Bij staar of cataract ontstaan er troebele, ondoorzichtige vlekjes op de lens van het oog. De vlekjes zorgen ervoor dat de lichtstralen die binnenkomen in hun beloop worden gestoord, waardoor er een onscherp beeld op het netvlies wordt geprojecteerd. Mensen gaan wazig zien, zowel dichtbij als veraf. Andere klachten die kunnen optreden, zijn: kleurverandering; dubbel- of schaduwbeeld in één oog; last van verblinding, schittering of tegenlicht; wisselende brilsterkte; en slecht zien in het donker.
De aandoening wordt vaak beschouwd als een onvermijdelijk onderdeel van het ouder worden. Maar onderzoek wijst erop dat onze voeding, leefstijl en zelfs de medicijnen die we slikken, een rol kunnen spelen in de ontwikkeling van staar. Er zijn dus wel degelijk dingen die u kunt doen – en laten – om te voorkomen dat de aandoening verergert. Hieronder volgen enkele eenvoudige regels die daarbij kunnen helpen. Om cataract, dat vaak ‘grauwe staar’ of ‘grijze staar’ genoemd wordt, niet te verwarren met glaucoom, dat in de volksmond ook wel ‘groene staar’ heet, hanteren we in dit artikel verder de term ‘cataract’.
Neem uw medicijnen onder de loep
Selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s), hormoonvervangende therapie (HRT), statines, corticosteroïden en talloze andere geneesmiddelen zijn in verband gebracht met cataract.1 In een onderzoek onder meer dan tweehonderdduizend oudere patiënten hadden degenen die SSRI’s slikten – in veel landen de meest voorgeschreven soort antidepressiva – 15 procent meer kans op cataract. Het verband was het sterkst bij fluvoxamine: daarbij steeg de kans op cataract met 39 procent.2
Ga met uw huisarts in gesprek om na te gaan of de medicijnen die u slikt, de kans op cataract vergroten. Als dat zo is, is het de moeite waard om op zoek te gaan naar alternatieven.
Eet gezond
Volgens een studie waaraan meer dan 18.000 vrouwen meededen, kan uw voeding een gunstige uitwerking hebben op de gezondheid van uw ogen. Degenen die het gezondst aten en zich hielden aan de Amerikaanse voedingsrichtlijnen wat betreft groenten, fruit, granen, melk en vlees (of bonen, vis of eieren) en die niet te veel vet, verzadigde vetten, cholesterol en zout consumeerden, hadden 37 procent minder kans op het ontwikkelen van een nucleair cataract (kernstaar, de meest voorkomende vorm van cataract).
‘Voeding die rijk is aan allerlei vitaminen en mineralen kan eraan bijdragen dat deze veelvoorkomende vorm van cataract pas later optreedt’, concluderen de onderzoekers.3
Zorg voor meer antioxidanten
Een voedingspatroon dat rijk is aan antioxidanten of voedingssupplementen met antioxidanten – die vrije radicalen bestrijden – kon wel eens extra nuttig zijn in het voorkomen van cataract. Mensen die veel luteïne en zeaxanthine binnenkregen – krachtige antioxidanten die te vinden zijn in donkergroene bladgroenten, kiwi’s, druiven, maïs en eidooier – hadden minder kans op het ontwikkelen van een nucleair cataract. Luteïne en zeaxanthine zijn twee stoffen die zich concentreren in onze lens en het oog kunnen beschermen tegen beschadiging door zonlicht (ultraviolette straling). Deze schade maakt het oog vatbaarder voor cataract.4
Andere antioxidanten die kunnen helpen, zijn vitamine A, C en E, bètacaroteen en zink. Uit een tien jaar durend Australisch onderzoek onder meer dan 2.400 volwassenen van 49 jaar of ouder, bleek dat de ontwikkeling van cataract beduidend minder was bij mensen die meer vitamine C binnenkregen (uit voeding of supplementen) of een combinatie van verschillende antioxidanten (vitamine A, C en E, bètacaroteen en zink).5
Oxidatieve stress, een proces waarbij schadelijke reactieve stoffen ontstaan, speelt waarschijnlijk een rol in het ontstaan van cataract. Daarom is het logisch dat antioxidanten ons tegen cataract kunnen beschermen: die ruimen namelijk vrije radicalen op, zodat die de eiwitten en lensvezels in onze ogen niet langer kunnen beschadigen. Een onderzoek uitgevoerd in India liet zien dat mensen met meer antioxidanten in hun bloed – waaronder vitamine C, alfa- en bètacaroteen, zeaxanthine, luteïne en lycopeen – aanzienlijk minder kans hadden op cataract.6
Behalve het eten van een dieet dat rijk is aan antioxidanten, kunnen ook voedingssupplementen die allerlei verschillende antioxidanten bevatten, een goede oplossing bieden.
