verbanden.
Wij doen er goed aan te beseffen dat medicijnen nooit een zinvol, productief en sociaal leven kunnen vervangen.
Lynne McTaggart