28-03-2017

Borstkanker voorkomen

Er gaan steeds meer geluiden op om gezonde vrouwen medicijnen te geven die borstkanker moeten voorkomen. Maar die medicijnen zijn slecht voor botten en hart. Celeste McGovern gaat op zoek naar betere alternatieven.

De meeste mensen hebben nog nooit van aromataseremmers gehoord. Toch worden ze al jarenlang gebruikt door vrouwen die voor borstkanker zijn behandeld, om te voorkomen dat de ziekte terugkomt. Verder worden ze soms geslikt door bodybuilders die anabole steroïden nemen om spiermassa te ontwikkelen. Zij gebruiken aromataseremmers omdat die de oestrogeenspiegel in het lichaam verlagen en zo de bijwerkingen van steroïden – zoals borstontwikkeling en libidoverlies – tegengaan. Eigenlijk gebruiken ze dus de ene hormoonbehandeling om de nadelige effecten van de andere hormoonbehandeling tegen te gaan.
Dit is de meest voorkomende niet-geïndiceerde (‘off-label’) gebruiksvorm van deze medicijnen, die officieel alleen goedgekeurd zijn als hormoonbehandeling bij borstkanker.
Britse en Amerikaanse artsen worden nu echter aangespoord om aromataseremmers off-label voor te schrijven bij een ‘patiënten’-groep die uit gezonde vrouwen bestaat. De medicijnen kunnen namelijk worden voorgeschreven als een goedkoop middel dat de kans op borstkanker bij vrouwen kan halveren en tienduizenden levens kan sparen. Daar hebben verschillende Engelstalige kranten de afgelopen jaren over bericht.
Het Britse NICE, dat de kosteneffectiviteit van medicijnen beoordeelt, heeft eind 2016 een voorlopige richtlijn vrijgegeven, waarin het instituut adviseert om gezonde postmenopauzale vrouwen met een gemiddeld tot hoog risico op borstkanker de aromataseremmer anastrozol voor te schrijven, om daarmee hun kans op borstkanker te verkleinen.

Ook in de VS worden artsen aangemoedigd het medicijn off-label voor te schrijven – dat wil zeggen voor een behandeling waarvoor het FDA (het overheidsagentschap dat de kwaliteit van medicijnen controleert) het nog niet heeft goedgekeurd – om vrouwen te ‘behandelen’ die geen borstkanker hebben of hebben gehad, maar die een verhoogd risico hebben.

Normaal gesproken wordt het off-labelgebruik van een geneesmiddel niet bij artsen gepromoot, omdat de mogelijke giftige effecten van het geneesmiddel bij die behandeling nog niet zijn onderzocht en dus niet bekend zijn. Maar een uitzondering hierop is de zogeheten chemopreventie: preventieve medicijnen om de kans op borstkanker te verkleinen. Anastrozol is onlangs aan dit lijstje medicijnen toegevoegd. Tamoxifen en raloxifeen zijn twee andere middelen. Ze worden al jaren gebruikt als ondersteunende therapie om bij vrouwen die een borstoperatie, bestraling en chemotherapie hebben ondergaan, eventuele achtergebleven tumorcellen te doden. Maar de medicijnen kunnen dus ook aan gezonde vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker worden voorgeschreven.
Deze middelen beïnvloeden de oestrogeenproductie, en we weten dat bepaalde tumoren gevoelig zijn voor het hormoon oestrogeen. Tamoxifen is een selectieve oestrogeenreceptormodulator (SERM): het voorkomt dat oestrogeen zich aan de oestrogeenreceptoren van borstcellen bindt. Anastrozol remt de productie van het enzym aromatase (vandaar de naam aromataseremmer), waardoor de vorming van oestrogeen vermindert.
In 2013 adviseerde het NICE om gezonde premenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker tamoxifen of raloxifeen voor te schrijven. Maar alleen als ze geen verhoogd risico lopen op trombose en embolie (bloedpropjes) of baarmoederkanker (endometriumcarcinoom): twee bijwerkingen van dit middel. Het nieuwste advies van dit instituut luidt dus om postmenopauzale vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker vijf jaar lang anastrozol te geven, tenzij ze een ernstige vorm van osteoporose hebben.
Dit nieuwe advies betekent dat meer dan 620.000 Britse vrouwen voor het middel in aanmerking komen, en in de VS nog veel meer.

