De eerste 1000 dagen

De start van een nieuw leven wordt steeds vaker erkend als een kritieke periode voor de ontwikkeling van een kind. Het gaat om de eerste 1000 dagen: de 9 maanden van de zwangerschap en de eerste 2 jaren na de geboorte. In deze belangrijke eerste ontwikkelingsperiode wordt een blauwdruk gelegd voor de gezondheid in het verdere leven. Zo krijgt onder andere de darmflora vorm.

Onderzoeken laten zien dat een ongunstige ontwikkeling van de darmflora in de eerste twee levensjaren gevolgen heeft voor de gezondheid op latere leeftijd. Kinderen die worden geboren via een keizersnede of flesvoeding krijgen, hebben bijvoorbeeld op latere leeftijd vaker last van allergieën. Tevens blijkt op latere leeftijd de darmflora minder vormbaar dan in de kinderjaren.1 Het is dus noodzakelijk om de darmontwikkeling in de eerste 1000 dagen zo optimaal mogelijk te laten verlopen. In dit artikel leg ik uit hoe u een baby een zo goed mogelijke start kunt geven

De baarmoeder is toch niet steriel

Tijdens de zwangerschap vormt zich in razend tempo een nieuw mensje. In de buik van de moeder wordt het kindje afgeschermd tegen allerlei invloeden van buitenaf, waaronder verschillende micro-organismen zoals bacteriën en virussen. Tenminste, dat dachten we. Tot voor kort was de medische wereld ervan overtuigd dat een gezonde omgeving in de baarmoeder steriel is. Dit blijkt echter niet het geval te zijn. Met enige regelmaat verschijnen onderzoeken die laten zien dat de baby in de baarmoeder al wordt blootgesteld aan verschillende bacteriën. In de placenta, het vruchtwater en in het navelstrengbloed zijn (resten van) bacteriën van de moeder teruggevonden. Deze bacteriën komen uit de mond, de vagina en de darm en komen via het bloed in aanraking met de baby. Deze allereerste blootstelling aan micro-organismen lijkt een rol te spelen in de vorming van het immuunsysteem van het kind.2 Hiermee wordt duidelijker dat de bacteriële flora van de moeder niet alleen tijdens de bevalling van invloed is op de baby (waarover later meer), maar dat deze dus al veel eerder een rol van betekenis speelt.

Keizersnede geeft vaker gezondheidsproblemen

Tijdens de zwangerschap maakt de darmflora van de moeder een aantal veranderingen door. Een onderzoek van Koren en collega’s laat zien dat in het derde trimester van de zwangerschap de darmflora van de moeder te vergelijken is met de darmflora van iemand met het metabool syndroom. Dit illustreert dat de darmbacteriën aan het eind van de zwangerschap erg efficiënt zijn geworden in hun rol bij het opnemen van voedingsstoffen.3 Deze veranderingen stabiliseren zich overigens weer tot een gezonde darmflora na de geboorte. Daarnaast hebben de wetenschappers DiGiulio en Kiss aangetoond dat een gezonde vaginale flora tijdens de zwangerschap rijk is aan lactobacillen en dat een vermindering van lactobacillen de kans op een vroeggeboorte vergroot.4 De bacteriële flora, rijk aan lactobacillen, zorgt er mogelijk voor dat de flora die doorgegeven wordt aan het kind voldoende gunstige bacteriën bevat voor de start van het leven. Onderzoek van hoogleraar Ger Rijkers laat zien dat als de moeder vóór de geboorte start met een speciaal probioticum, de bacteriën ervan tijdens de bevalling worden doorgegeven aan het kind. Op latere leeftijd blijken deze kinderen minder last te hebben van (familiair) eczeem doordat het immuunsysteem beter is afgesteld.5

