Diabetes en alzheimer: zoete alternatieven
Uit nieuw onderzoek blijkt dat de ziekte van Alzheimer eigenlijk een vorm van diabetes is, veroorzaakt door een dieet met veel suikers, zegt voedingsdeskundige Marilyn Glenville
Door: Marilyn Glenville
Nieuw onderzoek wijst erop dat de ziekte van Alzheimer in feite een ‘diabetes van de hersenen’ is. Sommige onderzoekers gaan nog verder: ze zeggen dat de twee ziekten zo op elkaar lijken dat we alzheimer ‘diabetes type 3’ mogen noemen. Het verklaart in elk geval waarom maar liefst 70 procent van de mensen met diabetes type 2 na verloop van tijd alzheimer krijgt. Ter vergelijking: van de mensen zonder diabetes krijgt slechts 10 procent deze invaliderende hersenziekte.
De kans op dementie neemt met de leeftijd toe en treft ongeveer 5 procent van de mensen boven de 65. Dementie komt ook veel vaker voor bij vrouwen en is onder hen de belangrijkste doodsoorzaak; er overlijden drie keer zoveel vrouwen aan dementie dan aan borstkanker.
Symptomen die te maken hebben met de geleidelijke achteruitgang in hersenfunctie, zoals geheugenverlies en concentratiestoornissen, krijgen vaak allemaal het stempel ‘dementie’, maar er zijn twee veelvoorkomende varianten van de ziekte met een heel verschillende oorzaak: de ziekte van Alzheimer (meest voorkomend) en vasculaire dementie.
De ziekte van Alzheimer wordt veroorzaakt door plaques (van het zogenaamde beta-amyloïdeiwit) en tangles (kluwen van eiwitten) die zich in de hersenen vormen. De plaques zijn bolvormige samenklonteringen die tussen de hersencellen dobberen. Ze belemmeren de overdracht van boodschappen van de ene zenuwcel naar de andere. Tangles verstikken de zenuwcellen van binnenuit.
Vasculaire dementie daarentegen is het gevolg van een probleem in de bloedtoevoer naar de hersenen.
Ook hersenen maken insuline aan
We weten inmiddels uit onderzoek dat niet alleen de alvleesklier insuline produceert. Ook uw hersenen blijken dit te kunnen. Ze gebruiken deze herseninsuline om de hersencellen in leven te houden. Een laag insulinegehalte in de hersenen houdt verband met de achteruitgang van hersencellen; die hebben een gezonde hoeveelheid insuline nodig om te werken en te overleven.
Twee Amerikaanse pathologen (specialisten in de oorzaken van ziekten) keken naar alle studies waarin een verband tussen alzheimer en diabetes type 2 was ontdekt. Daaruit bleek dat de insulinespiegel verlaagd was in zowel de frontale hersenschors als in de hippocampus en de hypothalamus: allemaal hersengebieden die getroffen worden bij alzheimer. In het cerebellum (de kleine hersenen), dat niet is aangedaan bij alzheimer, werd dit lage insulinegehalte niet gevonden.1
In de hersenen van gezonde mensen heeft beta-amyloïd allerlei positieve taken, zoals het bestrijden van bacteriën, het transporteren van cholesterol en het beschermen tegen oxidatieve stress (schadelijke chemische reacties in het lichaam). Het wordt pas een probleem als dit eiwit plaques gaat vormen.
Volgens de laatste inzichten bestaat er een verband tussen het samenklonteren van beta-amyloïd, insuline en de functies van dit hormoon in onze hersenen. Nog maar een paar jaar geleden dacht iedereen dat insuline alleen de bloedsuiker regelt. Maar inmiddels weten we dat het hormoon ook een aantal andere functies heeft. Het heeft ook invloed op neurotransmitters zoals acetylcholine die een belangrijke rol spelen bij het leren en het geheugen. Insuline blijkt onmisbaar voor een gezond functioneren van onze zenuwcellen, met name in die hersengebieden die het ergst te lijden hebben bij alzheimer: de hippocampus en de frontale hersenkwabben.
Insuline is ook belangrijk voor de vorming van bloedvaten, die de hersenen van zuurstof en glucose voorzien. Verder blijkt het hormoon invloed te hebben op de plasticiteit: het vermogen van onze hersenen om voortdurend nieuwe verbindingen te leggen.
