[Dossier: Vermoeidheid]
De verborgen oorzaak van uw vermoeidheid
Veel mensen die denken dat ze een schildklierprobleem hebben, hebben in feite een te lage , oftewel overbelaste bijnieren. De Britse voormalige huisarts Barry Durrant-Peatfield heeft duizenden patiënten met dit probleem behandeld en onthult wat de verborgen oorzaak van uw constante vermoeidheid kan zijn.
Door Barry Durrant-Peatfield
Marie Waters was als tiener voortdurend moe. Ze was begin twintig toen de vermoeidheid na de geboorte van haar twee kinderen erger werd. Beide keren dacht haar arts dat ze een postnatale depressie had. Ze kreeg valium en antidepressiva voorgeschreven, die ze drie jaar lang slikte.
Maar haar gezondheid bleef achteruitgaan. Ze werd zwaarder en nog vermoeider, ze kreeg een droge huid en had ondraaglijke klachten voordat ze ongesteld werd. Al van jongs af aan had ze een bobbel in haar hals. Uiteindelijk werd vastgesteld dat dit een kropgezwel (vergrote schildklier) was, hoewel herhaalde tests telkens wezen op een normale schildklierfunctie.
Vier jaar geleden was ze vrijwel aan haar bed gekluisterd door verschrikkelijke vermoeidheid, slecht zien en geheugenverlies.
Tegen de tijd dat ze naar mijn kliniek kwam, wezen haar symptomen duidelijk op een slechte bijnierfunctie en een te traag werkende schildklier. Ik schreef bijnier- en schildklierondersteunende middelen voor, en die hielpen. Maar toen ze in het ziekenhuis werd opgenomen voor het verwijderen van haar baarmoeder, vonden de artsen deze behandeling van haar schildklier en bijnieren ‘gevaarlijk’, en lieten haar ermee stoppen. Daardoor werden alle verbeteringen weer tenietgedaan en verslechterde haar toestand. Ze had last van haaruitval en ze lag de meeste tijd in bed. Het ziekenhuis vertelde haar uiteindelijk dat ze ME (ook wel CVS: chronisch vermoeidheidssyndroom) had en dat ze daar maar mee moest leren leven.
Toen ik haar een paar maanden later zag, ging het inderdaad heel slecht met haar. Ik liet haar weer starten met de bijnier- en schildklierondersteunende middelen. Inmiddels is ze voor een groot deel hersteld en bijna helemaal gezond. Ze kan alle huishoudelijke taken weer uitvoeren, voor haar kinderen zorgen en eten koken. Ze zegt dat het een wonder is dat ze weer gezond is en haar oude leven terug heeft.
De hoeveelheid schildklierhormoon in het bloed en de reactie van het lichaam daarop zijn afhankelijk van een groot aantal factoren. Een tekort aan het hormoon kan variëren van enkele procenten tot wel 100 procent. Hoe ziek je daarvan wordt, hangt niet alleen af van de mate van het tekort, maar ook van de periode dat het tekort al bestaat en de mate waarin de lichaamsstelsels en biologische mechanismen als geheel er schade van hebben ondervonden. Schildklierhormoon hebben we namelijk nodig voor een goede werking van alle weefsels. De diagnose kan in een vroeg stadium heel gemakkelijk worden gemist, omdat niet altijd alle standaard symptomen en klachten aanwezig zijn, omdat schildkliertesten het probleem vaak niet opsporen, en ook omdat de oorzaak van het probleem in de bijnieren kan liggen.
Het verband met de bijnieren
De bijnieren zijn piramidevormige klieren die als ‘hoedjes’ bovenop de nieren liggen. Zo klein als ze zijn, verzetten ze heel wat werk. Als ze daar om een of andere reden mee zouden stoppen, bent u waarschijnlijk binnen drie dagen dood. In het bijniermerg in het centrum van de klier worden adrenaline (epinefrine) en noradrenaline (norepinefrine) gemaakt, twee hormonen die belangrijk zijn bij acute stress.
