Door: Celeste McGovern
De stijging van het aantal mensen met diabetes heeft ernstige gevolgen: de ziekte veroorzaakt niet alleen een slechte gezondheid en hoge zorgkosten, maar is ook invaliderend en kost levens. Celeste McGovern kijkt naar wetenschappelijk bewezen manieren om de epidemie een halt toe te roepen.
Het wordt wel ‘de grootste epidemie van de 21e eeuw’ genoemd.1 Het aantal mensen met diabetes is in de afgelopen twintig jaar wereldwijd verviervoudigd en blijft stijgen.2 Er zijn inmiddels meer dan 420 miljoen diabetici. De verwachting is dat in 2040 een op de tien mensen de diagnose heeft: dat zijn er wereldwijd 642 miljoen.3
Uw lichaam en hersenen werken normaal gesproken op suiker. Dat is de brandstof voor hun functioneren. Maar te veel suiker in het bloed kan schadelijk, ja zelfs fataal zijn.
Bij beide vormen van diabetes, type 1 en type 2, komt het lichaam insuline tekort. Dat zorgt voor symptomen als dorst, veel plassen, gewichtsverandering, vermoeidheid en slecht zien.
Maar mensen die de diagnose hebben, hoeven de hoop niet te verliezen. De 1,1 miljoen Nederlanders met diabetes en de circa 750.000 mensen die een voorstadium van de ziekte hebben, kunnen het heft in eigen handen nemen. Er zijn inmiddels heel veel mensen die diabetes type 2 hadden, maar de ziekte te boven zijn gekomen, soms al binnen een maand. En mensen met diabetes type 1 kunnen hun insuline-afhankelijkheid en het risico op complicaties drastisch verlagen. Er zijkunnen bovendien vraagtekens worden gezet bij de traditionele opvatting dat iemand met diabetes type 1 de rest van zijn leven insuline moet gebruiken (zie kadertekst Hoe Daniel zijn diabetes type 1 de baas werd
).
Wilt u uw bloedsuiker in de hand houden en uw diabetes een halt toeroepen? Besteed dan aandacht aan de volgende vijf factoren.
Uw gewicht
Er zijn allerlei diëten voor diabetici, maar de adviezen spreken elkaar vaak tegen: eet koolhydraten, eet geen koolhydraten, eet vetten, eet helemaal geen vetten, ga vasten. Maar de meeste patiënten moesten aanzienlijk afvallen om van diabetes type 2 te genezen, welk dieet ze ook volgden.
De allergrootste risicofactor voor diabetes is obesitas. Zelfs als iemand met diabetes type 2 geen overgewicht lijkt te hebben, kan het zijn dat hij een gevaarlijke hoeveelheid orgaanvet heeft, vet dat opgeslagen zit rond het hart, de maag en de longen.
Dat was ook het geval bij Michael Mosley, een Britse arts en tv-presentator, die in 2012 ontdekte dat hij diabetes type 2 had. In plaats van medicatie te gaan slikken om zijn bloedsuiker te reguleren, besloot hij te experimenteren met ‘intermitterend vasten’. Hij viel 9 kg af door zijn calorie-inname gedurende twee dagen per week te beperken tot 600 cal per dag. De rest van de week at hij normaal. Met dit zelfbedachte 5:2 vastendieet genas hij binnen de kortste keren, in nog geen twaalf weken, van diabetes.
Mosley geeft in zijn boek Het vastendieet (2013) de wetenschappelijke uitleg achter intermitterend vasten en heeft daarmee inmiddels duizenden mensen van hun diabetes afgeholpen.
De Britse Cassie Greensmith volgde Mosley’s dieet tien weken lang. Al na twee weken kreeg ze te horen dat haar bloedsuiker weer normaal was en dat ze kon stoppen met insuline. Daarnaast viel ze in die tien weken meer 40 kg af.
‘In de derde week menstrueerde ik voor het eerst na vijf jaar weer,’ vertelde ze aan dagblad Daily Mail. ‘Na tien weken woog ik 136 kg en tot mijn verbazing werd ik zwanger van een tweeling. Ik weet 100 procent zeker dat ik die meisjes heb gekregen dankzij het dieet.’