Een stap vooruit of terug?
Campagnevoerders hebben anastrozol al een middel genoemd dat vrouwen ‘een stapje dichter bij een toekomst zonder borstkanker brengt’. Delyth Morgan, voorzitster van het Britse kankerfonds Breast Cancer Now, noemde het advies van NICE ‘fantastisch nieuws’.
Maar ondanks het groene licht van de regulerende instanties zijn artsen tot nog toe niet bereid gevonden het risico te nemen anastrozol off-label voor te schrijven. Morgan wil daar verandering in brengen: ‘We moeten er nu voor zorgen dat de patiënten die er baat bij kunnen hebben deze risico verlagende keuzes mogen maken.’
Het is geen wonder dat liefdadigheidsinstellingen zo enthousiast zijn: de media hebben optimistisch melding gemaakt van de resultaten van een trial in achttien landen, waarin bijna 2000 vrouwen het medicijn slikten en ongeveer evenveel een placebo kregen. De conclusie was dat vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker die vijf jaar lang anastrozol slikten, hun risico op de ziekte met ongeveer 50 procent zagen dalen.1
Maar Vivianne Tjan-Heijnen, hoofd Medische Oncologie van het Maastricht UMC zegt dat de graag gehoorde interpretatie van de studie de voordelen van het medicijn veel te hoog waardeert. De studie meldt in werkelijkheid een vermindering van de ‘hazard ratio’ voor borstkanker, legt ze uit. De hazard ratio meet de kans dat zich een gebeurtenis voordoet. Anders gezegd: bij de vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker daalde de kans om de diagnose kanker te krijgen door het gebruik van anastrozol van 4 naar 2 procent. Dat was de gemelde daling met 50 procent.2
‘Dus eigenlijk is het effect slechts een zeer kleine vermindering van borstkanker,’ zei Tjan-Heijnen tegen What doctors don’t tell you.

Tegenstrijdige belangen
Als we de onderzoeksresultaten nader onder de loep nemen, blijkt inderdaad dat de algehele overlevingskans van de vrouwen in de studie niet verbeterde.2 Vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker die langdurig anastrozol slikten, waren niet beter af dan degenen die dat niet deden: 18 sterfgevallen in de anastrozolgroep tegen 17 in de placebogroep.1 Kortom: het medicijn redde geen levens.
Misschien hoeft het geen verbazing te wekken dat de farmaceutische bedrijven Astra Zeneca en Sanofi-Aventis, die de ‘blockbuster’ anastrozol produceren, de studie financierden. Dat deden ze samen met Cancer Research UK (het Britse kankerfonds), dat nauwe banden onderhoudt met Astra Zeneca, en met de Australische Raad voor Gezondheid en Medisch Onderzoek.
In werkelijkheid heeft geen enkele studie naar het gebruik van chemopreventieve medicijnen om borstkanker te voorkomen, het nut ervan kunnen aantonen wat betreft de overlevingskansen op lange termijn of het werkelijk voorkomen van kanker. Ook niet van tamoxifen en anastrozol.
Als er geen bewijs is dat de medicijnen hun leven verlengen, moeten vrouwen goed nadenken over de aanzienlijke risico’s van de behandeling, zegt David Cameron, klinisch directeur en hoofd Oncologie van het Western General Hospital van de Universiteit van Edinburgh. Toen de studie in het Britse medisch tijdschrift The Lancet werd gepubliceerd schreef hij: ‘De financiële kosten van chemopreventie bij borstkanker mogen dan gedaald zijn, de kosten van de toxiciteit [giftigheid] voor vrouwen zijn dat niet’.3