Als u boos of angstig wordt, komen deze hormonen vrij in de bloedbaan, waar ze ervoor zorgen dat er extra bloedsuiker vrijkomt en dat uw bloeddruk en hartslag stijgen – dit staat bekend als de ‘vecht-of-vluchtreactie’.
De adrenalinepiek zorgt voor een directe toename van uw energie en spierkracht: u kunt sneller denken en bent in staat om de grote hoeveelheid energie te leveren die nodig is om met crisissituaties om te gaan.
In de buitenste laag van de klier, de bijnierschors, worden glucocorticoïden zoals cortisol en cortison gevormd. Deze hormonen zorgen ervoor dat u kunt bewegen en glucose uit vetten en eiwitten kunt halen. Daarnaast onderhouden ze de spierspanning in de slagaderwanden, waarmee de bloeddruk wordt geregeld. Zo beschermen glucocorticoïden het lichaam tegen langdurige, matige en chronische stress.
Of wij dit hormoon in voldoende mate kunnen aanmaken, hangt af van ons vermogen om de effecten te bestrijden van alle bedreigingen uit onze omgeving, zoals letsel, ziekte, ontbering en werkgerelateerde of persoonlijke stress.
Cortisol is dé stressbestrijder van ons lichaam – het wordt voortdurend aangemaakt, met pieken en dalen. Het cortisolgehalte in ons bloed is ’s ochtends het hoogst, neemt in de loop van de dag af en wordt ’s nachts weer opgebouwd. Bij een normale gezondheid blijven we het gedurende ons hele leven aanmaken. De hoeveelheid daalt met de leeftijd slechts minimaal. Als de bijnieren ontsporen, ontstaan er echter problemen.
Als de bijnieren het opgeven
Thomas Addison beschreef in 1855 een chronische ziekte waarbij de klachten van de patiënt bestonden uit lusteloosheid, verminderde eetlust, een lage bloeddruk die flauwvallen veroorzaakt, een lage bloedsuikerspiegel, een zwakke afweerreactie − zelfs bij milde ziekten − en de kans om plotseling in elkaar te zakken of zelfs te overlijden in geval van ziekte, letsel of shock.
Hij stelde later vast dat het gestaag bergafwaarts ging met deze patiënten, totdat zij uiteindelijk overleden. Het viel Addison op dat er bij de autopsie niet veel te vinden was, behalve dat beide bijnieren vol zaten met tuberkelbacillen en niet meer werkten.
Tegenwoordig is de kans groot dat de bijnieren door iets anders dan tuberkelbacillen worden beschadigd. Meestal gaat het dan om auto-immuunziekten, maar het principe blijft gelijk. Een geleidelijk functieverlies leidt ertoe dat ziektesymptomen zich ophopen en, als behandeling uitblijft, uiteindelijk tot de dood leiden. Hoewel het niet zo moeilijk is om vast te stellen dat de bijnieren helemaal niet meer werken, wordt één aandoening vaak door artsen over het hoofd gezien: een te lage bijnierreserve.
Een te lage bijnierreserve komt veel vaker voor dan de echte ziekte van Addison. Een lage bijnierreserve wordt beïnvloed door de mate van tekort aan schildklierhormoon, en kenmerkt zich door een geringe reactie op elke vorm van stress. Patiënten zeggen dat ze zich in alle stresssituaties ziek voelen. Als ze griep krijgen of verkouden worden, hebben ze daar veel meer en veel langer last van dan normaal, met veel ernstigere verschijnselen dan je zou verwachten. Patiënten hebben voortdurend een te lage bloedsuiker. Ze hebben perioden dat ze zich zwak en onwel voelen, en ze komen alleen van dat gevoel af door iets zoets te eten of te drinken.
De meeste patiënten zijn gevoelig voor kou én voor warmte; als het warm is, voelen ze zich uiterst beroerd en is hun huid koud en klam. Deze patiënten nemen de voedingsstoffen uit hun eten slecht op. Dat komt vooral door een tekort aan maagzuur of spijsverteringsenzymen. Daardoor zijn patiënten soms vrij mager.