Een ander dieet met calorierestrictie (800 cal per dag) werd door diabetesonderzoekers van de Universiteit van Newcastle onderzocht. Ze deden experimenten die aantonen waarom het op korte termijn tot aanzienlijk gewichtsverlies kan leiden. Zon caloriearm dieet zorgt voor vetafname, en ook het vet dat rond de lever en alvleesklier is opgeslagen, wordt afgevoerd. Daardoor verbetert meteen de insulineproductie en dus het bloedsuikergehalte, waardoor diabetici geen medicatie meer nodig hebben.
Onderzoekers verzamelden voor een recente studie dertig mensen met diabetes type 2 die de ziekte al 8 tot 23 jaar hadden. Zij kregen allemaal hetzelfde caloriearme dieet: slechts 700 calorieën per dag. Ze vielen in acht weken gemiddeld 14 kg af en geen van hen kwam in de zes maanden daarna weer aan.
Twaalf van de dertig deelnemers, die allemaal nog geen tien jaar diabetes hadden, slaagden er in de acht weken dat ze het dieet volgden zelfs in om van de ziekte te genezen. Ook zij waren zes maanden later nog steeds zonder diabetes. In die zes maanden genas nog een deelnemer van zijn diabetes.
De deelnemers vielen af, maar ze bleven wel te zwaar. ‘Dit ondersteunt onze theorie van een persoonlijke vetdrempel,’ zegt hoofdonderzoeker Taylor. ‘Als iemand meer aankomt dan zijn lichaam aankan, dan kan dat tot diabetes leiden. Maar als hij dat gewicht weer verliest functioneert zijn lichaam weer normaal.’4
Minder suiker, minder koolhydraten
Als we beter kijken, blijken de meest spectaculaire en blijvende succesverhalen samen te hangen met grote veranderingen in de voeding, bedoeld om het aantal calorieën te verminderen.
Het dieet van Mosley kiest voor de ‘mediterrane’ aanpak. Dat dieet bevatweinig koolhydraten (brood en pasta), en veel groenten, eiwitten en gezonde vetten (noten), levende yoghurtculturen, avocado’s en olijfolie. Snacks zijn hierbij uit den boze.
Sarah Hallberg, die geneeskunde doceert aan de Universiteit van Indiana en alles van obesitas weet, is een groot voorstander van een caloriearm dieet met veel vet. Ze adviseert diabetici het achterhaalde advies te negeren dat gezondheidsinstanties en veel artsen nog steeds geven, namelijk om bij elke maaltijd koolhydraten te eten in de vorm van pasta, rijst, brood of aardappels.
‘In feite raden we hun aan precies datgene te eten wat hun probleem veroorzaakt,’ zegt Hallberg. ‘Want uiteindelijk is diabetes een toestand van koolhydraatvergiftiging. De bloedsuiker kan niet in de cellen opgenomen worden en dat veroorzaakt op korte termijn problemen, maar de gevolgen op de lange termijn zijn nog veel groter. Insulineresistentie is in feite een toestand van koolhydraat-intolerantie.’
Vetten zijn de enige macronutriënt (voedingsstof die in grote hoeveelheden in ons eten zit) waarvan onze bloedsuiker niet stijgt, zegt ze. En eigenlijk hoeven we geen koolhydraten te eten, want ons lichaam kan die zelf maken als dat nodig is. Dat proces heet gluconeogenese: ons lichaam maakt glucose uit eiwitten en vetten. Hallberg is medisch directeur van een speciaal programma van haar universiteit om mensen onder medisch toezicht af te laten vallen. Daar heeft ze honderden diabetici gezien die van hun medicatie afkwamen. Hier volgen haar belangrijkste adviezen die veel verder gaan dan andere caloriearme diëten:
• Als er light of vetarm op een product staat, eet het dan niet.
• Geen granen. Geen aardappels. Geen suiker.
• Kies voor echt eten. Echt eten is meestal niet verpakt.
