11-08-2008

Bipolaire stoornis

Stemmingen in balans brengen met evenwichtig dieet

Terwijl de meeste artsen, zowel de conventionele als de alternatieve, zich bezighouden met de bestrijding van hartziekten, artritis en kanker, groeit de bezorgdheid over de stille epidemie van psychische aandoeningen. Deze zijn inmiddels een van de meest voorkomende oorzaken van een vroegtijdige dood.

In onze maatschappij, waar veel belang wordt gehecht aan een positieve houding en een mentaliteit van ‘ik-kan-het’, wordt depressie nauwelijks begrepen en onderkend. En dat geldt helemaal voor het extreme zusje van de depressie, de bipolaire stoornis of manische depressie, wellicht de meest gecompliceerde van alle psychische aandoeningen.

Tussen 1 tot 4,5 procent van alle mensen ouder dan zestien op deze wereld ontwikkelt tijdens hun leven een bipolaire stoornis. Meestal treedt deze aandoening op in de late adolescentie of vroege volwassenheid. Tijdens manische perioden kan de patiënt erg uitgelaten, impulsief en energiek zijn, met een overontwikkeld zelfbewustzijn. In de depressieve periode kampt de patiënt met overweldigende gevoelens van angst, gebrek aan eigenwaarde en zelfmoordgedachten.

Doordat de ziekte cyclisch van aard is, gaat een episode meestal vanzelf over. Toch is het belangrijk de ziekte te behandelen zodat er een evenwichtige toestand ontstaat. Zonder behandeling leidt een bipolaire aandoening namelijk in bijna 20 procent van de gevallen tot zelfmoord.

Jarenlang vormde lithium de standaardoplossing voor het probleem. Als het regelmatig wordt ingenomen, kan lithium op effectieve wijze manie en depressie onder controle brengen en de kans op terugkeer verkleinen. Een probleem is wel dat we nog steeds niet weten hoe lithium werkt en waarom het in sommige gevallen niet werkt.

Mensen die niet op lithium reageren of de bijwerkingen, zoals gewichtstoename, trillen en excessief urineren, niet verdragen, krijgen meestal anti-epileptica zoals valproïnezuur of carbamazepine voorgeschreven.

Neurotransmitters in evenwicht brengen

De hersenen zijn een chemische fabriek van neurotransmitters, de chemische boodschappers die het biochemisch evenwicht van het lichaam op peil helpen houden. Hiervoor hebben de hersenen ruwe materialen nodig in de vorm van aminozuren, vitaminen, mineralen en andere voedingsstoffen.

De meesten van ons halen deze voedingsstoffen uit een uitgebalanceerde voeding die eventueel dagelijks met voedingssupplementen wordt aangevuld. Sommige mensen hebben echter zulke ernstige absorptie- of stofwisselingsstoornissen dat hun hersenfunctie er aanzienlijk door wordt veranderd. In zulke gevallen kunnen allerlei soorten aandoeningen optreden, zoals bipolaire stoornis, depressie, schizofrenie en ADHD (attention deficit hyperactivity disorder).

Nieuwe aanpak in de behandeling

Ieder van ons verteert op zijn eigen specifieke wijze voedsel. Dat is de reden waarom sommigen van ons gezond blijven op een vegetarisch of veganistisch dieet, terwijl anderen daarvoor een omnivoor dieet nodig hebben. Zo lijken sommige mensen alles wat ze nodig hebben gewoon uit hun voedsel te kunnen halen, terwijl anderen voedingssupplementen nodig hebben om gezond te blijven, soms zelfs vele malen de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (ADH).

De complexiteit van dit onderwerp was aanleiding voor een nieuwe vorm van geneeskunde, de ‘orthomoleculaire geneeskunde’, een term die door de pionier op voedingsgebied, Linus Pauling, in 1968 werd bedacht.1 Sindsdien is er voortgang geboekt in de moleculaire biologie en hersenchemie. Zo zijn er veel erfelijke onevenwichtige stofwisselingspatronen ontdekt en andere mechanismen die tot psychische stoornissen kunnen leiden.