Ze zien ook bleek, met een bijna doorschijnende huid, en hebben vaak donkere wallen onder de ogen en pigmentophopingen, vooral in huidplooien. Haaruitval komt ook vaak voor, over het hele lichaam, maar vooral in de schaamstreek en op de onderarmen. Mannen verliezen vaak het haar op hun onderbenen. De lichaamstemperatuur is laag, de huid is koud en de achillespeesreflex is doorgaans traag. Patiënten hebben vaak darmklachten zoals winderigheid, diarree en buikkramp. Vaak krijgen ze daarom de diagnose prikkelbaredarmsyndroom (PDS).
Ze zijn voortdurend vermoeid en uitgeput. Het lijkt erop dat hun batterij snel opraakt; ze kunnen zelfs zonder echt duidelijke oorzaak flauwvallen of in elkaar zakken. Veel van de verschijnselen zijn dezelfde als bij een onvoldoende werkende schildklier. Dat is niet verrassend, aangezien de schildklier en de bijnieren samenwerken bij het regelen van de stofwisseling.
Het verband tussen schildklier en bijnieren
Als de aanmaak van schildklierhormoon verstoord is, werkt er niets meer zoals het hoort – ook de bijnieren niet. Een tekort aan schildklierhormoon leidt bovendien weer tot verhoogde stress, waardoor de situatie nog erger wordt. Om een tekort aan schildklierhormoon te compenseren, zullen de bijnieren meer cortisol gaan produceren. Als het tekort aan schildklierhormoon niet al te groot is, kan dat een tijdlang goed gaan. Maar als de bijnieren steeds meer moeten gaan compenseren door de toenemende stress, lukt dit op een gegeven moment niet meer. Uiteindelijk gaan de bijnieren minder goed werken en raken ze door de voortdurende belasting uitgeput.
Uw algemene gezondheid, voeding, leefstijl en andere stress in het leven spelen allemaal een rol, net als de vraag hoe lang het schildklierprobleem al bestaat en hoe ernstig het inmiddels is. In mijn ervaring vormt een behandeling met radioactief jodium of een operatie van de schildklier een groot probleem voor de bijnieren.
Een ander mogelijk probleem is een onjuiste behandeling. Schildklierhormoon dat u als supplement krijgt, kan stress veroorzaken doordat het lichaam er niet mee overweg kan. Als u een onjuiste dosis slikt zonder ondersteuning van de bijnieren, kunt u zelfs een schildklier- of bijniercrisis krijgen of in elkaar zakken. Dit kan gebeuren als niet eerst wordt onderzocht of de bijnieren de extra belasting wel aankunnen. Het is goed denkbaar dat het gebruik van thyroxine (schildklierhormoon) bij iemand die dit niet goed kan omzetten, een volledige bijniercrisis veroorzaakt, die fataal kan aflopen.
Het lichaam moet schildklierhormonen eerst omzetten. Het belangrijkste, thyroxine (T4), wordt door specifieke enzymen omgezet in de actieve vorm T3. Bij een lage bijnierreserve werkt deze omzetting niet goed, waardoor het lichaam vergiftigd kan worden met ongebruikte of onbruikbare T4.
En dat is nog niet alles. Om de cellen van het lichaam binnen te gaan, moet T3 zich eerst binden aan receptoren in de celwand. Als de bijnieren niet goed werken, ontstaat er ook een tekort aan goed werkende receptoren, waardoor T3 de cel niet of moeilijker binnenkomt.
Als er niet voldoende receptoren zijn, kan de aanwezige T3 dus niet goed worden gebruikt en zelfs giftig worden, doordat het zich ophoopt. Dit laat zien hoe belangrijk de bijnieren zijn. En ook: hoe belangrijk het is om bij een te lage bijnierreserve, de bijnieren te ondersteunen.
Wanneer het niet lukt om een normale gezondheid terug te krijgen met een supplement van schildklierhormoon, kan het heel goed zijn dat een bijnierprobleem daar de oorzaak van is. Artsen houden hier echter meestal geen rekening mee. Zij realiseren zich vaak niet dat er sprake is van een lage bijnierreserve en herkennen de ziekte van Addison soms zelfs niet.
