[Rubriek:] Uitgelicht
De invloed van zout op onze bloeddruk
Minder zout eten zouweleens de hart- en vaatproblemen kunnen veroorzaken die het juist moet voorkomen, blijkt uit nieuw onderzoek
Door Bryan Hubbard
We horen al jarenlang dat we minder zout moeten eten. Zoals iedere geneeskundestudent leert, verhoogt zout de bloeddruk, en hoge bloeddruk (hypertensie) veroorzaakt hartziekten, beroertes en hartinfarcten.
Tafelzout – of natriumchloride – is onze belangrijkste bron van natrium. We hebben natrium nodig voor het regelen van onze vochtbalans. Door te veel zout beginnen we vocht vast te houden, waardoor de druk die het bloed op de vaatwand uitoefent, stijgt. En dan hebt u hypertensie, althans zo luidt de theorie.
Idealiter gebruiken we maximaal 6 gram per dag. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zou dit 5 gram per dag moeten zijn; de Finse gezondheidsautoriteiten denken dat 3 gram nog beter is; en volgens de Canadese autoriteiten zou een schamele 2,3 gram per dag het beste zijn. Volgens het Voedingscentrum krijgen Nederlandse mannen gemiddeld 9,9 gram en vrouwen 7,5 gram per dag binnen. Het meeste daarvan zit in voedingsmiddelen die we kopen.
Als we allemaal de aanbevolen hoeveelheid zouden consumeren, zou onder mensen met hypertensie de sterfte door beroerte met 14 procent dalen en die door coronaire hartziekte met 9 procent. Bij mensen met een normale bloeddruk zou dit respectievelijk 6 en 4 procent zijn, aldus onderzoekers. Wereldwijd zou dat jaarlijks neerkomen op 2,6 miljoen minder doden door hartziekte.1
Minder zout, meer sterfte
Maar in de afgelopen twintig jaar zijn onderzoekers op bevindingen gestuit die deze theorie tegenspreken. De laatste zijn die van de Canadese McMaster Universiteit, waar onderzoekers de gezondheid en voeding van meer dan 133.000 volwassenen onderzochten (gemiddelde leeftijd 55), van wie bijna de helft een hoge bloeddruk had. Ze ontdekten dat degenen met het minste natrium in hun urine – minder dan 3 gram/dag – vaker een hartinfarct of beroerte kregen dan degenen met meer natrium in de urine.2
Het patroon was gelijk bij mensen met en zonder hoge bloeddruk. Wel wijzen de onderzoekers erop dat het advies om weinig zout te gebruiken waarschijnlijk wel relevant is voor mensen met hypertensie die de gewoonte hebben veel zout te eten.
Maar het reduceren van zoutconsumptie kon bij anderen weleens tot onverwachte gezondheidsproblemen leiden, aldus de onderzoekers. Hoofdonderzoeker Andrew Mente: ‘Minder natrium gebruiken verlaagt de bloeddruk iets meer dan een normale natriumconsumptie, maar het heeft ook andere effecten – zoals een stijging van bepaalde hormonen – die de voordelen misschien teniet doen. De belangrijkste vraag is niet of je door heel weinig zout te nemen je bloeddruk omlaag krijgt, maar of het de gezondheid verbetert.’
De veronderstelde tegenstrijdigheid werd in 1984 ook al waargenomen, bij een groot nationaal onderzoek naar de gezondheid en voeding van Amerikanen. De onderzoekers merkten toen dat mensen met een tekort aan mineralen – met name calcium, kalium en magnesium: mineralen uit zout – veel vaker hypertensie hadden.
In vervolgonderzoeken werd precies hetzelfde ontdekt: mensen met weinig mineralen in hun voeding hadden een hogere bloeddruk, vooral de systolische druk (de bovendruk: het eerste getal van de bloeddruk, als het hart pompt).3
In de loop der jaren hebben ook andere onderzoekers dat fenomeen ontdekt. Een team van het Albert Einstein College voor Geneeskunde in New York hield de gezondheid bij van bijna 3000 mensen met milde of matige hypertensie. Degenen met het minste natrium in hun urine hadden vier keer zoveel kans op een hartinfarct als degenen met het meeste natrium.4
Meer kwaad dan goed
Onderzoekers van de Universiteit van Leuven in België gaan nog verder: zij trekken het advies om minder zout te eten in twijfel en zeggen dat dat meer kwaad doet dan goed. Ze hielden acht jaar lang de gezondheid van meer dan 3600 volwassenen bij. Aan het begin had niemand een hartziekte en meer dan 2000 deelnemers hadden een gewone bloeddruk. Tijdens het onderzoek stierf 4 procent van de deelnemers die weinig natrium in hun urine hadden aan hart- en vaatziekten. Van de mensen met een normaal natriumgehalte was dat 2 procent en bij een hoog natriumgehalte 0,8 procent. De sterfte door hartziekte was dus aanzienlijk hoger bij degenen met het minste natrium. En er was geen verband tussen veel natrium in de urine en een hoge bloeddruk.