Er is een groot verschil te zien in de darmflora van kinderen die vaginaal of via een keizersnede geboren worden. De darmflora van de kindjes die via een keizersnede ter wereld komen, komt meer overeen met de bacteriën die aanwezig zijn op de huid van de moeder. Daarentegen krijgen kinderen via de vaginale weg juist de bacteriën uit de vaginale en anale flora van de moeder mee. De eerste maanden blijft dit verschil groot.6 Echter, na 3 tot 5 jaar kan men op basis van de darmflora niet meer bepalen op welke manier een kind geboren is. Toch krijgen kinderen die via een keizersnede geboren zijn vaker last van gezondheidsproblemen. Dit kan erop wijzen dat gedurende de eerste maanden het immuunsysteem op een zodanige manier afgesteld wordt dat deze minder bevattelijk is voor het ontwikkelen van verschillende ziekten. Het eerder genoemde onderzoek van Rijkers laat zien dat de effecten van het probioticum op het immuunsysteem plaatsvinden in de eerste drie maanden na de geboorte.5

Wellicht is het toch mogelijk om na een keizersnede een deel van de goede bacteriën aan het kind door te geven middels een ‘vaginale swap’. Dit houdt in dat een steriel doekje langs de vagina van de moeder wordt geveegd en daarna over het gezicht van de baby. Wetenschappelijk onderzoek laat nog tegenstrijdige resultaten zien op de lange termijn.7 Voorlopig is het dus een persoonlijke afweging van de ouders om dit al dan niet toe te passen na een keizersnede.

Borst- of flesvoeding

Naast de grote impact die de bevalling heeft op het ‘inzaaien’ van de darmflora, heeft ook de manier van voeden grote effecten op de ontwikkeling van de darmflora van het kind. Moedermelk bevat een scala aan gunstige voedingsstoffen voor de baby en verandert mee tijdens de ontwikkeling van het kind. De eerste moedermelk, het colostrum, is onder andere rijk aan afweerstoffen die de baby beschermen tegen ongunstige bacteriën. Verder is moedermelk rijk aan verschillende complexe suikers, waar de gunstige bifidobacteriën erg goed op groeien.1 Ondanks dat er grote stappen worden gemaakt in de samenstelling van flesvoeding, is het technisch helaas nog niet mogelijk om flesvoeding dezelfde diversiteit aan gunstige nutriënten mee te geven. Het geven van borstvoeding heeft dus de voorkeur boven flesvoeding. Maar wat nu als het geven van borstvoeding niet goed lukt? In dit geval is flesvoeding uiteraard noodzakelijk, maar u kunt dan wel op een aantal dingen letten. Let bijvoorbeeld goed op dat de melkpoeder geen toegevoegde suikers bevat.

Daarnaast kunnen toevoegingen van prebiotische vezels, zoals galacto-oligosachariden (GOS) en/of fructo-oligosachariden (FOS), omega-3 vetzuren en probiotica juist gunstig zijn voor de ontwikkeling van het kind. Verder kan het zinvol zijn om te kiezen voor een melkpoeder van biologische of biodynamische kwaliteit om de inname van bestrijdingsmiddelen en antibiotica te beperken.2 Overigens hoeft u niet te letten op de vitaminen en mineralen. Deze hoeveelheden zijn vastgesteld in de Warenwet, en zijn dus voor alle flesvoeding hetzelfde.

Voor 6 maanden geen vaste voeding

Nadat u de baby 6 maanden uitsluitend borstvoeding of flesvoeding heeft gegeven, kunt u langzaam beginnen met de introductie van vast voedsel. Ondanks dat het consultatiebureau adviseert al met 3 tot 4 maanden te beginnen met ‘oefenhapjes’ lijkt dit niet gunstig te zijn voor de darmen. De darmen zijn vóór een leeftijd van 6 maanden nog niet voldoende ontwikkeld om vast voedsel te kunnen verwerken. Verder bevat moedermelk of flesvoeding alle benodigde nutriënten en is vaste voeding niet noodzakelijk voor een goede groei in de eerste 6 maanden.