Onderzoekers van de Lund Universiteit in het Zweedse Malmö onderzochten veertien jaar lang het dieet van bijna 27.000 mensen tussen de 45 en 74 jaar. Ze ontdekten dat de bron van vet in onze voeding belangrijker is dan de totale hoeveelheid vet. De hoeveelheid vet die deze groep binnenkreeg, bleek geen verband te houden met de kans op diabetes. Maar van de deelnemers hadden degenen die de meeste vetrijke zuivelproducten gebruikten (namelijk acht of meer porties per dag) 23 procent minder kans om diabetes type 2 te krijgen dan degenen die de minste vetrijke zuivel aten.
In hetzelfde onderzoek bleek dat veel vlees eten verband hield met een hoger algeheel risico op diabetes. Maar het vet in vlees leek niet de boosdoener. Het was juist andersom: bij mensen die vetrijke vleessoorten aten, steeg het diabetesrisico naar 9 procent, maar dat risico steeg naar 24 procent bij degenen die mager vlees aten.5
Dat kan het succes van een rauw en veganistisch dieet bij sommige diabetici verklaren. Hoewel zo’n dieet geen vlees en zuivel bevat, staan er wel veel noten, zaden en avocado’s op het menu, en de meeste koolhydraten in de vorm van pasta, brood, rijst en aardappels worden weggelaten. De documentaire Simply Raw uit 2009 gaat over zes diabetici die een maand lang een rauw en veganistisch dieet volgen. Bij alle zes daalt de bloedsuikerspiegel sterk en ze hebben veel minder medicatie nodig. Een van hen, Kirt Taylor, geneest volledig van zijn diabetes type 1, de ziekte waarbij je de rest van je leven insuline-afhankelijk ‘hoort’ te zijn.
Pak ontstekingen aan
Van beide typen diabetes wordt gedacht dat ze samenhangen met een storing in het immuunsysteem dat te sterk reageert. Honderden studies hebben diabetes in verband gebracht met een verhoogde productie van cytokinen: eiwitten die het afweersysteem reguleren.6
Het kan zinvol zijn om een voedingsdagboek bij te houden om te kijken hoe uw lichaam reageert op bepaalde voeding.. Hier volgen een paar voedingsmiddelen die u beter kunt schrappen, omdat ze vaak ontstekingsreacties veroorzaken:
Geraffineerde suiker Witte suiker, bruine suiker, glucosestroop, fructosestroop, zelfs sappen, rauwe honing en ahornsiroop kunnen een piek in uw bloedsuiker veroorzaken. Daardoor komt uw lichaam insuline tekort. Als uw bloedsuiker hoog is, maakt het lichaam vrije radicalen aan: kleine, gevaarlijke deeltjes die door het lichaam trekken, cellen beschadigen en een ontstekingsreactie op gang brengen.
Transvetten Deze gedeeltelijk geharde vetten zitten vooral in bewerkte voedingsmiddelen. Ze worden geproduceerd om de houdbaarheid te vergroten en de smaak te stabiliseren van voedingsmiddelen als brood, koekjes, margarine en sauzen. Uit onderzoek blijkt dat ze ontsteking in het lichaam bevorderen en de suikerhuishouding verstoren.7,8
Gluten en caseïne. Gluten zit in tarwe en andere granen, en caseïne in gewone koemelk. Ze kunnen allebei ontstekingen in de darmen veroorzaken, en veel mensen merken dat ze snel afvallen of dat hun klachten verdwijnen als ze deze twee ingrediënten van het menu schrappen. Overgevoeligheid voor een van deze stoffen kan systemische ontsteking veroorzaken (dat wil zeggen in het hele lichaam), die allerlei verschijnselen kan geven, van vermoeidheid tot huiduitslag. William Davis, cardioloog en auteur van Broodbuik (2013) beschrijft in zijn boek hoe een moeder van een jongen van twaalf met diabetes type 1 haar zoon van de insuline af heeft geholpen. Dat gebeurde toen hij overstapte op een caloriearm dieet en alle producten met gluten liet staan.