Maar er is ook een verband tussen diabetes type 2, die de insuline uit de alvleesklier treft, en alzheimer. Uit onderzoek bij ratten met diabetes type 2 blijkt dat de hersenfunctie van de dieren snel achteruitging naarmate hun ziekte verergerde.2 De hoge insulinespiegel in hun lichaam belemmerde de enzymen die amyloïd afbreken: het eiwit dat zich kan ontwikkelen tot de toxische klonteringen (plaques) die de hersenfunctie belemmeren.
Uit andere studies bij diabetische dieren blijkt dat zich, tegelijk met een stijging van beta-amyloïdenplaques, alzheimerachtige veranderingen in de hersenen voordoen.3 Dat wijst erop dat de hersenen, net als het lichaam, insulineresistent kunnen worden: niet meer in staat om goed op insuline te reageren. Deze toestand werd gezien in de hersenen van overleden mensen.
In een studie van de Universiteit van Pennsylvania namen onderzoekers de hersencellen van pas overleden mensen, van wie sommige de diagnose alzheimer hadden, en doordrenkten die met insuline. Hersenweefsel van degenen zonder alzheimer bleek actief op insuline te reageren (de prikkeloverdracht houdt nog een aantal uren stand nadat iemand is overleden). Maar bij de alzheimerpatiënten was die activiteit er niet, vooral niet in de hippocampus, het centrum van cognitieve functies en leren. De onderzoekers concludeerden dat patiënten met alzheimer last hebben van insulineresistentie in de hersenen.4
Er is ook bewijs dat insulineresistentie in het lichaam (zoals bij diabetes type 2) bijdraagt aan een verergering van de symptomen van alzheimerpatiënten.5
Maar ook het omgekeerde is waar: de behandeling van diabetes kan de ontwikkeling van alzheimer vertragen. Uit een literatuurstudie door de Universiteit van het Kansas Medisch Centrum bleek dat de behandeling van diabetes type 2 met insulinesensibilisatoren de hersenfunctie bij alzheimerpatiënten verbeterde en hun cognitieve achteruitgang vertraagde.6 Insulinesensibilisatoren, zoals metformine en pioglitazon, zijn medicijnen die de insulinerespons van weefsels vergroten, en zo de bloedsuiker verlagen.
Dezelfde onderzoekers rapporteerden ook dat amyline, een peptidehormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier, kan samenklonteren. Daardoor raken de bètacellen in de alvleesklier beschadigd (zoals bij diabetes). Ook hoopt het hormoon zich op in de hersenen van mensen met vasculaire dementie en alzheimer.7
Het was al bekend dat mensen met diabetes type 2 een verhoogd risico (zo’n 50-65 procent hoger) op alzheimer hebben. Dat duidt erop dat de verergering van beide ziekten misschien wel met dezelfde instrumenten kan worden voorkomen en bestreden. Want de oorzaak van beide ziekten is feitelijk dezelfde: te veel suiker in de voeding (zie kadertekst p…).
Ontsteking veroorzaakt schade
Wetenschappers denken verder dat behalve problemen met insuline ook ontsteking een belangrijke rol speelt bij alzheimer. Ontsteking kan de doorbloeding van de hersenen veranderen, zoals dit ook bij de bloedtoevoer naar het hart gebeurt. Ontsteking kan ook maken dat de reeds ontstoken hersengebieden met plaques verder achteruitgaan en dat zenuwcellen verouderen, waardoor die nog sneller dan normaal in aantal afnemen.
Een wisselende bloedsuikerspiegel zorgt bovendien voor de afgifte van cortisol, een hormoon dat ontsteking bevordert. Daardoor gaan hersenfunctie en geheugen nog verder achteruit.
Cortisol, een stresshormoon, heeft net als het slaaphormoon melatonine een 24 uursritme. ’s Morgens is ons cortisolgehalte hoger, om de dag te kunnen starten, en ’s avonds en ’s nachts daalt het. Ons melatoninegehalte is ’s nachts juist hoger en neemt tegen de ochtend af. Als ons cortisolgehalte hoog blijft (door wisselende bloedsuikers), blijft het melatoninegehalte dus laag. Van alzheimerpatiënten weten we inderdaad dat ze last hebben van ‘sundowning’: gedragsveranderingen die in de late middag beginnen.8
Ook de productie van bèta-amyloïd volgt een 24 uursritme. Het neemt in de loop van de dag toe, en als iemand slaapt weer af. Dieren die wakker worden gehouden, hebben daardoor 25 procent meer bèta-amyloïd in hun lichaam.9
Dit alles wijst erop dat het slaap-waakritme een rol kan spelen bij alzheimer door het verband met melatonine en/of cortisol, aangezien dit laatste hormoon ook sterk samenhangt met de bloedsuikerspiegel.