Ernstige bijwerkingen
Oestrogeen remmende medicijnen hebben talloze bijwerkingen die samenhangen met een oestrogeentekort. Om te beginnen moet anastrozol niet gebruikt worden door vrouwen die nog niet in de overgang zijn, want het middel stopt de eisprong en veroorzaakt onvruchtbaarheid. Bovendien vergroten tamoxifen en raloxifeen de kans op baarmoederkanker, dus vrouwen ruilen het ene kankerrisico in voor het andere.4
Verder is de vorming van bloedpropjes, die diepe veneuze trombose en longembolie kunnen veroorzaken, gemeld als bijwerking van deze medicijnen, net als dat er verhoogde kans bestaat op hartinfarct en beroerte: allemaal levensgevaarlijke aandoeningen.5
Hoewel de kans op bloedpropjes bij anastrozol als zeldzaam of niet frequent wordt beschouwd,6 komen ernstige gewrichtspijn en stijfheid voor bij een tot twee derde van de vrouwen die anastrozol slikken,7 Vrouwen die het medicijn gebruiken, klagen daarnaast aanzienlijk vaker over het carpaletunnelsyndroom.8 Verder hadden bij anastrozol meer vrouwen last van vasomotorische klachten (zoals opvliegers) en spier- of gewrichtsklachten dan bij een placebo, en vaak in gemiddelde tot ernstige mate.1,3
Gebruik van anastrozol blijkt ook tot zwakkere botten te leiden en osteoporose te veroorzaken, dat de kans op botbreuken vergroot. Dat risico is bij anastrozol groter dan bij tamoxifen: 10 procent tegenover 7 procent, volgens cijfers van Astra Zeneca.
Het bedrijf geeft ook toe dat uit klinische studies blijkt dat het cholesterolgehalte kan stijgen en er allergische huidreacties kunnen optreden. Verder zijn er veranderingen in het bloed en de leverfunctie gemeld, en ook droge ogen, staar en hoofdpijn. Veel voorkomende bijwerkingen zijn opvliegers, gewrichtspijn, zwakte, stemmingswisselingen en depressie, rugpijn, zere keel, braken, botbreuken, zwellingen en slapeloosheid.
Uit een studie uit 2014 naar tamoxifen en aromataseremmers bleek dat de ‘lijst met bijwerkingen die werden toegeschreven aan ondersteunende hormoontherapie lang was, en meer dan een derde [van de vrouwen] beschreef de ingrijpende impact ervan op hun dagelijks leven’. Naast de extreme overgangsverschijnselen rapporteerden sommige vrouwen dat ze zich suïcidaal voelden, terwijl de bijwerkingen andere vrouwen aanzetten tot het laten doen van botscans en onderzoeken om baarmoederkanker uit te sluiten.9
Geen wonder dat veel vrouwen de chemopreventieve behandeling niet volhouden: tegen het einde van het vijfjarige programma was 46 procent van hen al gestopt met de tamoxifen.10 Dat waren vrouwen uit de zogeheten Zusterstudie, die zelf geen kanker hadden maar wel een zus met borstkanker, en daarom een verhoogd risico hadden. Als deze vrouwen de bijwerkingen al niet voor lief wilden nemen, waarom zouden gezonde vrouwen zonder een dergelijk risico dan bereid zijn die te verduren?
De kwestie draait om het gebruikelijke probleem van de behandeling met een zeer giftige stof die moeilijk te verdragen is, gaf oncoloog David Margileth van het Saint Joseph Ziekenhuis in Californië toe op de website BreastCancerAnswers.
En volgens het Amerikaanse Kankergenootschap is het ook een statistische uitdaging om te achterhalen welke vrouwen dit ‘verhoogde risico’ precies lopen en dus aan deze extreme giftigheid moeten worden blootgesteld.11
Cameron meldde in The Lancet dat artsen al in 2002 wisten dat, wil chemopreventie voordeel opleveren, het aan drie voorwaarden moet voldoen: het moet leiden tot een daling van de werkelijke sterfte door borstkanker; het moet een ‘beter veiligheidsprofiel’ blijken te hebben; en er moet een manier gevonden worden om ‘de medicijnen gericht aan díe vrouwen te geven die ze het hardst nodig hebben’. We zijn inmiddels vijftien jaar verder en chemopreventie is nog geen stap dichter bij het voldoen aan die criteria.