De introductiewijze van vast voedsel kan verschillen. U kunt kiezen voor potjes en (zelfbereide) hapjes of papjes, maar u kunt de voedingskeuze ook aan uw baby overlaten. Dit laatste wordt ook wel de Rapley-methode genoemd. Bij deze methode biedt u uw kind vanaf 6 maanden verschillende soorten groenten en fruit aan in grote stukken. Het kind kan op deze manier zelf ervaren hoe voedsel voelt, ruikt en smaakt. Op latere leeftijd worden kinderen die op deze manier leren te eten getypeerd als ‘makkelijke eters’. Dit kan gunstig zijn voor hun algehele gezondheid, omdat ze dan ook meer groenten eten én gevarieerder eten.8 Ter voorkoming van voedselallergieën kunt u een aantal dingen doen tijdens de introductie van vaste voeding. Allereerst is het belangrijk om borstvoeding te blijven geven. De immuunstoffen die worden doorgegeven via moedermelk zorgen voor tolerantie in het kind. Verder is het belangrijk om tussen de 6 en 8 maanden al potentiële voedselallergenen te introduceren (mits er geen voedselallergieën in de familie voorkomen. In dat geval kunt u beter een deskundige raadplegen). Afhankelijk van de manier waarop u voedsel introduceert, kunt u bijvoorbeeld al wat (geprakt) gekookt ei geven of een klein beetje pindakaas door de pap mengen. Juist de vroege introductie van potentiële voedselallergenen blijkt te beschermen tegen voedselallergie. Dit in tegenstelling tot wat jaren werd geadviseerd door deskundigen. Inmiddels is het wetenschappelijk zo goed onderbouwd om op jonge leeftijd al te introduceren, dat de kinderartsen in Nederland de richtlijnen hebben aangepast.9

Voorzichtig met antibiotica

De Wereldgezondheidsorganisatie raadt aan om borstvoeding te geven totdat een baby 2 jaar is, omdat dit de grootste gezondheidsvoordelen oplevert. Toch is dit, zeker in onze huidige samenleving, niet altijd realistisch. Geef daarom zo lang borstvoeding als comfortabel is voor de moeder en de baby.

Naast het geven van borstvoeding en het introduceren van vaste voeding zijn er nog andere zaken die de ontwikkeling van de darmflora van een baby kunnen beïnvloeden. In de eerste 1000 dagen van het leven gaat het dan met name om het gebruik van antibiotica. Gelukkig wordt binnen Europa, in Nederland het minst vaak antibiotica verstrekt. Toch heeft 25 procent van de kinderen tot 5 jaar één of meerdere keren een antibioticakuur gekregen. In veel gevallen gaat het dan om gebruik bij een (midden)oorontsteking, keelontsteking of bronchitis.10 Ondanks dat het soms noodzakelijk is om antibiotica te gebruiken, kan dit invloed hebben op de ontwikkeling van de darmflora. Er is een trend te zien waarin kinderen die op jonge leeftijd antibiotica krijgen, op latere leeftijd vaker last hebben van overgewicht, hooikoorts, astma en/of eczeem.1 1 Mocht het gebruik van antibiotica noodzakelijk zijn, dan kan het daarom zinvol zijn om tegelijkertijd de darmflora te ondersteunen. Na 2 jaar is de darmflora min of meer stabiel en is de blauwdruk voor het verdere leven bepaald. Veranderingen van de darmflora zijn dan nog wel mogelijk, maar hebben meer tijd nodig. Voor een optimale start van het leven zijn de eerste 1000 dagen dus van cruciaal belang.

Literatuur
1. Microb Ecol Health Dis. 2015 Feb 2;26:26050.
2. Gut Microbes. 2012 Jul-Aug;3(4):352-65.
3. Cell. 2012 Aug 3;150(3):470-80.
4. Proc Natl Acad Sci U S A. 2015 Sep 1;112(35):11060-5.
5. Allergy. 2009 Sep;64(9):1349-58.
6. Cell Host Microbe. 2015 Jun 10;17(6):852.
7. Nat Med. 2016 Mar;22(3):250-3.
8. Community Pract. 2011 Jun;84(6):20-3.
9. http://www.nvk.nl/Kwaliteit/Standpunten
10. https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/06/binnen-europa-in-nederland-minste-antibiotica-verstrekt
11. Nat Immunol. 2014 Apr;15(4):307-10.