Aan het begin van een behandeling met schildklierhormoon moet een arts altijd nagaan of de bijnieren goed werken. Als een patiënt niet reageert op een supplement van schildklierhormoon of zich daar slechter door gaat voelen, is de kans groot dat dit komt door een lage bijnierreserve. Gelukkig is het niet zo moeilijk om uw bijnieren in optimale conditie te houden en bij schade te ondersteunen (zie kaderteksten).
Een laatste waarschuwing
Als u schildklierhormoon gebruikt om uw stofwisseling weer op peil te krijgen, kan dit leiden tot extra belasting van uw bijnieren, die daardoor mogelijk tijdelijk minder goed zullen werken. Dit heeft invloed op de omzetting en opname van schildklierhormoon; het ongebruikte schildklierhormoon kan zich ophopen, wat kan leiden tot een T4-vergiftiging. Symptomen daarvan zijn: je niet lekker voelen, een snelle hartslag en zelfs pijn op de borst.
In dat geval moet u stoppen met schildklierhormoon en moeten uw bijnieren worden ondersteund. Pas na een tijdje mag u weer schildklierhormoon gaan gebruiken. Dit maakt meteen duidelijk waarom u altijd met een bevoegd arts in zee moet gaan die ervaring heeft met natuurlijke ondersteuning van de bijnieren.
Naar het boek van Durrant-Peatfield: Your thyroid and how to keep it healthy, 2e dr. (Londen: Hammersmith Press, 2006).
[Kadertekst 1:] Hoe weet u wanneer uw bijnieren onvoldoende werken?
Het kan nuttig zijn – hoewel het niet altijd mogelijk is – om uw bijnierwerking te checken door de cortisol in uw bloed te laten meten. De hoeveelheid cortisol in het bloed kan echter sterk variëren, afhankelijk van het tijdstip van de dag en de hoeveelheid stress op het moment van de bloedafname. Een laborant in een witte jas die een naald in uw arm steekt, kan in enkele ogenblikken de hoeveelheid cortisol in uw serum zomaar doen verdubbelen.
Het is zelfs nog ingewikkelder, want ook bij een lage bijnierreserve wordt soms toch een normale hoeveelheid cortisol gemeten.
Een test die vaak wordt gebruikt om de werking van de bijnieren te meten, is de Synacthen-test. Bij deze test krijgt u het hormoon ACTH ingespoten, waarna gedurende een uur de hoeveelheid cortisol wordt gemeten. Deze test geeft helaas vaak ten onrechte een negatieve uitslag; hij laat pas zien dat er een probleem is als de bijnieren al bijna volledig zijn uitgeput. In mijn ervaring zijn de volgende tests veel nuttiger:
• Serum-DHEA-sulfaat. De bijnieren produceren meer DHEA dan andere hormonen, dus een laag DHEA-gehalte geeft aan dat de bijnieren slecht werken. Bij patiënten die al lange tijd een lage bijnierreserve hebben, kan de biochemische omzetting van pregnenolon tot cortisol in de bijnieren geblokkeerd zijn. Dit kan weer tot gevolg hebben dat DHEA zich ophoopt, en cortisol de hele dag door ongewoon vlak reageert.
• Speekseltest (adrenale stressindex). Dit is een zeer waardevolle test, hoewel reguliere artsen er meestal weinig heil in zien. De twee belangrijkste bijnierschorshormonen, cortisol en DHEA, worden gedurende 24 uur regelmatig gemeten in het speeksel. De gemeten gehaltes geven waardevolle informatie over de hoeveelheid stress die de bijnieren ondervinden, en hun reactie daarop.
• De 24 uurs urinetest. Deze test geeft informatie over de afbraakproducten van cortisol, en geeft een goed overzicht van de productie van cortisol en schildklierhormoon gedurende een etmaal.
[Kadertekst 2:] Wat kunt u tegen bijnierstress beginnen?
U kunt bijnierstress tegengaan door al het mogelijke te doen om de oorzaken ervan weg te nemen. Dit zijn de belangrijkste manieren om uw herstelmechanismen aan het werk te zetten:
1 Dieet
• Eet onbewerkt, biologisch voedsel en ga na of u overgevoelig of allergisch bent voor bepaalde voedingsmiddelen.