Een groot percentage van de mensen die aan depressie2 en/of schizofrenie lijden,3 heeft weinig foliumzuur in het lichaam en heeft wellicht een gebrek aan omega-3 vetzuren.4 Zo kunnen mensen met een bipolaire aandoening stoornissen in hun stofwisseling hebben die het gehalte aan belangrijke stemmingsregulerende neurotransmitters zoals serotonine, dopamine, acetylcholine en norepinefrine (noradrenaline) negatief beïnvloeden.

Een van de vooraanstaande onderzoeksinstituten op dit terrein is het Pfeiffer Treatment Center in Naperville in de Amerikaanse staat Illinois. Op basis van het werk van wijlen Carl Pfeiffer, hoogleraar aan de universiteit van Princeton, houdt dit centrum zich bezig met onderzoek naar een grote verscheidenheid aan psychische aandoeningen en behandeling ervan door middel van aangepaste voeding.

Onderzoekers van het Pfeiffer Center ontdekten dat de meeste mensen die aan psychische stoornissen lijden, in drie biochemische hoofdgroepen kunnen worden onderverdeeld: lage histamine, hoge histamine en pyrrolurie. Ook ontdekten ze dat een teveel aan koper en giftige stoffen in het lichaam bepaalde typen depressie kunnen bevorderen (zie tekstkader).

Mensen met een laag histaminegehalte, lijders aan histapenie, zijn ‘overgemethyleerd’: ze hebben te veel methylgroepen. Van ongeveer 25 procent van de mensen met een bipolaire stoornis en 20 procent van depressieve mensen, 45 procent van schizofrene mensen en 15 procent van mensen met autisme wordt gedacht dat ze histapenisch zijn.

Methyl behoort tot de chemische stoffen die uit één koolstof- en drie waterstofatomen bestaan. Overgemethyleerde mensen bezitten te veel van deze methylgroepen, waardoor ze te veel neurotransmitters als dopamine, norepinefrine en serotonine hebben.

Deze mensen zijn meestal nerveus en bang, en geneigd tot paranoia en wanhoop. Over het algemeen hebben ze geen last van seizoensallergieën, maar melden ze wel vaak overgevoeligheid voor een groot aantal voedingsmiddelen en chemische stoffen. Ook kunnen ze een voorgeschiedenis van onvoldoende presteren, hyperactiviteit en leerstoornis hebben.

In tegenstelling hiermee produceren mensen met hoge histamine, of histadelisch depressieve mensen, te veel histamine, een belangrijke neurotransmitter die het menselijk gedrag beïnvloedt. Ook houden ze die hoge niveaus in stand.

Men zegt dat ze ‘ondergemethyleerd’ zijn en lagere gehalten aan serotonine, dopamine en norepinefrine hebben. Ze vertegenwoordigen 35 procent van de mensen met bipolaire stoornissen, de helft van alle depressieve mensen, 18 procent van de mensen met schizofrenie, 45 procent van de mensen met autisme en bijna alle gevallen van mensen met obsessief-compulsieve stoornissen en met anorexia/boulimie.

Symptomen bij deze patiënten kunnen onder andere zijn: seizoensgebonden depressieve stemmingswisselingen, obsessief-compulsieve neigingen, allergieën van de luchtwegenen vaak hoofdpijn, evenals perfectionisme, een groot libido en weinig lichaamsbeharing. Zulke mensen kunnen aan de buitenkant kalm lijken, maar lijden inwendig aan extreme angsten.

Ongeveer 20 procent van de mensen die als diagnose bipolaire stoornis hebben gekregen, hebben een genetische stoornis in de pyrrolhuishouding. Deze gaat gepaard met hoge kryptopyrrolproductie en vetzuurafwijkingen – met name geblokkeerd arachidonzuur – een zeer slecht functionerend immuunsysteem en ernstige oxidatieve stress (schade door zuurstofradicalen) (zie ook het artikel over metaalmoeheid in dit nummer).

Patiënten die een snelle cyclus hebben – oftewel meer dan vier manisch-depressieve perioden per jaar doormaken – hebben vaak onmiskenbaar een stoornis in de pyrrolhuishouding. Ongeveer 20 procent van de mensen met een bipolaire stoornis, 20 procent van de mensen met een depressie en 27 procent van de mensen met schizofrenie en 20 procent van de mensen met autisme hebben deze stoornis, vergeleken bij 10 procent van de algehele bevolking.

