Big Pharma steelt traditionele plantenkennis, zegt Rob Verkerk
U hebt vast wel gehoord van het ‘patentklif’ een paar jaar terug: toen het patent op geneesmiddelen met een hoog marktaandeel (blockbusters zoals Lipitor, Plavix en Singulair) verliep, liep de verkoop ervan sterk terug.
En de problemen van Big Pharma zijn nog lang niet voorbij. Er zit een tweede patentklif aan te komen, voor blockbusters waarvan de patenten rond 2020 verlopen. De farmaceutische sector probeert dat probleem op verschillende manieren het hoofd te bieden. Een ervan is de verkoop van meer generieke geneesmiddelen (medicijnen met dezelfde werkzame stof als het origineel).
Als het patent op een geneesmiddel is verlopen, kan iedereen de generieke versie ervan op de markt brengen. Je hebt alleen kennis en geld nodig om het te produceren, een vergunning te krijgen, het te distribueren en te verkopen. Veel mensen denken dat generieke geneesmiddelen vooral uit India of China komen, maar Big Pharma heeft ook fabrieken in andere ontwikkelings- en opkomende landen. Ze gaan de strijd aan met andere producenten, in de hoop dat een logo van Pfizer, Bayer, Merck of GSK meer klanten trekt.
De verkoop van geneesmiddelen in de VS, Europa en andere geïndustrialiseerde landen is de afgelopen jaren gestagneerd. Het lijkt erop dat het tijdperk van de blockbusters voorbij is en ook niet meer terugkomt. De verkoop van patentvrije generieke middelen stijgt. Vooral in ontwikkelingslanden, waar ze vaak 80 procent goedkoper zijn dan de oorspronkelijke gepatenteerde versies.
Om te overleven zonder het blockbustercircus richt Big Pharma zich nu op het ontwikkelen van een nieuwe categorie geneesmiddelen: zeer gespecialiseerde biologicals. Dat zijn medicijnen tegen steeds vaker voorkomende complexe aandoeningen zoals auto-immuunziekten (bijvoorbeeld de ziekte van Crohn).
Big Pharma test momenteel een paar honderd van deze middelen in klinische trials, die nodig zijn om een licentie te krijgen. Dit is hun enige groeimarkt, nu al goed voor ongeveer 20 procent van de wereldwijde verkoop. Maar op grote schaal is het onwaarschijnlijk dat deze nieuwe geneesmiddelen veel effect zullen hebben bij de belangrijkste levensbedreigende ziekten van de westerse wereld, namelijk kanker, hartziekten, diabetes en obesitas. Bovendien komen deze ziekten ook steeds vaker voor in ontwikkelingslanden, doordat mensen daar in toenemende mate een westerse voedings- en leefstijl overnemen.
Ook zij zullen grotendeels dezelfde geneesmiddelen krijgen als de westerse wereld, maar dan een veel goedkopere variant, aangezien de nieuwe biologicals te duur zijn. De generieke middelen zullen bij sommige mensen werken. Maar we weten dat ze niet zullen helpen tegen de sterke stijging van chronische degeneratieve ziekten waarmee de westerse wereld nu te kampen heeft.
Er zit een nog duisterder kant aan deze strategie. De grootste diversiteit aan planten, in het bijzonder die met geneeskrachtige eigenschappen, is te vinden in (sub)tropische landen. Dit is de biogeografische regio waarin de overgrote meerderheid van de ontwikkelingslanden zich bevindt. Naar schatting ongeveer 70 procent van alle goedgekeurde geneesmiddelen is nog altijd afkomstig van natuurlijke bronnen, met name planten. Bekende voorbeelden zijn aspirine uit wilgenbast en statines uit rodegistrijst.
Nu algemeen erkend wordt dat de natuur vaak uitkomst biedt, houdt Big Pharma zich in toenemende mate bezig met bioprospectie: potentieel heilzame stoffen zoeken en verder ontwikkelen om ze vervolgens te patenteren. Dit houdt in dat ze naar regenwouden, woestijnen of andere natuurlijke habitats trekken om te kijken wat er te halen valt, en gebruikmaken van de kennis die door de inheemse bevolking van generatie op generatie is doorgegeven.
Leren van traditionele medicijnmannen en -vrouwen is prima, maar intellectueel eigendom stelen, is dat niet. Big Pharma gaat van bioprospectie naar biopiraterij. Een recent voorbeeld hiervan is het afslankkruid Hoodia, dat al duizenden jaren gebruikt wordt door de Kalahari-Bosjesmannen om hun eetlust te onderdrukken als ze langere tijd op jacht gaan. Big Pharma probeert nu zeggenschap te krijgen over dit kruid zonder de Bosjesmannen royalty’s te geven. Ze lopen weinig risico, gezien de populariteit van de plant, die overal als kruidensupplement verkrijgbaar is in gezondheidswinkels en online.
De farmaceutische industrie zal uiteindelijk de bioactieve moleculen wel manipuleren, zodat ze optimaal van patenten kan profiteren. Het kruid staat inmiddels op een lijst van botanische supplementen waarvan Europese autoriteiten de online verkoop proberen te beperken, zogenaamd omdat ze een bedreiging voor de volksgezondheid vormen of met uitsterven bedreigd worden. Maar het eigenlijke motief van de autoriteiten heeft waarschijnlijk meer te maken met concurrentie. Vaak wordt als excuus aangevoerd dat regelgeving nodig is om de biodiversiteit te beschermen, zelfs bij producten waarvan voornamelijk gecultiveerde varianten verkocht worden en die dus geen bedreiging vormen voor het milieu.
Dus als er binnenkort beperkende maatregelen gelden voor het gebruik van botanische producten, dan weet u wat de ware drijfveer is. Hoogstwaarschijnlijk zit Big Pharma erachter.