Aspartaam (E951). Diabetici krijgen vaak het advies ‘dieetproducten’ te kopen, met kunstmatige zoetstoffen zoals aspartaam. Maar studies hebben herhaaldelijk aangetoond dat deze stoffen verband houden met gewichtstoename, insulineresistentie, en hart- en vaatziekten.9 In experimenten met dieren (die misschien niet voor mensen gelden) blijkt deze door aspartaam veroorzaakte insulineresistentie zelfs tot geheugen- en leerstoornissen te leiden.10
Uw microbioom
Diabetes is ook weer een ziekte die misschien voorkomen kan worden met voldoende ‘goede’ bacteriën in onze darmen, blijkt uit onderzoek.
Onderzoekers van de Universiteit van Oost-Finland ontdekten dat een grote hoeveelheid tryptofaan (indol-3-yl-propaanzuur) in de darmen – dat geproduceerd wordt door darmbacteriën –bescherming lijkt te bieden tegen het ontstaan van diabetes type 2. Het zuur helpt bovendien de alvleesklier meer insuline te produceren, die nodig is om de suikers in het bloed af te breken.
Ze volgden vijftien jaar lang patiënten met overgewicht die de suiker in hun bloed niet goed konden verwerken. De helft van hen ontwikkelde in die periode diabetes. Degenen die geen diabetes kregen, hadden meer indol-3-proprionzuur in hun darmen. De onderzoekers ontdekten ook dat de deelnemers met het hoogste gehalte aan dat zuur meer volkorengranen en vezels aten, en minder verzadigde vetten.11
Antibiotica, die een vernietigende uitwerking hebben op ons microbioom, blijken verband te houden met een anderhalf keer zo grote kans op diabetes. Dat zeggen onderzoekers van de Universiteit van Kopenhagen die de medische dossiers van bijna alle diabetici type 2 in Denemarken analyseerden.
Smalspectrumantibiotica (antibiotica die alleen tegen specifieke soorten bacteriën helpen) lijken de kans iets meer te vergroten dan die met een breed spectrum, maar de laatste soort had wel een cumulatief effect. Mensen die in de loop der jaren slechts één of twee antibioticakuren hebben gehad, hebben waarschijnlijk geen verhoogd risico, zeggen de onderzoekers.12
Deze bevindingen zijn onvoldoende om te stellen dat antibiotica de ziekte niet veroorzaken. Wel blijkt eruit dat mensen met een voorstadium van diabetes vaker antibiotica nodig hebben. Ook andere studies hebben het mogelijke verband tussen diabetes en het microbioom versterkt. Zo hebben kinderen met diabetes type 1 een darmpopulatie die 25 procent minder divers is, en ze hebben een overvloed aan bepaalde ziekteverwekkende bacteriën (zoals Ruminococcus- and Streptococcus-soorten).13
Dit alles wijst erop dat de microscopische bewoners van onze darmen een cruciale rol spelen bij diabetes. Het betekent ook dat probiotica een veelbelovende behandeling kunnen vormen bij diabetes. Toen Chinese onderzoekers zeventien gerandomiseerde gecontroleerde studies (RCT’s: beschouwd als de beste vorm van onderzoek) bekeken, ontdekten ze dat het gebruik van probiotica verband hield met een lichte verbetering in de insulineresistentie.14
Technologische vooruitgang kan de therapeutische mogelijkheden van probiotica misschien nog verder uitbreiden. Onderzoekers van de Amerikaanse Cornell Universiteit ontdekten dat bepaalde darmcellen van ratten met diabetes veranderden in cellen die zich gedroegen als alvleeskliercellen. Dat gebeurde nadat de beestjes probiotische bacteriën te eten hadden gekregen die waren ontwikkeld om een menselijk eiwit te produceren. Deze nieuwe insulineproducerende cellen bleken in staat de insulinecapaciteit van de ratten te herstellen en hun bloedsuikerspiegel tot 30 procent te verlagen.15
Speciaal ontwikkelde probiotica die zulke veranderingen teweegbrengen, zijn waarschijnlijk voorlopig nog niet voor menselijke consumptie geschikt. Misschien dat de resultaten zelfs helemaal niet voor mensen gelden. Maar er zijn nog steeds genoeg redenen voor diabetici om goede, natuurlijke probiotica te gebruiken, zoals yoghurt, kefir, zuurkool, kimchi en andere gefermenteerde voedingsmiddelen die grote hoeveelheden ‘vriendelijke’ microben bevatten.