Pyrroluriepatiënten lijden onder spanningsreacties als fysieke verwondingen, emotioneel trauma, ziekte en gebrek aan slaap. Deze mensen melden vaak dat ze niet in staat zijn te ontbijten, gevoelig zijn voor licht en lawaai, last hebben van leesstoornissen, hysterie, woedeaanvallen en extreme angst.

Vaak kunnen ze niet hun dromen herinneren en zijn ze vatbaar voor infecties. De categorieën die we hiervoor beschrijven, zijn globaal en er komen natuurlijk dwarsverbindingen voor. Zo kan een persoon histadelisch, rijk aan histamine, zijn, maar onder dezelfde typen onbalans lijden als we bij pyrroluriepatiënten zien.

Individuele behandeling

Onderdeel van het programma van het Pfeiffer Centrum is dat aan elke patiënt een basisvraag wordt gesteld die maar weinig artsen doorgaans stellen: hoe zit de patiënt qua voeding in elkaar? Voor het antwoord op die vraag wordt er een uitgebreide chemische analyse gedaan van bloed, urine en weefsels om zo de biochemische huishouding van de patiënt vast te stellen.

Voor de behandeling worden specifieke vitaminen-, mineralen en aminozurensupplementen verstrekt (zie tabel) die met uiterste precisie en soms in hoge doses dienen te worden samengesteld en gegeven.

Onderzoek naar de biochemische behandeling van bipolaire stoornissen levert niet zoveel resultaten op als het onderzoek naar stoornissen als depressie en schizofrenie. Niettemin vormen de resultaten die er zijn, reden tot optimisme.

Mensen die aan depressie lijden zijn wellicht minder goed in staat bepaalde essentiële vetzuren10 te in het lichaam om te zetten, wat tot lagere bloedspiegels van omega-3-vetzuren leidt.11 Voor deze mensen kan het typische westerse dieet, dat veel omega-6-vetzuren bevat, rampzalig zijn. Ook de conventionele medicijnen kunnen het probleem verergeren.12

Uit een dubbelblind onderzoek bleek dat inname van 9,6 g/dag omega-3-vetzuren uit visolie boven op de conventionele medicijnen de bipolaire symptomen aanzienlijk deed afnemen, vergeleken bij inname van een placebo.13

Het lichaam gebruikt zowel foliumzuur als vitamine B12 om serotonine en andere neurotransmitters aan te maken. Een tekort van een van beide voedingsstoffen wordt in verband gebracht met depressie.14 Mensen bij wie manie als diagnose is gesteld, neigen ook naar een tekort aan folaat,15 al wordt dit door sommige onderzoeken bestreden.16 Hoewel er bewijs is voor de stelling dat een toenemend gehalte aan folaat de positieve reactie op lithium vergroot, 17 zijn er ook andere gegevens bekend die dit weerleggen.18

Op zichzelf bestaat er verband tussen manie en depressie en een tekort aan vitamine B12; B12-injecties kunnen de symptomen dan ook verlichten.19 Hoewel er nauwelijks onderzoek is gedaan naar het verband tussen een B12-tekort en bipolaire stoornissen, wijzen casusrapporten erop dat het een factor kan zijn die meespeelt.20

Uit een dubbelblind onderzoek bleek dat zowel manische als depressieve bipolaire patiënten na een eenmalige toediening van 3g vitamine C aanzienlijk verbetering toonden in vergelijking met een placebo.21 Vitamine C helpt het vanadiumgehalte in het lichaam te verlagen22 – een teveel aan vanadium kan oorzaak zijn van de stoornis – en 4g/dag in combinatie met de chelator EDTA (die elementen als vanadium uit het lichaam verwijdert) hielp patiënten met een depressie, maar niet degenen die manisch waren.23

Het aminozuur L-tryptofaan kan verbetering geven bij een depressie,24 en hoge doses (9,6 g/dag) kunnen bipolaire patiënten met acute manie helpen.25 Bij degenen die lithium of een antidepressivum namen, werden opmerkelijke verbeteringen zichtbaar toen L-tryptofaan in doses van 12g/dag aan hun behandeling werd toegevoegd.26