Iemand hoeft geen prediabetes (voorstadium van) of diabetes type 2 te hebben voordat deze negatieve veranderingen in de hersenen plaatsvinden. In een onderzoek kregen mensen een dieet met een hoge of juist lage glykemische index (GI). Hoe hoger de GI, hoe sneller het voedsel in ons lichaam in suiker wordt omgezet. Al binnen vier weken hadden degenen die voedingsmiddelen met een hoge GI aten, een hogere insulinespiegel en significant meer bèta-amyloïd in hun hersenvocht (liquor) vergeleken met degenen op het dieet met een lage GI.10
En alleen al een hogere bloedsuiker door het eten van veel suikerrijke voeding is een belangrijke risicofactor voor dementie, ook als u geen diabetes hebt.11
Dat glucose zo snel effect heeft op de hersenen maakt extra duidelijk dat het belangrijk is om toegevoegde suikers en geraffineerde koolhydraten (zoals witbrood en witte pasta) van het menu te schrappen, of op zijn minst drastisch te verminderen. Breng uw bloedsuikergehalte in evenwicht door minder of helemaal geen verborgen suikers meer te eten.
[streamers:]
Dit verklaart waarom maar liefst 70 procent van de mensen met diabetes type 2 na verloop van tijd alzheimer krijgt. Ter vergelijking, van de mensen zonder diabetes krijgt slechts 10 procent deze invaliderende hersenziekte.
Verder blijkt insuline van invloed op de plasticiteit: het vermogen van onze hersenen om voortdurend nieuwe verbindingen te leggen.
[Kader:] Zoetigheid en diabetes
De Stanford Universiteit heeft naar aanleiding van een grootschalig bevolkingsonderzoek het eerste bewijs geleverd dat er een direct, op zichzelf staand verband is tussen suiker en diabetes. Bij mensen die 150 calorieën meer binnenkregen dan de dagelijks aanbevolen calorie-inname bleek dat de stijging van het aantal gevallen van diabetes type 2 elf keer zo hoog was, als men die calorieën uit suiker haalde in plaats van uit suikerarme voedingsmiddelen1
Ook de uitkomst van een grote pan-Europese studie, de EPIC-InterAct study, bevestigde dat het drinken van één met suiker gezoete drank per dag de kans op diabetes type 2 met 22 procent doet stijgen. Een andere interessante uitkomst van dit onderzoek was dat puur vruchtensap of -nectar geen invloed heeft op het diabetesrisico. En dat ook kunstmatig gezoete dranken uw kans op diabetes verhogen.2
Uit een andere grote studie uit Frankrijk, waarin meer dan 66.000 vrouwen veertien jaar lang werden gevolgd, bleek dat het risico op diabetes type 2 hoger was bij vrouwen die kunstmatig gezoete of suikerrijke dranken gebruikten.3
Het risico was zelfs hoger bij de kunstmatig gezoete dranken, en vloog omhoog naarmate de vrouwen meer dronken. Bij een halve liter kunstmatig gezoete drank steeg het diabetesrisico met 15 procent, terwijl bij 1,5 liter het risico 59 procent hoger lag.
Maar ook in deze studie werd geen verband aangetoond tussen het drinken van 100 procent puur vruchtensap en het risico op diabetes.3
Literatuur?
[Kader:] Een vijfdaagse suikerdetox
Suikerverslaafd? Als steuntje in de rug heb ik een suikerdetox van vijf dagen ontworpen om u daarvan af te helpen.
Als u het moeilijk vindt om geleidelijk minder suiker te gaan eten, kies dan voor een snellere methode. Sommige mensen vinden het makkelijker om ineens met alle suikers te stoppen door een suikerdetox te doen.
Wilt u uw gezondheid en welzijn ingrijpend verbeteren, dan is dit een goede manier om met de genezing van uw lichaam te eginnen. U schrapt vijf dagen lang alle toegevoegde suikers, kunstmatige zoetstoffen, fruit en zetmeel. Zie het als een kans om uw manier van eten te herzien. Het is ook een gelegenheid uw stofwisseling te herijken en uw smaakpapillen te herprogrammeren, zodat u weer verschillende smaken leert waarderen en niet alleen zoet.