• Vermijd lange perioden van vasten. Eet liever vier maal per dag.
• Kies voor voedingsmiddelen en kruiden die de bijnieren ondersteunen: waterkers, peterselie, rode iep, yucca, kokosolie/kokosmelk en koninginnegelei (royal jelly).
• Controleer of u de juiste verhouding van kalium en natrium binnenkrijgt. De ideale verhouding is 5:1. Goede bronnen hiervoor zijn bananen, aardappelen en verse groenten en fruit, waaronder avocado.
• Vermijd koffie, sigaretten en andere stimulerende middelen. Mensen met slecht werkende bijnieren kunnen soms zelfs kleine hoeveelheden alcohol al slecht verdragen.
• Eet zo min mogelijk geraffineerde, bewerkte koolhydraten zoals brood, cake, koek en snoep.
2 Supplementen
• Vitamine C: is essentieel voor enzymprocessen in de reeks reacties in de bijnieren. Daarom hebt u er tijdens stress veel meer van nodig.
• Vitamine B5 (pantotheenzuur): is een cofactor die nodig is bij vele omzettingen in de reeks reacties in de bijnieren. Een tekort eraan gaat gepaard met een verminderde werking en krimp van de bijnieren. Eet daarom veel volkorengranen, groenten, bloemkool, broccoli, zalm, lever, zoete aardappelen en tomaten.
• Zoethoutwortel: bevat stoffen die de werkingsduur van cortison verlengen, door het remmen van de enzymen die cortison afbreken.
• Koreaanse, Chinese of Siberische ginseng: deze zogenoemde ‘adaptogenen’ helpen het lichaam om te gaan met stress door biologische processen, waaronder het ondersteunen van de immuunfunctie en het bestrijden van infecties.
• Essentiële vetzuren: ook deze stoffen zijn noodzakelijk, vooral omega 3-vetzuren (we hebben namelijk over het algemeen te veel omega 6 en omega 9-vetzuren). Goede bronnen zijn visolie en lijnzaadolie.
• Vitamine B6: goede bronnen zijn vis, runderlever en ander orgaanvlees, zetmeelrijke groenten en fruit (maar geen citrusvruchten).
• Co-enzym Q10: goede bronnen zijn rundvlees, sardientjes en orgaanvlees.
• Mangaan.
• Magnesium.
• Zink.
• Chroom.
• Koper.
• Vrije flavonoïden: ook bekend als ‘aglyconen’. Dit zijn de biologisch actieve, niet suikergedeelten van glycosiden (zoals genisteïne en daïdzeïne) die door het lichaam worden opgenomen.
3 Leefstijl
• Vermijd emotioneel werk en financiële stress zoveel mogelijk.
• Ga vroeg naar bed (rond 10 uur ’s avonds). Cortisol wordt vooral ’s nachts gevormd, met name vlak voordat u wakker wordt. De hoeveelheid cortisol neemt in de loop van de dag langzaam af en wordt tijdens de slaap weer aangevuld.
• Breng minder tijd door voor tv- en computerschermen.
• Gebruik ontspanningstechnieken zoals yoga en meditatie, of biofeedback.
• Voldoende lichaamsbeweging, met name wandelen, brengt rust in uw hoofd.
4 Als extra ondersteuning nodig is
Als alle hierboven beschreven maatregelen niet helpen, kunt u samen met uw arts overwegen om een supplement van bijnierextract te slikken. Meestal is zo’n extract gemaakt van een concentraat van runderbijnieren. De extracten bevatten alle bijnierhormonen plus de enzymen die nodig zijn voor de vorming van deze hormonen. Samen met uw eigen bijnieren brengen ze uw bijnierfunctie weer op peil. Doe dit echter beslist alleen samen met een bevoegde, ervaren arts. De extracten zijn via internet te bestellen.
Wanneer de werking van de bijnieren eenmaal tot een normaal niveau hersteld is (meestal na twee tot drie weken), kunt u beginnen met een supplement van schildklierhormoon. Meestal moet u nog een aantal maanden doorgaan met het ondersteunen van de bijnieren en dat pas daarna langzaam afbouwen.