‘Onze bevindingen weerspreken de computermodellen die schattingen maken van de levens en kosten die gespaard worden door minder zout te eten,’ zegt hoofdonderzoeker Katarzyna Stolarz-Skrzypek.5
Het Belgische onderzoek maakt duidelijk dat het idee dat je levens kunt sparen door minder zout te eten slechts een aanname is, geen hard feit. Er zijn drie biologische verklaringen waarom het eten van erg weinig zout contraproductief en misschien wel gevaarlijk kan zijn voor onze gezondheid:
1. Zout bevat veel mineralen die we nodig hebben voor onze botten, onze spieren en ons immuunsysteem. Als we te weinig zout binnen krijgen komen er renine (een enzym) en aldosteron (een hormoon) vrij, die ervoor zorgen dat de bloeddruk stijgt. Dat verklaart de veronderstelde tegenstrijdigheid van een hoge bloeddruk bij mensen die weinig zout binnenkrijgen.
2. De nieren passen de uitscheiding van natrium aan aan de hoeveelheid die u binnenkrijgt. Er is dus geen rechtstreeks verband tussen de hoeveelheid zout in uw voeding en de hoeveelheid natrium in uw lichaam. Dit verklaart de verschillende reacties op minder zout eten: bij sommigen stijgt de bloeddruk, bij anderen daalt die juist.
3. Minder zout eten verhoogt de insulineresistentie, de voorbode van diabetes type 2 en hart- en vaatziekten. Uit een onderzoek onder bijna 400 mensen met hypertensie bleek dat degenen die minder zout waren gaan eten, meer glucose en insuline in hun bloed hadden dan degenen die veel zout gebruikten.6
Waarschijnlijk zullen we hier pas zekerheid over krijgen als er een grootschalig en langdurig gecontroleerd onderzoek wordt gedaan naar hoe het mensen vergaat die weinig zout binnenkrijgen. Maar dat is een kostbare aangelegenheid. Tot die tijd, aldus Hillel Cohen, een van de onderzoekers van het Albert Einstein College voor Geneeskunde, moeten we het doen met beloften van een betere gezondheid die gebaseerd zijn op ‘wankele onderbouwingen’ en ‘ruwe schattingen’.7
Literatuur
1 J Hum Hypertens, 2002; 16: 761-70
2 Lancet, 2016; doi: 10.1016/SO140-6736(16)30467-6
3 Am J Hypertens, 2005; 18 [2 Pt 1]: 261-9
4 Hypertension, 1995; 25: 1144-52
5 JAMA, 2011; 305: 1777-85
6 Hypertension, 2014; 64: 1384-7
7 www.scientificamerican.com/article/its-time-to-end-the-war-on-salt/
[Kadertekst 2:] Niet geraffineerd
Het gaat niet om de hoeveelheid zout, maar om het soort zout, zegt David Brownstein, auteur van Salt your way to health en directeur van het Centrum voor Holistische Geneeskunde in Michigan.
De meesten van ons gebruiken geraffineerd zout, waar de meeste gezonde mineralen uit zijn gehaald. Levensmiddelenzout bestaat voornamelijk uit natrium en chloride, en een beetje jodium om een struma (schildkliervergroting) te voorkomen.
Ter vergelijking: ongeraffineerd zout bevat ongeveer tachtig spoorelementen, die een evenwichtige bijnierfunctie bevorderen, het lichaam op een natuurlijke manier helpen ontgiften, onze pH-waarde verhogen (dus ons lichaam minder zuur maakt), ons lipidenprofiel verbeteren, de bloeddruk verlagen, het insulinegehalte verlagen, en spierpijn en kramp tegengaan, aldus Brownstein.
Maar wat is ongeraffineerd zout eigenlijk? Het is geen zeezout uit de winkel. Veel geraffineerde zouten heten wel zeezout, maar dat is misleidend. Want feitelijk komt al ons zout uit de zee.
Ongeraffineerd zout bevat ongeveer tachtig mineralen en die horen op het etiket te staan. Ze geven het zout een iets andere kleur dan het wit van geraffineerd zout. Soms is het grijsachtig, soms rood, afhankelijk van de hoeveelheid mineralen. Ongeraffineerd zout is grof, en u kunt het niet met een gewoon zoutvaatje over uw eten strooien.
Koop Keltisch zeezout of echt zeezout, online of bij de natuurwinkel.
[Kadertekst 3:] Gevaarlijke grens
Hoge bloeddruk is een aandoening die aan mode onderhevig is. In de loop der jaren is de bovengrens gestaag gedaald, en wat vroeger als normaal werd beschouwd is tegenwoordig gevaarlijk.
Op dit moment hanteert de Europese richtlijn voor hypertensie 140/90 mmHg (millimeter kwikdruk) als bovengrens. In Nederland geldt alleen de bovendruk als criterium om bloeddrukverlagers voor te schrijven.
Onderstaande bloeddrukwaarden (in mmHg) zijn een algemene richtlijn, want ook leeftijd, ras, gewicht, sekse en leefstijl spelen een rol in het beoordelen van de gezondheid.
Normaal: lager dan 120/80
Prehypertensie: 120-139 bovendruk
Fase 1 hypertensie: 140-159/90-99
Fase 2 hypertensie: 160+/100+
Hypertensieve crisis (noodgeval): 200+/120+