Als u het volhoudt, zult u merken dat u uw suikerverslaving weer onder controle te krijgt. Uw slaap zal vrijwel zeker verbeteren, net als uw stressniveau, omdat uw bloedsuikerspiegel en hormoonspiegels weer in balans komen. Uw huid wordt schoner en gaat meer glanzen; uw gezicht ziet er minder opgeblazen uit; uw ogen worden helderder.
Vanbinnen zal uw lichaam een zucht van verlichting slaken, omdat het eindelijk minder last heeft van ontsteking en uw hormonen weer hun normale spiegels terugkrijgen. Maar behalve uw lichaam, zullen ook uw hersenen u dankbaar zijn.
Voedingsmiddelen die u op het menu zet:
Groene groenten: groen is echt uw lievelingskleur tijdens deze detox, dus overlaad uw bord met alle soorten groene groenten: paksoi, groene kool, boerenkool, broccoli, (bol)courgette, ijsbergsla, rucola, groene paprika, peulen, bonen, zeewier, erwten, tuinbonen, sugarsnaps.
Witte groenten: bloemkool, knoflook, ui, prei, bleekselderij, asperge, venkel.
Paarse groenten: aubergine, paarse broccolischeutjes, rode kool.
Hoogwaardige eiwitten: vis, biologische eieren, zeevruchten, noten, zaden, bonen, tofoe.
Avocado’s.
Zaden en noten (alle soorten): ook notenboter (zelfgemaakt of zonder toegevoegde suiker) en notenmelk (ook zonder toegevoegde suiker of zoetstof).
Quinoa: hoewel u het bereidt als rijst, is het eigenlijk een zaad, geen graan; het is bovendien een volwaardig eiwit.
Boekweit: ook een zaad; u kunt ook de bloem ervan gebruiken.
Gekiemde zaden en peulvruchten.
Miso (pasta van gefermenteerde sojabonen).
Kokos (vers, -olie, -room): gebruik kokosolie om te bakken (omdat kokosvet bij kamertemperatuur stolt, kan het goed tegen verhitting).
Kruidenthee (brandnetel, pepermunt, enz.): geen vruchtenthee.
Kruiden en specerijen
Olijven en kappertjes
Appelazijn, olijfolie, lijnzaadolie (voor dressings)
Voedingsmiddelen die u vermijdt:
Zetmeelrijke groenten: wortels, pastinaak, zoete en gewone aardappels. Deze bevatten meer koolhydraten (natuurlijke suikers) dan de zetmeelarme groenten hierboven.
Zuivelproducten: bevatten meestal lactose (melksuiker) en het is beter om alle suikersoorten te schrappen.
Fruit: als u toch fruit wilt eten, kies dan bessen, die bevatten de minste suiker; tomaten en champignons brengen variatie in uw hartige maaltijd.
[Kader:] Echt gezond of niet?
Veel alternatieven voor suikers die ‘natuurlijk’ heten, zijn dat helemaal niet. Hier volgt mijn oordeel (duim omhoog of omlaag) over welke alternatieve zoetstoffen goed zijn, en welke eigenlijk niet. Als het even kan, vertrouw dan op de natuurlijke zoete smaak van voedingsmiddelen, en niet op suiker of kunstmatige zoetstoffen. Gebruik wortels, rozijnen, bieten, dadels, vijgen en banaan als natuurlijke zoetstof.
Fructose
Te koop als zeer geraffineerd wit poeder, dat niet langer het goede en de vezels van fruit bevat. Bij fructose komt minder insuline vrij dan bij sacharose en glucose, maar het gaat direct naar uw lever – net als alcohol – waardoor het voor een toename in gewicht en buikvet zorgt. Het heeft invloed op de productie van hormonen die met honger en verzadiging (een vol gevoel) samenhangen, waardoor het de eetlust versterkt. Bovendien wordt het omgezet in ongezonde vetten zoals LDL-cholesterol (de ‘slechte’ variant) en triglyceriden.
Oordeel: Prima als het van nature in fruit voorkomt, maar niet als wit poeder dat aan voeding wordt toegevoegd
Agave
Een natuurlijke zoetstof, gewonnen uit het zetmeel van de bol van de Mexicaanse Agave tequila. In feite geraffineerde fructose, gemaakt op een manier die lijkt op de productie van glucosefructosestroop (HFCS) uit maïszetmeel. Het is bewezen schadelijk voor de gezondheid. En ook duur, als het op traditionele wijze (door het sap langzaam te koken) wordt geproduceerd.