Bij een ernstig verstoorde bijnierfunctie zijn natuurlijke bijnierextracten niet voldoende. Dan kunt u de reacties in de bijnieren ook direct ondersteunen met de hormonen pregnenolon, DHEA of 7 keto DHEA.
Als bloedonderzoek uitwijst dat de vorming van cortisol geblokkeerd is ter hoogte van 17 OH pregnenolon (een hormoon waaruit oestrogeen wordt gemaakt), kunt u biotine nemen om de vorming van het enzym 21 hydroxylase op peil te houden. De supplementen zijn via internet verkrijgbaar.
[Kadertekst 3:] Wanneer moet u uw bijnieren ondersteunen?
• Als ongewoon lage gehaltes DHEA en ongewoon hoge gehaltes cortisol aangeven dat er sprake is van een te hoge belasting van de bijnieren, of wanneer ongewoon lage gehaltes cortisol en DHEA in het bloed wijzen op een zwakke bijnierfunctie.
• Als veel symptomen en klachten, met name bloeddrukdaling bij opstaan, wijzen op een zwakke bijnierreactie.
• Als een tekort aan schildklierhormoon lang aanhoudt en verergert.
• Als uw conditie na een eerdere behandeling met schildklierhormoon niet beter of zelfs slechter is geworden.
• Na een operatie aan de schildklier of een behandeling met radioactief jodium.
• Als bloedonderzoek geen afwijking aan de schildklier laat zien, maar u toch symptomen van een slechte schildklierwerking hebt.
• Na een zware operatie of trauma/shock door een ongeluk of ingrijpende gebeurtenis.
[Kadertekst 4:] Symptomen van een lage bijnierreserve
Gewichtsverlies
Geringe reactie op schildklierhormoon
Prikkelbaredarmsyndrooom
Verlangen naar zout of zoet eten
Darmklachten/diarree
Gevoeligheid voor kou/warmte
Lage bloedsuikerspiegel
Flauwvallen
Klam zweet
Geringe reactie op infecties
Herhaalde infecties
Astma
Spierzwakte in het hele lichaam
Algemene depressie/angst
Vermoeidheid
Geheugenverlies/verwardheid
Pijn in de rug/lendenen
Auto-immuunziekte
Veel moeite met inspanning
Sissend geluid in de oren
Hartkloppingen
Inwendig rillen
Spier- en gewrichtspijn
’s Nachts wakker worden met een gevoel van angst of naderend onheil
[Kadertekst 5:] Redenen om lage bijnierreserve te vermoeden
Langere/tragere achillespeesreflex
Koude handen/voeten
Bloeddrukdaling bij opstaan
Ongewone pigmentatie van de huid (in plooien, tandvlees en tepelhof)
Donkere wallen onder de ogen
Uitval van lichaamshaar
Droge, dunne huid
Niet-stabiele pupilreflex
Ademnood
Haaruitval op de onderbenen (bij mannen)
[streamers:]
De artsen vonden deze behandeling van haar schildklier en bijnieren ‘gevaarlijk’ en lieten haar ermee stoppen.
De effecten van een tekort aan schildklierhormoon zijn bij iedereen anders.
Cortisol is dé stressbestrijder van ons lichaam.
Eén aandoening wordt vaak door artsen over het hoofd gezien: een te lage bijnierreserve.
Het is goed denkbaar dat het gebruik van thyroxine bij iemand die dit niet goed kan omzetten, een volledige bijniercrisis veroorzaakt.
Een laborant in een witte jas die een naald in uw arm steekt, kan in enkele ogenblikken de hoeveelheid cortisol in uw serum zomaar doen verdubbelen.
Vaak krijgen patiënten de diagnose prikkelbaredarmsyndroom.
Mensen met slecht werkende bijnieren kunnen soms zelfs kleine hoeveelheden alcohol al slecht verdragen.
Als bloedonderzoek geen afwijking aan de schildklier laat zien, maar u toch symptomen van een slechte schildklierwerking hebt, hebt u bijnierondersteuning nodig.