Wanneer u ergens tegen aanloopt, is het verleidelijk om naar de wereld en de mensen om u heen te kijken voor een oplossing, een inzicht of een uitweg. Maar wat nou als u het omdraait?
Wat nou als u, wanneer u een vraag stelt, de vraag zélf gaat onderzoeken in plaats van op zoek te gaan naar een antwoord?
In deze column onderzoek ik iedere keer een vraag die veel mensen bezighoudt. Een pasklaar antwoord op deze vraag zult u hier niet vinden, maar juist meer vragen. Want een vraag is niet een opdracht tot het najagen van een antwoord. Een vraag is een uitnodiging om stil te staan, stil te staan bij de vraag.
De vraag bevragen
Vraag: ‘Ken ik mijn eigen lichaam het beste?’
Iedereen heeft een mening over hoe je gezond dient te leven. Advies wordt guitig rondgestrooid. Maar soms kunt u zich afvragen of dat advies wel voor u van toepassing is. Of kunt u toch beter wel luisteren? Zo rijst soms de vraag: ‘Ken ik mijn eigen lichaam het beste?’
Als filosoof wekt deze vraag bij mij nieuwsgierigheid op. Waarom wordt deze vraag gesteld? Maakt het antwoord op de vraag uit? Stel dat het antwoord op de vraag ‘ja’ zou zijn, of ‘nee’, heeft dat dan consequenties voor de vragensteller? Oftewel, wordt er eigenlijk naar méér gevraagd dan wat hier letterlijk staat?
Letterlijk of niet
Het gebeurt regelmatig dat de vraag of de woorden die iemand letterlijk uitspreekt, ook lijken te verwijzen naar andere dingen die de vragensteller op dat moment ook (of eigenlijk) denkt of bedoelt. Wanneer ik bijvoorbeeld een vriend vraag ‘Eet je wel voldoende?’, denk ik op dat moment misschien ook ‘Ben je ziek?’, ‘Ik maak mij zorgen om je’, ‘Je lijkt dunner dan de vorige keer’, ‘Wat zit je blouse wijd’ of ‘Ik geef om je’. Maar dat zijn allemaal dingen die ik op dat moment niet letterlijk zeg.
Terug naar de vraag
De vraag maakt een onderscheid tussen ‘ik’ en ‘mijn eigen lichaam’. Zijn dat twee verschillende dingen? En wat is dat ‘ik’ als het niet uw eigen lichaam is?
Tevens veronderstelt de vraag dat je een lichaam kunt kennen en dat daar gradaties in bestaan, zoals ‘het beste’. Zonder die laatste twee woorden in de vraag krijg je een heel andere vraag te pakken, namelijk: Ken ik mijn eigen lichaam? Deze vraag roept vervolgvragen op als:
Kan je je eigen lichaam kennen?
Kan je je eigen lichaam niet kennen?
Wat is ‘kennen’?
Wanneer ken je iets (in het algemeen) of je eigen lichaam (in het specifiek)?
Maar laten we toch nog even terug gaan naar ‘het beste’. Want wat wordt daar eigenlijk mee bedoeld? Is het de overtreffende trap van goed, beter, beste? Is het ‘het beste’ in vergelijking tot iets of iemand anders (bijvoorbeeld uw partner of de dokter)? Bestaat er een criterium voor hoe goed u iets kent? Hoe zit dat precies?
Ook hier ben ik opnieuw benieuwd waarom de vragensteller deze vraag stelt: wat maakt het antwoord op deze vraag uit?