Zorg voor een gezond gewicht
Cataract is een van de vele goede redenen om te zorgen dat u afvalt of een gezond gewicht behoudt. Onderzoekers van de Harvard School of Public Health ontdekten dat mensen met een BMI (body mass index) van 30 of hoger – mensen die we ‘obees’ noemen – minimaal drie keer zoveel kans op cataract hadden als mensen met een normaal gewicht, dat wil zeggen met een BMI van 23 of lager.7
Blijf in beweging
Fit blijven door wandelen of hardlopen kan helpen uw ogen gezond te houden. Mannen die 64 km of meer per week hardliepen, hadden 35 procent minder kans om een cataract te ontwikkelen dan mannen die minder dan 16 km per week liepen, bleek uit onderzoek. De onderzoekers keken naar de tijd die het kostte om een wedstrijd van 10 km te lopen: dat is een goede graadmeter voor de conditie van iemands hart en longen, en zijn algehele gezondheid. Daaruit bleek dat degenen die sneller dan 4,75 meter per seconde liepen (dat is ruim 17 km/uur), de helft minder kans hadden op cataract dan de langzame renners.8
Drink met mate
Mensen die meer dan twee standaard alcoholische consumpties per dag drinken, maar ook geheelonthouders, hebben beduidend meer kans dat ze een cataractoperatie nodig hebben dan matige drinkers, blijkt uit onderzoek. Degenen die een of twee glazen alcohol per dag dronken, ondergingen 43 procent minder vaak een staaroperatie.9
Stop met roken
Als u rookt, stop daar dan mee, want rokers hebben vaker cataract.10 Waarschijnlijk hoopt het cadmium uit sigaretten zich in de lens op en veroorzaakt daar schade. Bovendien zit sigarettenrook boordevol vrije radicalen, dus waarschijnlijk is roken een aanslag op uw voorraad beschermende antioxidanten.11
Vermijd blootstelling aan zware metalen
Langdurige blootstelling aan lage doseringen giftige metalen – vooral lood – zorgt dat die zich ophopen in de lens. Een dergelijke opeenhoping verhoogt de oxidatieve last van de lens en leidt daardoor tot cataract.12 U kunt overwegen om een ervaren therapeut te raadplegen en na te gaan of u baat hebt bij een detox (ontgifting) van zware metalen.
[Kadertekst:] Veelbelovende behandelingen
Met de volgende natuurlijke middelen kunt u proberen de cataract te behandelen:
• Bosbessen zijn rijk aan anthocyanoside, een krachtige antioxidant die met name op de ogen werkt. Toen cataractpatiënten vier maanden lang een combinatie van bosbessen (die standaard tot 25 procent anthocyanoside bevatten) en vitamine E kregen, kwam de ziekte bij 96 procent van hen tot stilstand. In de controlegroep was dit slechts 76 procent.13
• Vitamine E (alfatocoferol) werd ook zonder bosbessen getest in een goed uitgevoerd onderzoek met vijftig patiënten met seniel cataract (ouderdomsstaar). Bij degenen die vitamine E kregen, groeide de omvang van de corticale cataract (cataract aan de buitenrand van de lens) aanzienlijk minder dan bij de placebogroep.
[Streamers:]
Talloze geneesmiddelen zijn in verband gebracht met cataract.
Luteïne en zeaxanthine zijn twee stoffen die zich concentreren in onze lens en die het oog kunnen beschermen.
Mensen met meer antioxidanten in hun bloed hadden aanzienlijk minder kans op cataract.
Cataract is een van de vele goede redenen om te zorgen dat u afvalt of een gezond gewicht behoudt.
Bij fluvoxamine steeg de kans op cataract met 39 procent.
Literatuur
1 BMJ, 2010; 340: c2197; Ophthalmology, 2009; 116: 652-7; Ophthalmology, 2010;
117: 424-30
2 Ophthalmology, 2010; 117: 1251-5
3 Arch Ophthalmol, 2010; 128: 738-49
4 Arch Ophthalmol, 2008; 126: 354-64
5 Am J Clin Nutr, 2008; 93: 338-47
6 Invest Ophthalmol Vis Sci, 2008; 49: 3328-35
7 Int J Obes Relat Metab Disord, 2002; 26: 1588-95
8 Invest Ophthalmol Vis Sci, 2009; 50: 95-100
9 Am J Ophthalmol, 2010; 150: 434-40
10 Arch Ophthalmol, 1997; 115: 1296-303
11 Br J Ophthalmol, 1998; 82: 186-8
12 JAMA, 2004; 292: 2750-4
13 Altern Med Rev, 2001; 6: 141-66
14 Ann Nutr Metab, 1999; 43: 286-9
15 Drugs R D, 2002; 3: 87-103