Leefstijlveranderingen
In de inleiding op het internationale onderzoek naar anastrozol uit 2014 merken de auteurs op dat hoewel ‘verbeteringen in de leefstijl een belangrijk onderdeel zijn bij het voorkomen van borstkanker’ – veranderingen die ook erkend worden in de wetenschappelijke literatuur over borstkanker – de focus nog steeds ligt op preventie met medicijnen.
Plastisch chirurg Christine Horner was zich al in de jaren ’90 bewust van deze tegenstrijdigheid. Horner, die reconstructieve chirurgie toepaste bij vrouwen die een borstamputatie (mastectomie) hadden ondergaan, streed tegen de Amerikaanse verzekeraars die weigerden borstreconstructie te vergoeden omdat ze dat ‘overbodig’ achtten. Haar inspanningen resulteerden in een federale wet die de particuliere verzekeraars verplichtte alle stappen van borstreconstructie na een conventionele behandeling te dekken.
Maar Horner merkte ook dat haar mastectomiepatiënten steeds jonger werden: ze voerde zelfs reconstructies uit bij vrouwen in de twintig. Ze ging op zoek in de literatuur over het medisch onderzoek en ‘wat ik vond, inspireerde me, gaf me hoop en wekte vervolgens mijn ergernis,’ vertelt ze in haar boek Waking the warrior goddess uit 2007.
Horner ontdekte dat onderzoek had aangetoond dat natuurlijke voedingsmiddelen, kruiden, specerijen, supplementen en veranderingen in leefstijl de kans op borstkanker aanzienlijk verlagen, en tegelijk de effectiviteit van de standaard medische behandelingen verhogen en bescherming bieden tegen schadelijke bijwerkingen. Ze schrijft zelfs: ‘Goed, degelijk onderzoek, gepubliceerd in peer-reviewed (door collega’s getoetste) tijdschriften, laat zien dat deze zaken zelfs kunnen helpen bij vrouwen die al borstkanker hebben: ze kunnen de tumorgroei vertragen, uitzaaiingen voorkomen en zelfs de afmeting van hun tumoren doen slinken.’12

Kans op borstkanker
De kans om borstkanker te krijgen neemt met de leeftijd toe. Bij iemand van twintig is de kans heel klein. Na het veertigste levensjaar krijgt meer dan 1 op de 1000 vrouwen borstkanker; na het vijfenveertigste jaar meer dan 2 op de 1000; tussen de 60 en 74 jaar komt het bij meer dan 3 op de 1000 vrouwen voor.
Deze cijfers betekenen dus ook dat de meeste vrouwen – namelijk 88 procent – nooit borstkanker zullen krijgen.
Van alle borstkankergevallen wordt ongeveer 5 tot 10 procent veroorzaakt door een erfelijke aanleg. Er is dan sprake van een foutje in het BRCA1- of BRCA2-gen.13 Dat betekent dat in ruim 90 procent van de gevallen andere oorzaken een rol spelen bij het ontstaan van borstkanker.
Zwangerschap, vroege zwangerschap en borstvoeding bieden bescherming tegen borstkanker. Vrouwen die hun eerste kind krijgen voordat ze 20 zijn, hebben 50 procent minder kans de ziekte in hun leven te ontwikkelen. Die kans wordt nog kleiner als ze borstvoeding geven.14
Andere leefstijlfactoren die de gezondheid van borsten kunnen beïnvloeden, zijn onder andere regelmatig in de zon gaan zitten om de vitamine D-spiegel een oppepper te geven, het drinken van groene thee en het eten van lijnzaad en van producten die rijk zijn aan vitamine A.15
Waar het om gaat is dat vrouwen geen pillen hoeven te slikken om borstkanker te voorkomen. Zij kunnen zichzelf beschermen door gewoon hun leefstijl kritisch onder de loep te nemen en een aantal natuurlijke kankerbestrijders dagelijks op het menu te zetten (zie kadertekst).