De zonnevitamine
Nieuw onderzoek wijst uit dat vitamine D – de vitamine die onze huid uit zonlicht maakt – een rol speelt bij zowel diabetes type 1 als 2. Uit een onderzoek uit 2016 onder 141 kinderen met diabetes type 1 bleek dat ze een vitamine D-tekort hadden: hoe lager het gehalte aan vitamine D, hoe slechter hun bloedsuikergehalte en hoe groter hun insulinebehoefte. Al deze verschijnselen verbeterden toen ze vitamine D-supplementen kregen.
‘Vitamine D-supplementatie verbetert de glykemische controle (het reguleren van de bloedsuiker) en moet worden beschouwd als een aanvullende therapie,’ concludeerden de Italiaanse onderzoekers.16
Uit een andere recente studie door onderzoekers van Harvard bleek dat mensen met de meeste vitamine D in hun bloed de helft minder kans hadden op diabetes type 1 dan de mensen met de laagste vitamine D-spiegel. Dat wijst erop dat we veel gevallen van diabetes kunnen voorkomen als we voldoende vitamine D in ons lichaam hebben.
Hoewel zonlicht de belangrijkste bron van vitamine D is, krijgen we het ook binnen via vlees en zuivel. ‘Het is verbazingwekkend dat een ernstige ziekte zoals diabetes type 1 misschien voorkomen kan worden door een eenvoudige en veilige interventie,’ zegt hoofdonderzoeker Kassandra Munger.17
In een andere studie uit 2015 onder kinderen met diabetes type 1 werd hun gehalte aan vitamine D en HbA1c bepaald. Het HbA1c weerspiegelt het gemiddelde van de bloedsuikerwaarden over een langere periode. Patiënten die een tekort hadden aan vitamine D (< 50 nmol/liter) werden behandeld met een eenmalige injectie met 7500 microgram vitamine D3. Daarnaast kregen ze drie maanden lang calcium (2 maal 20 mg/kg per dag). Na drie maanden was de bloedsuikerwaarde van de kinderen die het supplement slikten aanzienlijk gedaald. Daarom concludeerden de onderzoekers dat het ‘vitamine D3-supplement het HbA1c bij kinderen met diabetes type 1 en een vitamine D-tekort verbetert.’ 18
Literatuur:
1 Int J Health Sci (Qassim), 2007 Jul; 1: V–VII
2 World Health Organization, Diabetes Fact Sheet, 2016. http://www.who.int/mediacentre/factsheets/fs312/en/
3 Diabetes UK Facts and Stats, Oct. 2016. Https://www.diabetes.org.uk/documents/position%20statements/diabetesuk_facts_stats_oct16.pdf
4 Diabetes Care, 2016; 39: 808–15
5 Am J Clin Nutr, 2015; 101: 1065–80
6 Arch Immunol Ther Exp (Warsz), 2013;61:119–25
7 J Lipid Res, 2011; 52: 1821–8
8 Am J Clin Nutr, 2012; 96: 1093–9
9 Trends Endocrinol Metab, 2013; 24: 431–41
10 PLoS One, 2012; 7: e31570
11 Sci Rep, 2017; 7: 46337
12 J Clin Endocrinol Metab, 2015; 100: 3633–40
13 Cell Host Microbe, 2015; 17: 260–73
14 PLoS One, 2015; 10: e0132121.
15 Diabetes, 2015; 64: 1794–803
16 PLoS One, 2016; 11: e0162554
17 Am J Epidemiol, 2013; 177: 411–9
18 J Clin Diagn Res, 2015; 9: SC05–SC07
Type 1 versus type 2
Bij zowel diabetes type 1 als 2 is er sprake van ongecontroleerde bloedsuikerwaarden. Onze bloedsuiker wordt gereguleerd door het hormoon insuline, dat geproduceerd wordt in de alvleesklier: een orgaantje dat achter de maag weggestopt zit.
