Als je naar de huisarts gaat met mentale of emotionele problemen krijg je vaak een verwijzing voor cognitieve gedragstherapie. Maar wat is dit precies en zijn er nog meer behandelmogelijkheden? Tamar Koninkx ging op onderzoek uit en deelt de resultaten.
Sinds de ontwikkeling van cognitieve gedragstherapie (CGT) in 1964 is het één van de meest gebruikte en wetenschappelijk onderzochte therapievormen. Vanuit het basispakket wordt het dan ook vergoed. Hoewel CGT in de wetenschappelijke literatuur op veel evidentie kan rekenen, is niet iedereen erbij gebaat. In dit artikel wil ik graag laten zien dat er meer behandelingen mogelijk zijn. Het grootste verschil tussen CGT en de andere hier besproken behandelwijzen is dat CGT het cognitieve gedeelte van de menselijke psyche als ingang neemt, terwijl de andere beschreven benaderingen meer holistisch zijn.
Meer over CGT
CGT gaat ervanuit dat niet de gebeurtenis zelf bepaalt hoe je je voelt, maar de manier waarop je deze interpreteert.
1 Aan de hand van een zogenaamd ‘G-schema’ breng je samen met je therapeut de vijf G’s in kaart: de gebeurtenis, je daaropvolgende gedachten, gevoelens en gedrag, en uiteindelijk het gevolg. Op deze manier word je je bewust van gedachten die niet-helpend en irrationeel zijn. En kun je kijken of je die gedachten kunt veranderen. Als je je afvraagt: ‘Wat denk ik nu en is dit realistisch? Welke andere manieren zijn er om naar de situatie te kijken?’ verandert je interpretatie van een situatie, oftewel het cognitieve proces, en daarmee je gevoel.
Vanaf de jaren ’80 tot na 2000 ontving CGT veel lof in de wetenschap: de effectiviteit bleek groot in een aanzienlijk aantal studies en trials. In 2015 verscheen een meta-analyse van Noorse onderzoekers, waarin de resultaten van 70 klinische studies naar de behandeling van CGT bij depressie tussen 1977 en 2014 werden samengenomen.
2 De effecten bleken over de jaren gestaag te zijn afgenomen. Patiëntvragenlijsten, de beoordelingen van hun therapeuten en de remissieaantallen lieten dat duidelijk zien. De positieve effecten van CGT leken dus minder stand te houden dan eerder gedacht. Nederlandse onderzoekers voerden in 2016 ook een metaanalyse uit.
3 Zij verzamelden 144 studies waarin CGT werd vergeleken met een controlegroep. Uit deze analyse bleek dat publicatiebias een vertekend beeld gaf van de effecten. Wanneer er werd gecorrigeerd voor publicatiebias, bleek de effectgrootte van CGT aanzienlijk kleiner dan aanvankelijk verondersteld. Daarnaast bleek slechts 17 procent van de geïncludeerde studies van kwalitatief hoogwaardig niveau. Dit zou kunnen betekenen dat de effectiviteit van CGT over de jaren is overschat.

TOELICHTING OP BEGRIPPEN
Cognitief proces: het denkvermogen van de mens, ofwel de informatieverwerking in de hersenen, zoals taal en leer- en geheugenprocessen.
Meta-analyse: deze verschaft in wetenschappelijk onderzoek soms een preciezere uitspraak over een resultaat dan een op zichzelf staand onderzoek. De resultaten van eerdere klinische studies worden in een meta-analyse namelijk met elkaar gecombineerd.
Publicatiebias: als de negatieve of onduidelijke resultaten níet en de positieve resultaten wél worden gepubliceerd, wordt deze vertekening in wetenschappelijk onderzoek publicatiebias genoemd.
Twee helften
Als je geïnteresseerd bent in andere behandelingen dan CGT, zijn de volgende holistische behandelwijzen wellicht interessant. Deze helpen iemand om ook fysieke, emotionele en zielsmatige aspecten waar te nemen. Het aantal lichaamsgerichte therapieën is eindeloos, en de hier genoemde therapieën zijn maar een deel van wat deze wereld te bieden heeft.
Ook bijvoorbeeld haptonomie, rebalancing, postural integration en creatieve therapieën verdienen de aandacht. Bij een lichaamsgerichte therapie helpt de behandelaar de cliënt om beter in contact te komen met zijn of haar lichaam.
Gevoelens, emoties en gedachtenpatronen kunnen op die manier in beweging worden gebracht. Dit kan iemand helpen om balans te vinden in zichzelf.