Literatuur:
1 Lancet, 2014; 383: 1041-8
2 www.onclive.com/conference-coverage/sabcs-2016/six-years-of-anastrozole-after-adjuvant-tamoxifen-not-better-than-3-years
3 Lancet, 2014; 383: 1018-20
4 J Clin Oncol, 2008; 26: 4151-9
5 Thromb Res, 2012; 130: 27-31
6 www.breastcancer.org/research-news/20101210; www.uofmhealth.org/health-library/d03873a1
7 J Pain, 2013; 14: 290-6; BMC Cancer, 2014; 14: 467
8 J Clin Oncol, 2016; 34: 139-43
9 BMJ Open, 2014; 4: e005285
10 J Natl Cancer Inst, 2014; 107: 354
11 www.cancer.org/acs/groups/cid/documents/webcontent/002585-pdf.pdf
12 Horner C. Waking the Warrior Goddess: Dr. Christine Horner’s Program to Protect Against & Fight Breast Cancer. Laguna Beach, CA: Basic Health Publications, 2007
13 www.brca.nl
14 Endocr Relat Cancer, 2007; 14: 907-33; Int J Prev Med, 2014; 5: 791-5
15 Cancer Epidemiol Biomarkers Prev, 2011; 20: 187-98; www.drfuhrman.com/learn/library/articles/77/ten-strategies-for-preventing-breast-cancer

[Kadertekst:] Lekker in de zon
Het enorme aantal onderzoeken naar vitamine D laat steeds dezelfde uitkomst zien: we hebben deze vitamine – eigenlijk een hormoon dat ons lichaam produceert bij blootstelling aan zonlicht – nodig voor talloze lichamelijke functies. Er blijken dan ook verbanden te bestaan tussen een tekort aan vitamine D en tientallen ziekten, waaronder alzheimer, parkinson, auto-immuunziekten, vroegtijdige veroudering en achttien soorten kanker, waaronder borstkanker.
Veel mensen hebben, zonder dat ze dat weten, een tekort aan vitamine D. Ook in Nederland bleek, in een onderzoek gepubliceerd in 2015, dat bijna 60 procent van de mensen een vitamine D-tekort had. In de stad waren er meer mensen met een tekort dan op het platteland en ’s winters waren er meer dan ’s zomers.1
Dat laatste is niet zo verbazingwekkend: zonlicht is de belangrijkste bron van vitamine D. Als u de vitamine niet uit zonlicht kunt halen, gebruik dan een supplement. Gezonde mensen hebben meestal ongeveer 50 microgram extra vitamine D3 per dag nodig. Maar die hoeveelheid verschilt aanzienlijk van persoon tot persoon, afhankelijk van uw huidige vitamine D-gehalte, uw leeftijd, huidskleur en hoe vaak u in de zon komt. Het heeft dus zin om dit te laten testen. Artsen zijn zich tegenwoordig bewust van de verschillen per persoon en u kunt bij uw huisarts om een bloedtest vragen.
Let op: de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH) van de Nederlandse Gezondheidsraad is aanzienlijk lager (10-20 microgram), maar de maximaal toegestane dosering is 75 microgram per dag.2 De Europese voedselautoriteit EFSA hanteert zelfs 100 microgram per dag als bovengrens.
Uit een studie uit 2016 bleek dat van 1666 vrouwen die borstkanker hadden gehad, degenen met de hoogste concentratie vitamine D in hun bloed de beste kansen hadden – namelijk ongeveer 30 procent – om te overleven.3

Literatuur:
1 Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde, 21 april 2015
2 www.gezondheidsraad.nl
3 JAMA Oncol, 2016 Nov10;doi:10.1001/jamaoncol.2016.4188

