We weten eigenlijk maar bar weinig van ons lichaam en de ziekten die we krijgen
Vreemderder en vreemderder, zou Alice (in Wonderland) gezegd hebben als ze een paar van de onderzoeksartikelen onder ogen had gekregen die de afgelopen tijd binnenkwamen op de redactie van What Doctors Don’t Tell You, het Britse moederblad van Medisch Dossier. Ze vallen op omdat eruit blijkt dat er nog steeds ontzettend veel valt te leren over hoe ons lichaam werkt en hoe (of waarom) ziekten ontstaan.
En omdat we eigenlijk geen idee hebben, zal het u niet verbazen dat de reguliere geneeskunde nogal eens voor een verkeerde behandeling kiest. Gemiddeld heeft een patiënt in 40 procent van de gevallen op de een of andere manier baat bij een geneesmiddel. De Britse Artsenvereniging (British Medical Association) betoogt dat ongeveer een derde van alle geneesmiddelen en therapieën ook echt werkt. En daarmee bedoelt de BMA dat ze op de een of andere manier bevorderlijk zijn: ze verminderen bijvoorbeeld de pijn, maar genezen niet noodzakelijkerwijs iets.
Het eerste artikel dat we lazen, ging over het darmmicrobioom: het micro-universum van de bacteriën die zich in ons spijsverteringskanaal bevinden. Artsen realiseren zich nu, zij het met tegenzin, dat de darmflora het verloop van een groot aantal aandoeningen beïnvloedt, van kanker tot diabetes en zelfs depressiviteit. Als de balans tussen ‘goede’ en ‘slechte’ bacteriën is verstoord, krijgen ziekten de kans toe te slaan.
Aan dat idee moesten de meeste artsen wel even wennen. En nu staat in dit artikel ook nog eens dat borstkanker veroorzaakt zou kunnen worden door een bacteriële disbalans. Dat sluit aan bij het bovenstaande, ware het niet dat dit microbioom zich helemaal niet in de darmen bevindt. Het is een mini-microbioom dat in het borstweefsel zelf zit.1
De consequenties van deze ontdekking zijn verbijsterend en artsen zullen tijd nodig hebben om deze informatie te verwerken. Het zou bijvoorbeeld kunnen betekenen dat zich overal in het lichaam mini-microbiomen bevinden. Bovendien verandert het de manier waarop we borstkanker kunnen behandelen ingrijpend: niet met chemotherapie of een operatie, maar met pre- en probiotica die de disbalans in het mini-microbioom van de borst herstellen.
Het tweede opvallende artikel was geschreven door een van onze favoriete buitenbeentjes (we verzamelen ze, zoals u weet), Malcolm Kendrick. Deze huisarts is ervan overtuigd geraakt dat cholesterol, en vooral het ‘slechte’ LDL-cholesterol, niets te maken heeft met hartkwalen.
Zijn collega’s lachen hem uit, al komen ze langzaamaan wel tot het besef dat hij weleens gelijk kon hebben. Ze laten steeds meer het idee varen dat vetten iets te maken hebben met hart- en vaatziekten. U wist al dat suiker de boosdoener is, toch?
Déze schermutseling lijkt hij te hebben gewonnen, maar Kendrick legt de lat nog wat hoger. Hij zet nu vraagtekens bij de al jaar en dag gehanteerde veronderstelling dat een hartaanval zich voordoet wanneer een kransslagader verstopt raakt.
Er is voldoende bewijs voorhanden dat het niet altijd zo gaat; in feite kan het bloedstolsel zich ook na het hartinfarct vormen, zoals Carlos Monteiro en andere onderzoekers hebben aangetoond. En soms is er helemaal geen stolsel.
Eén studie bracht aan het licht dat ‘een aanzienlijke minderheid van de hartpatiënten’ helemaal geen verstopte aderen heeft, terwijl ze toch een hartaanval kregen.2 En om het nog ‘vreemderder’ te maken, laat ander onderzoek zien dat in sommige gevallen waarbij een slagader verstopt is geraakt er zich pas dagen of soms weken later een hartaanval voordoet. Er zijn zelfs gevallen bekend waarbij de slagader volledig verstopt is geraakt en de patiënt toch geen hartinfarct krijgt.3
En dan zijn er ook nog hartinfarcten die helemaal geen hartinfarcten zijn; het zijn gevallen van stress- of takotsubo-cardiomyopathie, bekender onder de naam gebroken-hartsyndroom. De verschijnselen zijn gelijk aan die bij een hartaanval, maar de aandoening wordt veroorzaakt door extreme stress en niet door een verstopte slagader.
Zo vreemd zit een mens dus in elkaar. Naast het microbioom in uw darmen hebt u ook mini-microbiomen. En als de bacteriële balans in het mini-microbioom verstoord is, kan dat kanker veroorzaken. Een bloedstolsel dat zogenaamd een hartinfarct veroorzaakt, kan ontstaan nádat de hartaanval zich heeft voorgedaan. Sommige mensen krijgen een hartinfarct terwijl er helemaal geen bloedstolsel is. Weer anderen krijgen nóóit een hartinfarct, zelfs wanneer hun slagaderen volledig verstopt zijn.
Literatuur
1. Oncotarget, 2017; 8: 88122-88138
2. Curr Opin Cardiol, 2012; 27: 655-660
3. Heart, 2000; 83: 672