Soms kan op gevoelsniveau iets blijven sluimeren. En de emotionele gehechtheid aan een ‘denkfout’ wordt wellicht niet altijd verlicht door die gedachte als irrationeel te bestempelen en er een functionele tegenover te stellen, zoals in CGT gebeurt. Maar alles wat heel is heeft twee helften, en de ene therapievorm kan, wat mij betreft, naast de ander staan.
1. Emotional Freedom Techniques (EFT) EFT gaat ervan uit dat negatieve emoties worden veroorzaakt door een energetische verstoring. Het staat ook wel bekend als ‘tapping’: het combineert elementen van cognitieve therapie met acupressuur – het stimuleren van drukpunten op het lichaam.
In plaats van het plaatsen van naalden, zoals bij acupunctuur, wordt bij EFT met de vingertoppen op specifieke drukpunten geklopt. Terwijl je dat doet, koppel je een zin, het ‘setup statement’, aan pijnlijke gevoelens en herinneringen. Op deze manier zouden emotionele en fysieke blokkades kunnen worden opgelost. Wereldwijd beoefenen miljoenen mensen EFT; in 2022 downloadden drie miljoen mensen de zelfhulpinstructies online.
EFT kan door een professional worden uitgevoerd, via een trainingsprogramma aan de cliënt worden aangeleerd, als groepstherapie worden aangeboden, en ook virtueel – in apps en online lessen – worden gebruikt.
In 2022 voerden Amerikaanse onderzoekers een metaanalyse uit, en vergeleken zo de resultaten van 56 EFTstudies. 4
Uit de resultaten bleek een gemiddeld tot groot positief effect van EFT op psychologische condities als angst, depressie en fobieën. Daarnaast bleek EFT effectief in het verbeteren van professionele- en sportprestaties.
De onderzoekers noemden ook de objectieve effecten van EFT die meetbaar zijn in het hormonale systeem en de hartfunctie. In geen van de geïncludeerde studies werden bijwerkingen gerapporteerd. De effectiviteit van EFT is daarnaast meermaals bewezen in de behandeling van posttraumatische stressstoornis.5
2. Gestalttherapie (GT) GT is een holistische therapievorm waarbij het vooral gaat over wat je in je lichaam voelt en ervaart, in het hier en nu. Het contact met jezelf en anderen staat hierbij centraal.
Als je je ontwikkelt, leer je manieren van omgaan met en relateren aan anderen. GT beoogt de ongewenste patronen te herstellen. De therapeut schenkt aandacht aan non-verbale aanwijzingen van de cliënt, zoals de lichaamsbewegingen, gezichtsexpressie en de toon van de stem.
Zo zou deze therapievorm de cliënt kunnen helpen zich flexibeler en creatiever aan te passen aan de omgeving. Omdat wetenschappelijk onderzoek aanzet tot reproduceerbare feiten, is onderzoek naar GT waarschijnlijk gering; elke sessie is bij deze therapie anders en geeft een uniek resultaat. Dit hangt samen met de ervaringsgerichte en experimentele aard van de therapie.
Desondanks kwam in 2019 een overzichtsartikel uit dat de effectiviteit van GT uit elf wetenschappelijke artikelen bevestigde.6 De therapievorm zorgde in de onderzoeken voor verbetering in onder andere zelfontwikkeling, het sociale leven en neerslachtige gevoelens.
3. Acupunctuur Acupunctuur komt uit de traditionele Chinese geneeskunde en is al duizenden jaren oud. Het is een door de World Health Organization erkende geneeswijze. Lichaam en geest worden binnen deze methode als één geheel beschouwd: geestelijke en lichamelijke ontwikkelingen beïnvloeden elkaar voortdurend.7
Om een therapeutisch effect te bereiken, worden naaldjes op acupunctuurpunten gezet. De disbalans in iemands energiehuishouding wordt op deze manier opgeheven. In een meta-analyse werden de resultaten van 29 studies uit Amerika, China en Korea gecombineerd.8
De resultaten tonen aan dat acupunctuur de ernst van een depressie significant kan verlagen. Dit effect hield stand wanneer acupunctuur werd vergeleken met placebo-acupunctuur of als toevoeging werd gebruikt bij een behandeling met medicatie. De onderzoekers zetten aan tot vervolgonderzoek, omdat er vragen blijven over de optimale vorm van acupunctuur – de hoeveelheid en de frequentie van de sessies, de rol van leefstijladvies en de mate van betrokkenheid van de patiënt.

4. Aromamassagetherapie Bij aromatherapie worden essentiële oliën van aromatische kruiden gebruikt voor de behandeling van lichaam en geest. Hierbij wordt het reukvermogen gestimuleerd, en dat beïnvloedt de hersenen. Het limbische systeem – het centrum van emotionele controle – is verbonden met het reuksysteem.