[Afbeelding] Eet Aziatisch
Soja: er wordt door sommigen tegen gewaarschuwd en door anderen wordt het opgehemeld. Veel artsen adviseren vrouwen om geen sojaproducten zoals sojabonen, natto (gefermenteerde sojabonen uit Japan) en tempé te eten, omdat ze denken dat het tot gevaarlijke hormoonspiegels kan leiden. Maar plastisch chirurg Christine Horner noemt soja een ‘hoofdrolspeler in uw wapenarsenaal tegen borstkanker’, vooral omdat onder Aziatische vrouwen van oudsher minder borstkanker voorkomt dan onder westerse vrouwen.
Uit een studie van het Japanse Onderzoeksinstituut voor Kanker in Tokio bleek dat vrouwen die minstens drie kommen misosoep per dag aten, hun borstkankerrisico zagen halveren vergeleken met degenen die minder dan één kom misosoep per dag aten.1 Miso is pasta van gefermenteerde sojabonen.
Een onderzoek naar de voedingsgewoonten van meer dan 9000 Amerikaanse en Chinese overlevenden van borstkanker liet zien dat de gemiddelde dagelijkse consumptie van isoflavonen uit soja (een bepaald soort flavonoïden) door Amerikaanse vrouwen slechts 3 mg was, terwijl de gemiddelde hoeveelheid voor vrouwen in Sjanghai 46 mg bedroeg. Degenen die de meeste sojaproducten aten – met daarin minstens 10 mg isoflavonen per dag – hadden een significant lagere kans dat de borstkanker terugkeerde dan de vrouwen uit de groep die bijna geen sojaproducten at (3,68 mg of minder isoflavonen). De vrouwen werden voor deze studie meer dan zeven jaar lang gevolgd. De onderzoekers denken dat het veilig is voor vrouwen om natuurlijke sojaproducten te eten, tot 100 gram tofoe per dag, ook als ze borstkanker hebben. Maar sojapoeder (ook wel proteïnepoeder genoemd) valt daar niet onder.2

Maitake of eikhaas (Grifola frondosa) is een zwam met immunomodulerende en antitumoractiviteiten, die de kwaliteit van leven van kankerpatiënten kan verbeteren door ‘de groei van kankercellen te stoppen of onderdrukken’.3 In een Japans onderzoek kregen kankerpatiënten een combinatie van maitakepoeder en het actieve ingrediënt MD-fraction in tabletvorm. Bij 69 procent van de borstkankerpatiënten was een aanzienlijke verbetering of zelfs regressie van de kanker te zien.4

Groene thee: honderden studies tonen de krachtige ontstekingsremmende en antioxidante eigenschappen ervan aan, en ook het vermogen om de groei van minstens elf verschillende soorten kanker terug te dringen.
Uit de Sjanghai Borstkanker Studie, die van 1996 tot 2005 liep, bleek dat er een verband was tussen de consumptie van groene thee en een aanzienlijke daling van het borstkankerrisico bij postmenopauzale vrouwen: hoe meer ze ervan dronken, hoe lager het risico.5 Ook een onderzoek onder Chinese, Japanse en Filippijnse vrouwen in Los Angeles gaf een soortgelijk verband te zien tussen het borstkankerrisico en groenetheeconsumptie.6

Kurkuma in uw dieet versterkt de werkzaamheid van groene thee meer dan acht keer. Meer dan 5000 onderzoeken hebben aangetoond dat kurkuma een krachtig natuurlijk geneesmiddel is: het is een 300 keer zo sterke antioxidant als vitamine E. Het is een krachtige ontstekingsremmer en versterkt het immuunsysteem. Er zijn ook veel studies die erop wijzen dat kurkuma onder bepaalde omstandigheden de vorming van nieuwe bloedvaten bij tumoren remt. Dat het kanker bestrijdende eigenschappen heeft kan ook samenhangen met het feit dat het kruid de lever helpt te ontgiften, dus kankerverwekkende stoffen als benzopyreen uit sigarettenrook en geroosterd vlees verwijdert. Een recente studie bevestigde dat de werkzame bestanddelen in kurkuma die borstkanker bestrijden, de curcuminoïden zijn die het kruid zijn oranjegele kleur geven.7