Dagelijks een supplement van 200 mg 5-HTP (een voorloper van serotonine) hielp de depressie bij bipolaire patiënten verminderen, maar was niet zo effectief als lithium.27 5-HTP kan ook de effectiviteit van antidepressiva verbeteren.28

Van een ander aminozuur, S-adenosylmethionine (SAMe), is in klinisch onderzoek aangetoond dat het aanzienlijke antidepressieve effecten heeft bij bipolaire patiënten.29

Sommige patiënten die 500-1600 mg/dag SAMe kregen, sloegen – net als bij conventionele antidepressiva gebeurde – van depressie om naar manie.30 Deze manie kan spontaan weer oplossen als de patiënt de supplementen blijft gebruiken, 31 maar mensen met een bipolaire stoornis doen er waarschijnlijk goed aan SAMe alleen onder begeleiding van een gekwalificeerde arts te nemen.

Bij depressieve en bipolaire patiënten is wellicht het gehalte aan inositol laag 32 ; nemen zij er hoge dosis van 12g/dag van in, dan blijkt dat een aanzienlijke antidepressief effect te hebben.33 Sommige bipolaire patiënten meldden echter dat ze er óf weinig baat bij hadden,34 óf dat de symptomen verergerden.35

Het kan weken duren voordat een orthomoleculaire behandeling een duidelijk verandering in symptomen te zien geeft – of wellicht helemaal niet blijkt te werken. Naar verluidt is de behandeling het effectiefst bij patiënten van wie de biochemische huishouding behoorlijk in onbalans is.

Het is echter ook mogelijk dat zulke patiënten de ernstigste symptomen hebben en resistent zijn voor de agressievere vormen van de conventionele gezondheidszorg. Voor deze mensen kan het nuttig zijn met behulp van voedingsstoffen de storingen in hun genetische samenstelling in balans te brengen zodat ze in ieder geval minder afhankelijk zijn van medicijnen. Als zodanig kan de behandeling als een positieve stap in de richting van een goede geestelijke gezondheid worden beschouwd.

Pat Thomas

Een teveel aan gifstoffen

Het Pfeiffer Centrum heeft ontdekt dat behalve een onevenwichtige voeding ook een teveel aan koper en gifstoffen bijdraagt aan psychische problemen zoals bipolaire stoornis. Depressieve mensen met een hoog kopergehalte hebben meestal een voorgeschiedenis van hyperactiviteit, oorsuizingen en een huid die overgevoelig is voor metalen.

Depressieve vrouwen hebben vaak veel last van het premenstrueel syndroom (PMS); hun depressieve perioden zijn meestal heviger tijdens andere hormonale gebeurtenissen, zoals bevalling en menopauze. De symptomen worden vaak erger als zij oestrogenen of multivitaminen krijgen. De behandeling dient erop gericht te zijn overtollig koper uit de weefsels vrij te maken, de uitscheiding van koper en de aanmaak van metaalthioneine (een metaalbindend eiwit) te stimuleren.

Tot de giftige stoffen die depressies kunnen veroorzaken, behoren lood, cadmium, kwik en een grote variëteit aan organische en anorganische chemische stoffen. Te hoge concentraties van deze stoffen kunnen zonder duidelijke aanleiding een plotselinge, aanhoudende aanval van depressie veroorzaken, zelf bij degenen die geen voorgeschiedenis van depressie hebben. De behandeling is afhankelijk van de gifstoffen. Een teveel aan zware metalen kan snel gecorrigeerd worden met een chelatietherapie in het ziekenhuis.

Wel dient men hierbij voorzichtig te werk te gaan om te voorkomen dat de nieren in de eerste behandelingsfasen met gifstoffen worden overspoeld. Wil men op de lange duur van overtollige gifstoffen ‘genezen’, dan zijn er vaak hoge doses antioxidanten nodig plus een verandering van leefstijl. Op die manier kan men gifaanvallen die weer reacties teweegbrengen, helpen voorkomen.

