De afgelopen anderhalf jaar zijn er meer dan 1500 thermografische borstscans uitgevoerd aan het Irish Centre for Integrated Medicine (ICIM), waar mijn praktijk aan verbonden is. Deze scans, waarmee gezocht wordt naar de eerste tekenen van bloedvatvorming, worden vaak gecombineerd met een echografie voor het beenderstelsel. Daarbij wordt met behulp van ultrasone golven de conditie van de botten getest, vooral om na te gaan hoe groot het breukrisico is. Het is verrassend dat wij op het ICIM hebben geconstateerd dat vrouwen met een gemiddelde tot hoge kans op botbreuk tegelijkertijd een geringe kans hebben borstkanker te krijgen. Onze gegevens zijn zelfs bevestigd door vergelijkbare waarnemingen in een baanbrekende studie onder leiding van dr. Jane Cauley van het Medisch Centrum van de Universiteit van Pittsburgh.1
In dit onderzoek volgden dr. Cauley en haar team de gezondheidsconditie van 8905 vrouwen van 65 jaar en ouder die geen borstkanker hadden. Zij ontdekten dat oudere vrouwen die een geringe botmassa hadden, ook significant minder kans hadden om borstkanker te krijgen. Aan de andere kant, zo vonden zij, gaat een hogere botdichtheid samen met een grotere kans op borstkanker. Na zes jaar bleken de vrouwen die het hoogst scoorden op drie tests voor de mineraaldichtheid van hun botten – dat wil zeggen, botten in de pols, arm en hiel – meer kans te hebben om borstkanker te krijgen.
Tijdens de onderzoeksperiode van zes jaar kregen in totaal 315 vrouwen (3,5 procent) borstkanker. Na correctie wegens andere risicofactoren die aan de kans op borstkanker bijdragen (zoals leeftijd, zittend leven, obesitas), vonden de onderzoekers dat het risico voor vrouwen met de hoogste botdichtheid op alle drie de meetpunten van het beendergestel 2,7 keer groter was dan voor vrouwen met de laagste botdichtheid op die drie plaatsen. De onderzoekers concludeerden dat ‘de botmineraaldichtheid een van de krachtigste voorspellende factoren is voor borstkanker […] bij oudere vrouwen’.
Wat betekent dit nu allemaal?
Het is niet waarschijnlijk dat botdichtheid op zichzelf borstkanker veroorzaakt. Ze is veeleer een indirecte maat voor de relevante hormonen, zoals testosteron, sekshormoon bindende globuline (SHBG) en oestrogeen, die allemaal (op verschillende manieren) verband houden met zowel abnormale botdichtheid als borstkanker. De botmineraaldichtheid kan een nauwkeurige marker zijn voor de reactie van het lichaam op oestrogeen. Vrouwen met een hogere botdichtheid, zo denkt men, zijn fysiologisch gevoeliger voor de effecten van dit hormoon of ze staan simpelweg bloot aan een grotere hoeveelheid oestrogeen dan vrouwen met een geringere botdichtheid.
Omdat oestrogeen ook gekoppeld wordt aan het risico op borstkanker (veel borsttumoren worden in hun groei gestimuleerd door oestrogenen), hebben onderzoekers bovendien geprobeerd vast te stellen of de botdichtheid misschien ook helpt de kans op borstkanker bij oudere vrouwen te voorspellen. Van oestrogeen is bijvoorbeeld bekend dat het een rol speelt bij borstkanker, omdat vrouwen die al op jonge leeftijd beginnen te menstrueren, vrouwen die hun menopauze later dan gemiddeld hebben en vrouwen die kinderloos blijven allemaal aan grotere hoeveelheden van dit hormoon blootstaan – en dus een grotere kans op borstkanker lopen. Daarnaast hebben vrouwen die vaak last hebben van verstopping, een grotere kans dat zich bij hen een buitensporige hoeveelheid oestrogeen verzamelt.
Felipe Reitz, algemeen directeur van het ICIM, denkt dat een botdichtheidstest (bijvoorbeeld met stralingsvrije echografie) in de nabije toekomst een onmisbare rol zal spelen bij het beoordelen van de kans op borstkanker, samen met de thermografische scan (die eveneens stralingsvrij is). ‘Er zijn nu goede aanwijzingen voor het vermoeden dat er een omgekeerde relatie bestaat tussen osteoporose en invasieve borstkanker, twee van de meest voorkomende condities die de gezondheid van oudere vrouwen aantasten,’ zegt hij. Er zijn, zo lijkt het, goede redenen om aan te nemen dat het meten van de botdichtheid weldra een vast onderdeel gaat uitmaken van de screening op borstkanker.
Volgens de laatste cijfers van het National Cancer Forum in de Ierse Republiek over 2006 maakt borstkanker 8 procent uit van het totale aantal nieuwe gevallen van borstkanker per jaar. Men voorspelt dat dit cijfer in 2020 zal zijn verdubbeld. Het ICIM streeft dezelfde doelen na als de Health Service Executive (de landelijke organisatie voor alle maatschappelijke hulpverlening en gezondheidszorg in Ierland) op het gebied van gezondheidsbevordering en kankerbestrijding en juicht het toe dat er allerlei middelen worden ingezet om borstkanker in een vroeg stadium op te sporen. De Irish National Cancer Strategy stelt dat vroege opsporing bevordert dat men alert is op tekenen en symptomen die al in een vroeg stadium op de ziekte kunnen duiden. Daarbij gaat men uit van de vooronderstelling dat kanker gemakkelijker te behandelen en te genezen is als het vroeg wordt ontdekt, voordat het de kans heeft gehad zich uit te zaaien, en dat dit op dit moment nog steeds onze beste strategie is om het aantal sterfgevallen door kanker terug te dringen.
In het jaar 2000 leden naar schatting ruim 430.000 mensen in Nederland aan osteoporose. Vrouwen hebben een heel groot aandeel in het totaalcijfer, aangezien 40 procent van alle vrouwen boven vijftig jaar op een gegeven moment osteoporose krijgt. Maar het kan moeilijk zijn om de potentiële slachtoffers er al vroeg uit te halen, omdat botontkalking en het ontstaan van borstkanker in de meeste gevallen langzaam, ongemerkt en zonder klachten verlopen.
Een campagne voor het gebruik van beide screeningsmethoden – thermografie voor de borst en echografie voor het beendergestel – zou een belangrijke stap kunnen zijn om ervoor te zorgen dat het aantal kankerpatiënten in 2020 is afgenomen. De voordelen van het combineren van deze scans tot één screening, zoals voorgesteld door het ICIM, zouden belangrijk kunnen zijn vanwege het drukke leven dat Ierse vrouwen tegenwoordig hebben.
BRON:
1 J Natl Cancer Inst, 2001; 93: 930-936