Zeewier is rijk aan jodium, dat belangrijk is voor gezonde borsten, doordat het een antioxidant is en doordat het de kankercelgroei remt.8 De jodium zou de reden kunnen zijn waarom vaak is gebleken dat zeewier beschermt tegen borstkanker. Uit een dierstudie in Maleisië bleek dat het tropische, eetbare, rode zeewier (Eucheuma cottonii) effectiever was (namelijk 27 procent ) in het onderdrukken van de borsttumorgroei bij ratten dan tamoxifen. En het was bovendien minder giftig voor de lever en nieren.9

Literatuur: Eet Aziatisch
1 J Natl Cancer Inst, 2003; 95: 906-13
2 Am J Clin Nutr, 2012; 96: 123-32
3 Int J Gen Med, 2009; 2: 91-108
4 Altern Med Rev, 2002; 7: 236-9
5 J Nutr, 2009; 139: 310-6
6 Int J Cancer, 2003; 106: 574-9
7 Curr Pharm Des, 2013; 19: 6218-25
8 J Mammary Gland Biol Neoplasia, 2005; 10: 189-96
9 Nutr Cancer, 2013; 65: 255-62

[Kadertekst:] Wat kunt u zelf doen?
In het boek van Christine Horner, Waking the warrior goddess, staan tientallen eenvoudige maatregelen, gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek, die een vrouw kan nemen om borstkanker te voorkomen: van het vermijden van kankerverwekkende gifstoffen zoals pesticiden en straling, tot het eten van voeding die rijk is aan antioxidanten en fytonutriënten: plantaardige stoffen die goed zijn voor de gezondheid. Hier volgen een paar van haar belangrijkste adviezen.

[tekst mammografie weggelaten]

Eet veel groente
Een plantaardig dieet met veel biologische groenten, met name kruisbloemige soorten (broccoli, paksoi, spruitjes, kool, bloemkool, boerenkool en mierikswortel) en volkorengranen vormt de simpelste en beste bescherming tegen borstkanker, zegt Horner.
Uit de voorlopige bevindingen van een grootschalige studie bleek dat vrouwen die de meeste kruisbloemige groenten aten, 62 procent minder kans hadden om aan borstkanker te overlijden dan degenen die deze groenten het minste aten. Ook hadden ze 35 procent minder kans dat hun borstkanker terugkwam.6 Uit de eindanalyse bij meer dan 11.000 vrouwen werd dit verband echter niet gevonden.7
Toch is er voldoende bewijs dat deze groenten de kans op allerlei soorten kanker verkleinen: kanker van de prostaat, dikke darm, maag, longen, hersenen en mogelijk de baarmoederhals.
Ook bioflavonoïden, de fytochemicaliën waaraan bosbessen hun blauwe kleur en aardbeien hun smaak danken, zijn een krachtig middel tegen kanker. Uit een Amerikaans onderzoek uit 2003 bleek dat slechts een halve milligram flavonoïden (zoals in groene bladgroenten en kruiden) de kans op borstkanker al drastisch kan verkleinen. Slechts 0,5 mg flavonen (een bepaald soort flavonoïden) per dag – ongeveer de hoeveelheid die een achtste van een groene paprika bevat – verlaagde de kans op borstkanker al met 15 procent. Elke extra 0,5 mg flavonen per dag zorgde voor een extra verlaging van 15 procent van het borstkankerrisico.8