Een voedingssupplement
Weerstand van officiële zijde

Het bewijs dat een bipolaire stoornis met een voedingssupplement kan worden aangepakt, is zo overtuigend dat het een raadsel is dat niet meer artsen en psychiaters proberen er meer over te weten te komen. Vanuit officiële hoek bestaat er echter sterke weerstand tegen het idee dat simpele voedingsstoffen kunnen helpen.

Zo heeft Health Canada, het Canadese equivalent van het ministerie van Volksgezondheid, beslag gelegd op voorraden van het voedingssupplement Empowerplus en dit middel verder verboden. En dat terwijl men er juist goede ervaringen mee heeft bij de behandeling van allerlei psychische aandoeningen, waaronder bipolaire stemmingsstoornissen.

Sinds 1996 strijdt de fabrikant van Empowerplus, Truehope Nutritional Support Ltd, voor wetenschappelijk erkenning van het product door middel van onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek en klinische studies. Dit suggereert dat Empowerplus in tegenstelling tot andere middelen wel degelijk wetenschappelijk onderzocht is, en dat terecht wordt geclaimd dat het middel werkt.

Van verscheidene onderzoeken zijn de resultaten bemoedigend.5 In een ervan bleken de symptomen van proefpersonen die zes maanden lang aan het experiment deelnamen, tot maar liefst 66 procent verminderd te zijn, en was hun behoefte aan medicatie meer dan 50 procent gedaald.6

Fabrikant Truehope zegt dat duizenden mensen met bipolaire stoornis en andere psychische aandoeningen bij Empowerplus baat hebben gehad en de fabrikant doet dan ook erg zijn best het verbod op te laten heffen. Geen van de onderzoeken is echter placebo-gecontroleerd, dus voldoen ze niet aan de ‘gouden standaard’ die voor medisch onderzoek geldt.

Onderzoekers van het Pfeiffer Centrum erkennen dat Empowerplus in sommige gevallen kan helpen, maar waarschuwen tegelijkertijd voor al te groot enthousiasme. Niet elke biochemische onbalans wordt namelijk door een tekort aan voedingsstoffen veroorzaakt. Sommige ontstaan door een teveel aan bepaalde voedingsstoffen. Daarom kan de toestand van patiënten verslechteren wanneer zij supplementen gaan slikken die niet zorgvuldig zijn uitgezocht.

Zo wordt paranoia in verband gebracht met een kopersurplus7 , kan een teveel aan fenylalanine (in de vorm van aspartaam) depressie verergeren8 en speelt een te grote hoeveelheid vanadium wellicht een rol bij de bipolaire stoornis.9 Empowerplus bevat alle drie. Maar zelfs met deze waarschuwing in gedachten lijkt de reactie van de Canadese regering op het voedingssupplement, waarbij sommige patiënten duidelijk baat hadden, toch wat overtrokken.

Alternatieven voor behandeling
Hoe komt u weer in balans?

Er zijn veel zaken die invloed hebben op een bipolaire stoornis, bijvoorbeeld een onevenwichtige bloedsuiker en thyroïde hormonen, of leefstijl. Orthomoleculaire artsen zijn echter van mening dat mensen pas moeten proberen hun leefstijl te veranderen nadat de chemische onevenwichtigheid in hun lichaam is hersteld of in ieder geval is verminderd. Het kan een te grote opgave zijn alles tegelijk aan te pakken met als gevolg dat mensen het opgeven.

 Voedselallergieën. Deze kunnen zowel het maag-darmkanaal als de hersenfunctie aantasten. Mensen die aan een bipolaire stoornis lijden, hebben er vaak last van. Het gaat onder andere om allergie voor gluten (het eiwit in granen als tarwe, rogge, haver en gerst), aspartaam (nutrasweet), chocolade, cafeïne en caseïne (kaasstof, komt vaak voor in zuivel). Er zijn enkele onderzoeken waarmee getest wordt of iemand een voedselallergie heeft, maar geen daarvan is 100 procent nauwkeurig. De beste test is nog steeds het ‘caveman eliminatiedieet’, waarbij granen, zuivel, eieren, groenten, suiker, citrusvruchten, cafeïne, bepaalde groentesoorten van de nachtschadefamilie en bewerkte vleesproducten worden vermeden. Dit kunt u thuis doen onder toezicht van een gekwalificeerde diëtiste.