Darmkrampjes te lijf

Een van de meest voorkomende babykwalen zijn darmkrampjes. Meestal is het onschuldig, maar raadpleeg bij aanhoudende problemen een arts. Krampjes ontstaan vaak tijdens of na een voeding. De baby begint te huilen en is bijna ontroostbaar. Als een baby er last van krijgt, is dit meestal rond een leeftijd van 6 weken. Na 4 maanden nemen de krampjes vaak weer af. Tegen de tijd dat vaste voeding wordt geïntroduceerd, rond 6 maanden, hebben de meeste baby’s er helemaal geen last meer van. Darmkrampjes kunnen ontstaan door de rijping van de spijsverteringsorganen en/of het vastzitten van lucht. Door een baby na een voeding goed te laten boeren, kunnen darmkrampjes verminderen. In enkele gevallen is een koemelkallergie de boosdoener. Dit moet worden vastgesteld door een arts. In tegenstelling tot wat men veelal denkt, is het bij het geven van borstvoeding niet goed aangetoond welke voeding die de moeder eet, invloed heeft op darmkrampjes. Soms kan het helpen om uit te proberen om bijvoorbeeld koolsoorten of koffie te laten staan, maar het advies blijft om ook tijdens de periode van borstvoeding zo gevarieerd mogelijk en volwaardig te eten. Tot slot zijn er aanwijzingen dat probiotica speciaal voor kinderen mogelijk kunnen helpen tegen darmkrampjes. 1
Literatuur
1. BMC Pediatr. 2013 Nov 15;13:186.

Spelenderwijs eten volgens Rapley

Onderzoekster Gill Rapley vond dat baby’s vanaf 6 maanden prima in staat zijn om zelf aan te geven wat en hoeveel ze eten, mits ze in de gelegenheid worden gesteld. Door het eten in de originele vorm aan te bieden (dus ongeprakt en niet gepureerd), kan de baby spelenderwijs leren om met eten om te gaan. Er zijn wel een aantal ‘regels’ die u moet naleven bij het volgen van deze methode. Allereerst is het belangrijk om het kind nooit alleen te laten met voedsel. Zeker jonge kinderen kunnen zich makkelijk verslikken in stukjes eten. Ondanks dat dit er vaak erger uitziet dan het is, moet u natuurlijk wel de noodzakelijke hulp kunnen bieden mocht er een stukje voedsel vast komen te zitten. Bovendien zorgt het samen eten ervoor dat de baby u kan na-apen.

Zorg ook altijd dat het kindje rechtop zit tijdens het eten, dit verkleint de kans op verslikken. Laat het kind altijd zelf het voedsel in zijn of haar mond steken en dring voedsel niet op. Ook dit verkleint de kans op verslikken, omdat het kindje zelf de controle heeft. Duw rondvormige voeding zoals bonen en (kikker)erwten voor het aanbieden een beetje plat, zodat deze niet de luchtpijp kunnen afsluiten mocht het kindje zich verslikken, en snijd om deze reden klein, rond fruit zoals druiven in de lengte doormidden.

Groenten en fruit zijn geschikte voedingsmiddelen om mee te experimenteren. Denkt u onder andere aan gekookte voeding, zoals: (zoete) aardappel, wortel, bloemkool- en broccoliroosjes, sperziebonen of pompoen. Rauwe groenten kunnen zijn komkommer of wortel. Geschikt fruit is appel, peer, banaan, perzik, mango, aardbeien of meloen.

Hoe groter het kindje wordt, hoe meer hij of zij zal eten en hoe beter het eten zal worden verteerd door de darmen. Zeker in het begin is deze manier van voeden geen vervanging van borst- of flesvoeding. Het kindje zal zelf aangeven wanneer u de borst- of flesvoeding kan afbouwen. Na een aantal maanden kunt u ook complexere smaken toevoegen aan het menu. Bijvoorbeeld pasta met tomatensaus, gegrilde groenten of geroerbakte groenten. Bied vooral alles aan het kindje aan. U ziet vanzelf wanneer het in de smaak valt!

