De juiste golflengte
Voor alle aspecten van het leven is het noodzakelijk dat moleculen met elkaar communiceren. Als u bijvoorbeeld opgewonden bent, geven uw bijnieren meer adrenaline af. De adrenaline geeft bepaalde receptoren de opdracht dat uw hart sneller moet gaan kloppen. De standaardtheorie hierachter is dat bepaalde, bij elkaar passende moleculen chemische informatie uitwisselen als ze elkaar tegenkomen.
Maar er is ook een andere theorie. De Russische wetenschapper Alexander Gurwitsch bedacht in de jaren twintig van de vorige eeuw dat een energieveld verantwoordelijk was voor onze celcommunicatie. Pas later zou zijn theorie wordenbevestigd, toen onderzoekers konden aantonen dat weefsels inderdaad een zwakke straling uitzenden die de celgroei van andere weefsels stimuleert.
Andere vroege studies naar dit fenomeen – inmiddels door veel wetenschappers herhaald – werden in de jaren veertig uitgevoerd door Harold Burr van de Yale Universiteit. Hij ontdekte energievelden rond allerlei soorten levende organismen, van schimmels tot salamanders en van kikkers tot mensen. Veranderingen in de elektrische lading leken verband te houden met groei, slaap, het weer aangroeien van geamputeerde lichaamsdelen (regeneratie), licht, water, stormen, zelfs de ontwikkeling van kanker.
Veel biologen en natuurkundigen hebben sindsdien voortgeborduurd op het idee dat straling en golven instructies door het lichaam versturen. De bekendste is misschien wel natuurkundige Herbert Fröhlich van de Universiteit van Liverpool, die de prestigieuze Max Planck-medaille kreeg. Hij was een van de eersten die zei dat een soort collectieve vibratie ervoor zorgt dat eiwitten met elkaar samenwerken, en de instructies van het DNA en de celeiwitten uitvoeren. Fröhlich voorspelde zelfs dat er net onder de celmembraan bepaalde frequenties konden worden opgewekt door golven in deze eiwitten. Hij vermoedde dat golven het communicatiemiddel waren waardoor de kleine activiteiten van eiwitten worden uitgevoerd, want ze zijn een goede manier om de activiteiten tussen enerzijds de eiwitten en anderzijds het systeem als geheel te synchroniseren.
Helaas is veel van zijn onderzoek in de vergetelheid geraakt door de ontdekking van hormonen en de opkomst van de biochemie. Die wetenschap verklaart alles aan de hand van deze ‘chemische boodschappers’ en de reacties daartussen.
Meer dan dertig jaar geleden ontdekte de Franse bioloog Jacques Benveniste dat elke molecule zijn eigen kenmerkende frequentie heeft, en dat zijn receptor of het molecule met bijpassende kenmerken op die frequentie afstemt. Eigenlijk zoals u uw radio op een bepaalde zender afstemt. Dit verklaart – beter dan toevallige botsingen van moleculen – hoe er in de biochemie vrijwel onmiddellijk een stroom van reacties op gang kan komen.
In het hoofdartikel van deze maand laten we zien dat er een nieuwe, veelbelovende behandeling is die onder de overkoepelende term ‘energiegeneeskunde’ valt. Dat is SCENAR, een klein apparaatje dat door de Russen is uitgevonden om kosmonauten gezond te houden terwijl ze in de ruimte verbleven.
De uitvinding werd vervolgens toegepast voor meer aardse doelen: aanvankelijk voor het verlichten van pijn, maar inmiddels voor alles, van spijsverteringsproblemen tot depressies. Het succes van SCENAR is nu door medische studies bevestigd. In de kern zijn wij mensen een energetische lading, En als we willen genezen, gaat het erom dat we weer op de juiste golflengte komen.
Lynne McTaggart en Bryan Hubbard