 Candidiasis komt zeer vaak voor bij mensen met een psychische stoornis. Iedereen die aan bipolaire stoornis lijdt, zou op deze aandoening onderzocht moeten worden en moeten leren hoe hij deze kan behandelen door zijn eetgewoonten te veranderen, zo nodig aangevuld met andere manieren om schimmels te doden of te bestrijden.

 Hypoglykemie (abnormaal lage bloedsuikerspiegel) kan ontstaan door het eten van grote hoeveelheden suiker en geraffineerde koolhydraten. Het lichaam reageert op hypoglykemie met het afgeven van epinefrine (adrenaline), wat transpiratie, nervositeit, honger, flauwte, hartkloppingen, onderkoeling en hoofdpijnen teweeg kan brengen. Een nog lagere bloedsuikerspiegel kan leiden tot een verminderde aanvoer van glucose naar de hersenen, wat resulteert in geprikkeldheid, verwarring, duizeligheid, vermoeidheid, zwakheid, afwijkingen in het gezichtsvermogen en coma. Aanpassing van de eetgewoonten en voldoende chromium, zink, magnesium en andere voedingsstoffen zijn dan van belang om de bloedsuikerspiegel op peil te houden.

 Problemen met de schildklier zijn een vaak voorkomende oorzaak van depressie en uw huisarts zou u daar dan ook altijd op moeten controleren. Een overactieve schildklier – of hyperthyroïdie – kan rusteloosheid, hyperactiviteit, slapeloosheid en geïrriteerdheid veroorzaken, symptomen die ten onrechte voor een manie kunnen worden aangezien. Een trage schildklier – hypothyroïdie – kan een kouwelijk gevoel, depressie en gebrek aan energie tot resultaat hebben.36

 Spijsverteringsenzymen helpen het lichaam voedingsstoffen uit het voedsel te halen. Het is mogelijk dat sommige mensen met een bipolaire stoornis deze enzymen missen, met een gebrek aan vitamine B als gevolg. Deze vitamines beschermen het zenuwstelsel. Digestieve enzymen zoals pepsine, betaïne en papaïne helpen bij de vertering van vetten en eiwitten, en zijn verkrijgbaar in reformwinkels. Het kan zijn dat sommige niet krachtig genoeg zijn om effect te hebben. Als u twijfelt, raadpleeg dan uw arts.
 Lage maagzuurproductie. Er is voldoende maagzuur nodig om genoeg mineralen en aminozuren aan het lichaam af te geven. Een HCI-test (waterstofchloride) is het overwegen waard aangezien deze onmiddellijk aan het licht brengt of te weinig maagzuur het probleem is.

 Parasieten komen veel vaker voor in ons lichaam dan we denken, en deze ‘rovers van voedingsstoffen en ‘vrijmakers van gif’ worden vaak tientallen jaren lang niet gediagnosticeerd. Het is dus niet onredelijk u hiervoor te laten onderzoeken en zo nodig behandelen.

 Alcohol en partydrugs. Ongeveer 60 procent van de mensen met een bipolaire stoornis kampt met drugs- en/of alcoholproblemen, het hoogste cijfer onder patiënten met ernstige psychiatrische stoornissen.37 Een onderzoek bracht verschillende factoren aan het licht die het risico op drugs- en alcoholmisbruik onder mensen met een bipolaire stoornis vergroten, waaronder de openbaring van de ziekte op jonge leeftijd en de aanwezigheid van een combinatie van symptomen.38

 Psychotherapie kan patiënten helpen hun symptomen beter te leren beheersen. Patiënten wordt vooral geleerd de eerste tekenen van instorting te herkennen, zodat ze medische hulp kunnen zoeken voordat de ziekte helemaal toeslaat. Ook leren ze hoe ze schadelijke of misplaatste denkpatronen en gedragingen die met bipolaire stoornis gepaard gaan, kunnen veranderen.