Let op lignanen
Lijnzaad is rijk aan gezonde, ontstekingsremmende omega 3-vetzuren en vezels. Bovendien bevat het honderd keer zoveel lignanen dan enig ander voedingsmiddel, een stof die gerekend wordt tot de fyto-oestrogenen; dat wil zeggen plantaardige stoffen die zich enigszins gedragen als menselijk oestrogeen. Lignanen zijn ook te vinden in andere zaden, groenten, bonen, peulvruchten en gedroogd fruit, zoals abrikozen en pruimen. Ze geven planten hun structuur.
Lignanen hebben ook kanker remmende eigenschappen. Als ons oestrogeengehalte te hoog is, blokkeren ze de oestrogeenreceptoren (net als tamoxifen) en de oestrogeenproductie, door het enzym aromatase te remmen.9
Uit trials is gebleken dat lijnzaadolie, dat rijk is aan alfalinoleenzuur (ALA), de afmeting van een borsttumor met 33 procent kan verkleinen en de celgroei kan vertragen, en daarnaast de geprogrammeerde celdood (apoptose) nodig voor groei, ontwikkeling en instandhouding van het lichaam, kan verbeteren, althans bij dieren.10 In een andere dierstudie bleek dat bij muizen die lijnzaad te eten kregen, de tumorgroei aanzienlijk (tot 38 procent) werd geremd.11
En bij mensen bleek dat bij postmenopauzale vrouwen die 25 gram lijnzaad of 50 mg lignanen per dag aten, de kans op borstkanker het kleinst was.12

Literatuur: Wat kunt u zelf doen?
1 BMJ, 2012; 345: e5660
2 Breast, 2015; 24: 93-9
3 BMJ, 2014; 348: g366
4 Lancet, 2012; 380: 1778-86
5 Medicine (Baltimore), 2016; 95: e3146
6 www.mc.vanderbilt.edu/news/releases.php?release=2395; presented at the American Association for Cancer Research Annual Meeting, Chicago, IL, 31 March-4 April, 2012
7 Cancer Epidemiol Biomarkers Prev, 2013; 22: 1451-6
8 Br J Cancer, 2003; 89: 1255-9
9 J Steroid Biochem Mol Biol, 1994; 50: 205-12
10 Mol Nutr Food Res, 2010; 54: 1414-21
11 Exp Biol Med (Maywood), 2007; 232: 1071-80
12 Appl Physiol Nutr Metab, 2014; 39: 663-78

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

Het Laatste woord ;De illusie van de goochelaar

De ‘relatieve risicoverhouding’: zij stimuleert de verkoop van nieuwe medicijnen - waar een groot deel van de winst van Big Pharma wordt gemaakt - en geeft de massame-dia hun content. Zij laat het lijken alsof we allemaal heel erg bezig zijn met briljant zijn en het...

Uitgelezen: Menokilo’s

De boodschap die Leen Steyaert in dit boek aan vrouwen in de overgang wil geven, is dat je het streven naar je ideale gewicht moet loslaten. Zij leert je dat het belangrijker is om fit en gezond te zijn, dan het hebben van een paar kilo’s meer. In het eerste deel van...

Medicatie is vaak geen genezing

In 2020 kwam het boek Studeerden wij medicijnen of geneeskunde? van huisarts Lieneke van de Griendt uit. Een moedige daad: als huisarts collega’s uitnodigen te reflecteren op de uitoefening van hun vak, en nog een stap verder: ze aan te moedigen zichzelf af te vragen:...

Genetische manipulatie; Synthetisch voedsel weet wat je eet

Via de achterdeur komen talloze soorten genetisch gemodificeerde en gemanipuleerde voedingsmiddelen de voedselketen binnen. Veel mensen eten deze producten zonder dat ze dit weten of er een keuze in hebben. Cate Montana bespreekt in het laboratorium gekweekte...

Van ziekte en zorg naar gezond gedrag

Trainen van gezond gedrag en mentale fitheidAls kind genas Heidi Stiegelis van lymfeklierkanker. Sindsdien wilde ze de wereld op het gebied van zorg en leefstijl veranderen. En zo geschiedde. Vanuit haar psychologiepraktijk traint zij nu (zorg)professionals in het...