Oordeel: Commercieel geproduceerde agave kan voor 90 procent uit fructose bestaan, en ook traditionele agave bevat veel fructose
Honing
Een enkelvoudige suiker, die grotendeels uit glucose en fructose (soms tot wel 40 procent) bestaat, en snel in het bloed wordt opgenomen. De ‘gemengde’ honing of honing ‘uit meer dan één land’ wordt soms wel tot 71 graden Celsius verhit, waardoor de goede stoffen verloren gaan. ’s Winters voeden sommige imkers hun bijen met suikerwater of HFCS als vervanging van natuurlijke nectar uit bloemen.
Oordeel: Niets anders dan een enkelvoudige suiker, die de bloedsuikerspiegel snel doet stijgen. Als u toch honing wilt gebruiken, koop dan biologische honing en gebruik die met mate.
Melasse
Dit sterk smakende bijproduct van de productie van suiker uit suikerriet of suikerbiet bevat een minimale hoeveelheid suiker en grote hoeveelheden vitaminen en mineralen, waaronder vitamine B6, kalium, magnesium en mangaan. De suiker in melasse bestaat voor de ene helft uit fructose en glucose (allebei evenveel) en voor de andere helft uit sacharose.
Oordeel: Kan grote hoeveelheden pesticiden en andere chemicaliën bevatten die gebruikt worden in de suikerteelt en -verwerking
Xylitol (E967)
Te koop als wit poeder; wordt beschouwd als natuurlijk omdat het van nature in planten voorkomt, zoals suikerriet en maïs, maar het ondergaat eerst een raffinageproces. Bevat weinig calorieën, dus het lichaam heeft weinig insuline nodig, waardoor het geschikt is voor diabetici. Gaat tandbederf tegen, maar omdat het een polyol (suikeralcohol) is, fermenteert het in de darmen en kan het diarree en een opgeblazen gevoel veroorzaken.
Oordeel: Niet darmvriendelijk en te veel bewerkt om voor een natuurlijk product door te gaan
Sorbitol (E420)
Een suikeralcohol die meestal gemaakt wordt uit maïssiroop en van nature aanwezig is in steenvruchten zoals pruimen. Vaak gebruikt in voedingsmiddelen voor diabetici, omdat het de insulineproductie niet of nauwelijks activeert. Een sterk bewerkt product, dat gehydrogeneerd is. Bijwerkingen in de darmen lijken op die van xylitol.
Oordeel: Zwaar bewerkt en negatieve effecten op het spijsverteringskanaal
Oerzoet
Dit vrij nieuwe product is eigenlijk ingedikt en gedroogd rietsuikersap. Het is dus een ongeraffineerde suiker, die wordt gewonnen door op suikerriet te slaan. Het bevat nog allerlei voedingsstoffen. Het wordt ook verkocht onder de naam oersuiker en sucanat.
Oordeel: Oerzoet verhoogt uw bloedsuikerspiegel en zal dus een insulinerespons uitlokken
Ahornsiroop
Gewonnen uit sap van de esdoorn. Bevat 34 heilzame bestanddelen met antioxidanten en ontstekingsremmende eigenschappen, opvallend veel zink en mangaan, en 15 keer zoveel calcium dan honing. Vaak aanbevolen voor patiënten met PDS (prikkelbaredarmsyndroom) omdat het weinig spijsverteringsproblemen geeft. Bestaat voornamelijk uit sacharose, en zeer kleine hoeveelheden fructose en glucose.
Oordeel: Goede natuurlijke zoetstof voor cakes en taarten, maar koop wel de biologische variant
Gerstemoutstroop (of moutextract)
Een ongeraffineerde natuurlijke zoetstof gewonnen uit gekiemde, gedroogde en geroosterde gerst. Een goede bron van bepaalde mineralen en vitaminen, die bijna geen fructose of sacharose bevat.
Oordeel: Een goede keus als natuurlijke zoetstof. De moutsmaak past niet bij alle gerechten, maar is heerlijk in koek en taart.
Bruinerijstsiroop
Een natuurlijke zoetstof die maltotriose, maltose en glucose bevat. Goedkope varianten worden gemaakt van gekookte bruine rijst waaraan enzymen zijn toegevoegd die zetmeel in suiker omzetten. Andere varianten gebruiken gekiemd graan, dat enzymen afgeeft om het graan af te breken in maltose en andere suikers. Koop de biologische soort, die is vaker van gekiemd graan gemaakt.