Diabetes type 1 is een auto-immuunziekte: door een fout in het afweersysteem wordt het eigen lichaam aangevallen, in dit geval de bètacellen in de alvleesklier, die insuline afgeven als reactie op de hoeveelheid suiker in het bloed. Net als bij de meeste auto-immuunziekten kunnen mensen een genetische aanleg hebben voor diabetes. Maar de ziekte houdt ook verband met omgevingsfactoren zoals infectie, een vroege blootstelling aan koemelk,1 geboorte via een keizersnede2 en andere oorzaken.
Diabetes type 2 is een stofwisselingsziekte die ontstaat door leefstijlfactoren zoals voeding en stress. Daardoor raken insulinereceptoren ‘uitgeput’ en ontstaat er een toestand van insulineresistentie (het lichaam wordt minder gevoelig voor insuline) en een toename van ontstekingen.
Literatuur:
1 Am J Med Genet, 2002; 115: 18–29
2 Diabetologia, 2008; 51: 726–35
Hoe Daniel zijn diabetes type 1 de baas werd
Daniel Darkes (30) kreeg de diagnose diabetes type 1, toen hij in november 2010 terugkeerde uit Afghanistan, waar hij als militair was uitgezonden. Hij moest zichzelf met insuline injecteren: driemaal daags 20-30 eenheden kortwerkende insuline en 10 eenheden langwerkende insuline voor de nacht. Artsen bevestigden dat zijn lichaam het soort autoantilichamen produceerde die de insulineproducerende cellen aanvallen, wat kenmerkend is voor diabetes type 1. Daardoor werd zijn bloedsuiker gevaarlijk hoog.
Verder was Darkes fit en gezon; als militair had hij ook wedstrijden gelopen. Hij bleef hardlopen en was zich aan het voorbereiden op een ultramarathon: hij liep 150-250 kilometer per week.
Om aan de suikerbehoefte van zijn lichaam te voldoen at hij ondanks zijn diabetes veel koolhydraten. ‘Ik nam een groot bord pasta voordat ik naar bed ging,’ zegt hij. ‘Aardappels of pasta als lunch. Koolhydraten bij het ontbijt. Ik was voortdurend aan het eten.’
Niet echt de beste manier voor een diabeet om beter te worden. Maar Darkes’ bloedsuiker trok zich niets aan van de conventionele (en onconventionele) medische kennis: zijn bloedsuikerniveau begon te kelderen. ‘Ik werd midden in de nacht wakker met een hypoglykemie (een te lage bloedsuiker), soms wel drie of vier keer per nacht,’ vertelt hij. Dan was hij aan het zweten en had hartkloppingen. Toen hij naar de huisarts ging, verwees die hem door naar een specialist. Die begon zijn insuline af te bouwen. In januari 2017 was hij helemaal van de insuline af.
Dit intrigeerde zijn artsen, en ze stuurden Darkes door naar het Diabetes Onderzoekscentrum van de Washington Universiteit in Missouri. Daar bleek hij insulineproducerende cellen te hebben en hij kreeg onderzoeken om te achterhalen waarom ze weer werkten.
‘Ik mocht zes uur lang niet eten en moest dan 30 minuten in een constant tempo hardlopen om te kijken of mijn hersenen in een soort shock- of hongertoestand terechtkwamen, en dan signalen naar mijn alvleesklier stuurden, en dat deden ze,’ vertelt hij.
‘Ze denken dat het hardlopen mijn immuunsysteem heeft wakker geschud,’ zegt hij. Of misschien had het te maken met zijn vitamine D-consumptie. Darkes zegt dat hij dagelijks 250 microgram vitamine D3 slikte, en daarnaast 1 levertraantablet, 1 gram vitamine C en een paar keer per week eiwitpoeder in een smoothie of shake.