BRONNEN:

1 Science, 1968; 160: 265-271
2 Br J Psychiatry, 1970; 117: 287-9
3 Psychiatr Clin Neurosci, 1999; 53: 531-3
4 Psychiatr Res, 1999; 85: 275-91; Prostagl Leukotr Essent Fatty Acids, 1996; 55: 3-7
5 J Clin Psychiatry, 2003; 64: 338; J Child Adolesc Psychopharmacol, 2002; 12: 205-19
6 J Clin Psychiatry, 2001; 62: 936-44
7 Intern Rev Neurobiol, 1972; Suppl 1: 141-85
8 Biol Psychiatry, 1993; 34: 13-7
9 Nutr Health, 1984; 3: 79-85; Psychol Med, 1981; 11: 249-56
10 Prostagl Leukotr Essent Fatty Acids, 1999; 60: 217-34
11 Lipids, 1996; 31 Suppl: S157-61; Psychiatr Res, 1999; 85: 275-91
12 Eur Neuropsycho-pharmacol, 2003; 13: 99-103
13 Arch Gen Psychiatry, 1999; 56: 407-12
14 Nutr Rev, 1996; 54: 382-90; South Med J, 1991; 84: 1475-81
15 J Affect Disord, 1997; 46: 95-9
16 Acta Psychiatr Scand, 1991; 83: 199-201; J Affect Disord, 1992; 24: 265-70
17 J Affect Disord, 1986; 10: 9-13
18 Int. Clin Psychoparmacol. 1988; 3: 49-52.
19 Am J Psychiatry, 1984; 141: 300-1; J Clin Psychiatry, 1991; 52: 182-3
20 West Ind Med J, 2000; 49: 347-8
21 Psychol Med, 1981; 11: 249-56
22 Nutr Health, 1984; 3: 79-85
23 Psychol Med, 1984; 14: 533-9
24 Fortschr Med, 1998; 116: 40-2
25 Psychopharmacologia, 1974; 34: 11-20
26 Am J Psychiatry, 1979; 136: 719-20; J Clin Psychopharmacol, 1984; 4: 347-8
27 Acta Psychiatr Scand Suppl, 1981; 290: 191-201
28 J Affect Disord, 1980; 2: 137-46
29 Acta Psychiatr Scand, 1990; 81: 432-6; Drugs,1989; 38: 389-417
30 Br J Psychiatry, 1989; 154: 48-51
31 Acta Psychiatr Scand, 1990; 81: 432-6
32 Am J Psychiatry, 1997; 154: 1148-50
33 Am J Psychiatry, 1995; 152: 792-4; Isr J Psychiatry Relat Sci, 1995; 32: 14-21
34 Br J Psychiatry, 1994; 164: 133-4
35 Am J Psychiatry, 1996; 153: 839
36 Acta Psychiatr Scand, 2001; 104: 72-5
37 JAMA, 1990; 264: 2511-8
38 Harvard Rev Psychiatry, 1998; 6: 133-41

Wilt u dit artikel lezen?

Als abonnee kunt u dit artikel gratis lezen door in te loggen op uw account. Nog geen abonnee? Sluit nu een abonnement af.

Andere archief artikelen

Moed

Het is een publiek geheim: ons zorgstelsel staat onder druk. De wachtlijsten groeien gestaag, de kosten lopen op en de klanttevredenheid laat in toenemende mate te wensen over. Ook van zorgprofessionals hoor je steeds meer ontevreden geluiden: de werkdruk is te hoog...

Artsen weten wel beter

Je krijgt een medicijnrecept. Je gaat ermee naar de apotheek en krijgt een doosje pillen mee. Op het etiket staat: ‘3x daags 2 tabletten bij de maaltijd’. Je begrijpt de instructies: je moet ze drie keer per dag innemen bij een maaltijd. Maar ga je dat ook doen?  We...

Uitgelezen; Vertroostingen

Nadat psychiater-psychotherapeut Dirk De Wachter werd geconfronteerd met een levensbedreigende ziekte en zich na een operatie in diepe, fysieke ellende bevond, ervoer hij hoe tastbaar de behoefte aan troost aanwezig kan zijn. Het deed hem nadenken over de vragen: wat...

Weet wat je eet

Voeding als medicijn We ontmoeten elkaar online. En dat is een bewuste keuze van orthomoleculair therapeut Rachida Lachhab. Zij werkt bij het programma Nederland Slank/de Metaboloog. Samen met haar collega-therapeuten Liesbeth van Duijn (oprichter) en Pantea Panahi...