Wat te doen als een kind antibiotica nodig heeft?

Soms is het onvermijdelijk dat een kind antibiotica nodig heeft. U kunt dan een aantal dingen doen om de darmflora en de weerstand van de baby te ondersteunen.

  • Gebruik tijdens en tot 2 weken na de antibioticakuur een probioticum speciaal voor baby’s en jonge kinderen. Geef het probioticum 2 uur vóór of ná het antibiotcum. Het probioticum kan worden toegevoegd aan flesvoeding of afgekolfde melk, of u smeert het probioticum op de tepel als u borstvoeding geeft.
  • Zorg ervoor dat het kindje voldoende vitamine D binnenkrijgt. De aanbeveling is 10 microgram per dag. Ter ondersteuning van de weerstand is een dosering tussen de 15 en 20 microgram beter. De maximale, veilige dosering voor kinderen tot 1 jaar is 25 microgram per dag.
  • Ter ondersteuning van het immuunsysteem kan ook aanvullend vitamine C worden gegeven. Het Voedingscentrum geeft aan dat kinderen tussen de 20 mg (tot 1 jaar) en 25 mg (tot 2 jaar) vitamine C per dag nodig hebben. Tijdens ziekte kan de behoefte echter verhoogd zijn. Kies voor een supplement in poedervorm met een niet-zure vorm van vitamine C. De dosering is afhankelijk van de leeftijd van het kind en het voedingspatroon. Laat u hierover dus adviseren door een deskundige.

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere artikelen van Cindy de Waard

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

Luister (niet) altijd naar je gevoel; Deel 1

Wat leren traditionele voeding en leefpatronen ons?

Aderverkalking: Een Stille Bedreiging voor de Gezondheid

Breekbare botten: Kun je osteoporose tegengaan?

Marktwerking en zorg?

Veel politici spreken zich uit over marktwerking in de zorg. Volgens sommigen helpt concurrentie om kosten te beteugelen. Volgens anderen leidt het juist tot meer kosten en minder kwaliteit. De uitspraken van voor- en tegenstanders zijn niet altijd onderbouwd. Ten...

Gastcolumn: Emoties kun je als voedsel verteren

Er is de afgelopen jaren een gestage toename te zien van het aantal mensen dat psychische aandoeningen ontwikkelt.1 Dat is zorgelijk, maar eigenlijk ook relatief eenvoudig te veranderen. De kern van het probleem is dat veel mensen hun emoties niet adequaat kunnen...

De borsten

Zacht, rond, fier, stevig, klein, hangend, veranderd of zelfs afwezig na een operatie… Borsten zijn er in vele prachtige soorten en maten. Ze bestaan uit vetweefsel, bindweefsel, ligamenten én borstklieren; elke borst is gevuld met zo’n vijftien tot twintig lobben die...

Holistische hulp bij een kinderwens

Zwanger worden, het lijkt zo vanzelfsprekend. Toch heeft 1 op de 5 stellen vruchtbaarheidsproblemen - en dat worden er steeds meer. In haar praktijk begeleidt Ingrid Schoonveld vrouwen met een onvervulde kinderwens. Schoonveld werkte al jaren in de communicatiesector...

Beter naar je gevoel (leren) luisteren deel 2

In het eerste deel van dit tweeluik las je waarom het een uitdaging kan zijn om naar je gevoel te luisteren. In dit tweede deel gaan we in op het maken van gezonde voedingskeuzen, door een situatie te creëren waarin je op je gevoel kunt leren vertrouwen. Belangrijke...

Cindy de Waard avatar

Over de auteur

Cindy de Waard is natuurgeneeskundige en farmaceutisch wetenschapper. Zij heeft zich enkele jaren beziggehouden met wetenschappelijk onderzoek op het gebied van darmgezondheid en richt zich op dit moment op het behandelen van mensen met darm gerelateerde klachten. Naast haar werkzaamheden als therapeut geeft zij gezondheidsvoorlichting met als doel het belang van een gezonde darm onder de aandacht te brengen.
Lees meer artikelen van Cindy de Waard