Het team van onderzoekers uit Missouri gaat de casus van Darkes waarschijnlijk publiceren als de ‘allereerste keer’ dat iemand van diabetes type 1 is genezen. ‘Ze denken dat het hardlopen mijn immuunsysteem heeft wakker geschud’
Supplementen die diabetes een halt toeroepen
Behalve een koolhydraatarm dieet, hebben de volgende supplementen bewezen de bloedsuiker en insulinegevoeligheid weer op orde te kunnen brengen.
Magnesium
Speelt een belangrijke rol bij het op peil houden van de insulinegevoeligheid en bij het reguleren van de glucose. Een magnesiumtekort houdt verband met diabetes type 2 en diabetische complicaties (zoals hart- en vaatziekten).1,2
Uit een overzicht van gepubliceerd onderzoek bleek dat bij elke 100 mg magnesium die iemand per dag binnenkrijgt, de kans op diabetes met 15 procent afneemt.3
In voeding: magnesium zit in volkorengranen, bonen, noten en groene bladgroenten. Die voedingsmiddelen kunnen de kans op diabetes type 2 dus verlagen.
Als supplement: 250-600 mg magnesiumoxide/dag.
Chocola
Het ligt niet voor de hand, maar chocola beschermt tegen insulineresistentie. Onderzoekers in Luxemburg ontdekten dat mensen die meer chocola aten, minder insuline en leverenzymen in hun bloed hadden. Dat wijst erop dat chocola beschermt tegen insulineresistentie, dat gezien wordt als een voorbode van diabetes type 2 en ook in verband wordt gebracht met hartziekte.
Hoewel sommige deelnemers aan het onderzoek wel 100 gram chocola per dag aten (een grote reep), aten de meesten slechts ongeveer één blokje.4
Nigella sativa
Het zaad van de zwarte komijn (Nigella sativa) is een traditioneel middel tegen diabetes. Uit een recente studie uit Saudi-Arabië blijkt dat het de regulatie van de bloedglucose bij mensen met diabetes type 2 aanzienlijk verbetert. Zij gebruikten vijf jaar lang 2000 mg nigellazaad (een supplement genaamd Bio-extract) per dag, verdeeld over vier doses.5
Voorgestelde dosering: 4 maal daags 500 mg
Kaneel
De schors van de kaneelboom is al vaak in verband gebracht met het reguleren van diabetes. Nieuw onderzoek laat zien dat kaneel ook helpt bij patiënten die prediabetes (de voorfase van diabetes type 2) hebben, mensen met het zogeheten metaboolsyndroom. Het heeft een positief effect op de bloedsuikerspiegel, het cholesterol, de bloeddruk en overgewicht.6
In voeding: strooi het royaal over toetjes, koffie en andere voedingsmiddelen.
Als supplement: Tot 3000 mg per dag, verspreid over de dag.
Chroom
Chroom is een onmisbaar spoorelement, nodig om koolhydraten en vetten te verwerken. Het helpt de bloedsuiker te reguleren doordat het een rol speelt bij de werking van insuline.
De conclusie uit een literatuurstudie uit 2017, waarin 28 onderzoeken onder de loep werden genomen, is dat chroomsupplementen bij diabetici type 2 de bloedsuiker verlagen en het cholesterolprofiel verbeteren.7
In voeding: broccoli, pruimen, noten, zeevruchten en volkoren granen.
Als supplement: Chroom is te koop als glucosetolerantiefactor (GTF) of chroompicolinaat.
Voorgestelde dosering: Gebruik niet meer dan 1 mg (of 1000 microgram) chroom per dag. Meer kan schadelijk zijn.8
Literatuur:
1 Clin J Am Soc Nephrol, 2007; 2:366–73
2 Diabetes 2016; 65: 3–13
3 J Intern Med, 2007; 262:208–14
4 Br J Nutr, 2016; 115: 1661–8
5 PLoS One, 2015; 10: e0113486
6 Iran J Basic Med Sci, 2016; 19: 1258–70
7 Mol Nutr Food Res, 2017 Jul 5
8 Ann Pharmacother, 1998;32: 428–31