Zenuwcellen geven verschillende neurotransmitters af, afhankelijk van het type aroma – bijvoorbeeld serotonine en endorfine. Aromatherapie gaat er daarnaast vanuit dat geuren in staat zijn emoties in mensen te veranderen. Bij aromamassagetherapie worden de oliën via de huid in het bloed opgenomen, waardoor hun therapeutische effecten effectief worden. Lavendel- en rozemarijnolie zouden onder meer als antidepressiva werken, terwijl kamille ontstekingsremmend en kalmerend werkt.
Een recent onderzoek in Iran bekeek de effecten van aromamassagetherapie bij 38 bejaarden in een verpleeghuis. Zes weken lang werden de deelnemers drie keer per week gedurende 20 minuten gemasseerd.
Uit de resultaten bleek aromamassagetherapie effectief in het verlagen van angst en depressie.9 In het boek Aromecum van Harmen Rijpkema worden daarnaast wetenschappelijke overzichtsstudies omschreven die de effecten van essentiële oliën bij psychische problemen hebben onderzocht.10
Samengevat tonen de studies aan dat essentiële oliën kunnen zorgen voor een verbetering van humeur en slaapkwaliteit, en voor meer ontspanning.
5. Lichaamsbeweging Lichaamsbeweging is belangrijk voor zowel lichaam als geest. In wetenschappelijk onderzoek wordt dit dan ook in verschillende vormen en toepassingen getest, als een op zichzelf staande therapievorm of als toevoeging.
Zo combineren traditionele Chinese oefeningen – zoals bijvoorbeeld tai chi – fysieke, emotionele en spirituele elementen door middel van beweging en ademhaling. Maar ook interventies als hardlopen komen aan bod. Een Chinees onderzoek combineerde de resultaten van 44 studies in een meta-analyse.11 De resultaten onthulden een significante verbetering van depressieve symptomen door aerobic-oefeningen en traditionele Chinese oefeningen.
Beide toonden ook positieve effecten op stress. Oostenrijkse onderzoekers bekeken daarnaast de effecten van hardlopen op depressieve symptomen bij 68 jongvolwassenen. 12
In twee weken tijd jogden de deelnemers zeven keer een route van 5 kilometer door een natuurgebied in Oostenrijk. De resultaten toonden een significant effect: na de interventie rapporteerden de deelnemers lagere depressiescores dan voor de interventie.
In het boek Verademing, geschreven door (ex-)psychiater Bram Bakker en wielrenner Koen de Jong, wordt bovendien omschreven hoe voldoende beweging zou moeten worden gecombineerd met rustig ademen.13 Volgens de auteurs moet sporten samengaan met diepe ontspanning, waardoor energie kan worden herwonnen.
Alternatief of regulier?
Wanneer je het gevoel hebt dat het basispakket van CGT niet helpt of niet bij je past, is er dus een verscheidenheid aan alternatieve behandelwijzen. De beschreven behandelwijzen genieten allemaal een wetenschappelijke basis, de één wat meer dan de ander.
Waar CGT vooral een beroep doet op je cognitie, je kennen en weten, kunnen holistische behandelwijzen je helpen om ook fysieke, emotionele en zielsmatige aspecten waar te nemen.
De beschreven behandelwijzen zijn nog maar een fractie van wat de wereld aan alternatieven te bieden heeft in de behandeling van depressie- of angstgerelateerde problemen. En, zoals Toine de Graaf in zijn artikel in editie 2501 van Medisch Dossier al schreef: ‘Er is meer wetenschappelijk bewijs voor het effect van de alternatieven dan veelal gedacht.’ Zelf verder kijken is hierbij altijd een goed idee.
Bronnen
1. Fenn K, Byrne M. (2013). The key principles of cognitive behavourial therapy. InnovAIT; 6(9):579-585. doi:10.1177/1755738012471029
2. PMID: 25961373, DOI: 10.1037/bul0000015
3. PMID: 27717254, DOI: 10.1002/wps.20346
4. PMID: 36438382, DOI: 10.3389/fpsyg.2022.951451
5. PMID: 27889444, DOI: 10.1016/j.explore.2016.10.001
6. DOI: 10.4236/jss.2019.76005
7. https://www.acupunctuur.nl/pages/acupunctuur-toegelicht
8. PMID: 31370200, DOI: 10.3390/jcm8081140
9. PMID: 35280245, DOI: 10.3822/ijtmb.v15i1.645
10. Rijpkema, H. (2021). Aromecum (10e ed.). Chi.
11. PMID: 33429742, DOI: 10.1097/MD.0000000000023819
12. PMID: 34653905, DOI: 10.1016/j.cortex.2021.08.010
13. Bakker, B. & de Jong, K. (2019). Verademing. Uitgeverij Lucht.