Oordeel: Gezonde zoetstof zonder fructose. Verandert de textuur van gebakken voedingsmiddelen, dus geschikt om iets knapperig te maken. Maar in granola en havermoutkoek spaarzaam gebruiken.
Stevia
Gewonnen uit het blad van een plant met dezelfde naam. Wordt in Zuid-Amerika al eeuwenlang als zoetstof gebruikt. In 2011 goedgekeurd voor gebruik in de EU. Tot 300 keer zoeter dan tafelsuiker (sacharose), maar het heeft een enigszins bittere nasmaak. Pas op voor producten die niet voor 100 procent uit stevia bestaan: sommige bevatten dextrose en smaakstoffen. Stevia wordt niet door de darmen opgenomen en zou daarom een zegen zijn voor wie wil afvallen. Maar de zoete smaak bereidt uw lichaam voor op een bepaalde hoeveelheid calorieën, waardoor uw eetlust wordt opgewekt. Zo kan stevia toch gewichtstoename veroorzaken.
Oordeel: Gebruik met mate en alleen als pure stevia
Ruwe rietsuiker
Onbewerkte rietsuiker bevat de vitaminen A, B en C, calcium, chroom, zink en magnesium plus antioxidante polyfenolen. Bij bewerkte rietsuiker wordt de stroop (melasse), die mineralen en vitaminen bevat, uit de suiker geperst. Deze stap wordt bij ruwe rietsuiker overgeslagen.
Oordeel: Natuurlijke, ongeraffineerde vorm van ruwe suiker, die langzamer in het bloed wordt opgenomen
Palmsuiker
Gemaakt van het zoete sap van specifieke palmboomsoorten, dat ingekookt wordt tot siroop en vervolgens kristalliseert. Een ingrediënt in de traditionele Ayurvedische geneeskunde, dat B-vitaminen bevat en een lage glykemische index heeft, waardoor het beter geschikt is voor diabetici.
Oordeel: Goede natuurlijke zoetstof. Geschikt alternatief voor het koken en in dranken
Kokossuiker
Ook wel kokospalmsuiker of kokosbloesemsuiker genoemd. Gemaakt uit de nectar van kokos en daarna ingedikt tot een siroop of suikerkristallen. Rijk aan B-vitaminen, magnesium, calcium, kalium, zink, en bevat verder 17 aminozuren, korteketenvetzuren, polyfenolen, antioxidanten en inuline. Dit laatste is een prebioticum, waar onze goede bacteriën zich mee voeden. De meningen zijn verdeeld over de duurzaamheid van kokossuiker en of de winning ervan de teelt van kokosnoten in gevaar brengt.
Oordeel: Smaakt als bruine suiker en is een goede vervanger voor witte suiker, maar koop de biologische soort.
Yaconsiroop
Wordt gewonnen uit de wortel van de yaconplant (Smallanthus sonchifolius of appelwortel), familie van de zonnebloem. De smaak ligt tussen die van een appel en een peer. Bevat behoorlijk veel vitaminen en mineralen, evenals een prebioticum, namelijk fructo-oligosaccharide (FOS). Traditioneel gemaakt door het sap te condenseren, net als ahornsiroop. De lage GI maakt het geschikt voor diabetici.
Oordeel: Gebruik deze siroop in plaats van vloeibare zoetstoffen zoals honing, en ook bij het bakken. Koop de biologische variant. Kan ongeschikt zijn voor mensen met PDS vanwege de grote hoeveelheid FOS.
Dit artikel is overgenomen uit Natural alternatives to sugar van Marilyn Glenville (2016).
Literatuur:
1 J Diabetes Sci Technol, 2008; 2: 1101–13; J Alzheimers Dis, 2005; 7: 45-61
2 Front Endocrinol (Lausanne), 2015; 6: 175
3 J Alzheimers Dis, 2012; 32: 291-305
4 J Clin Invest, 2012; 122: 1316-38
5 J Alzheimers Dis, 2012; 30 (Suppl 2): S217-29
6 Curr Neurol Neurosci Rep, 2012; 12: 520-7
7 Biochim Biophys Acta, 2014; 1842: 1340-9
8 Am J Psychiatry, 2001; 158: 704-11
9 Science, 2009; 326: 1005-7
10 Arch Neurol, 2011; 68: 743-52
11 N Engl J Med, 2013; 369: 540-8