Artsen gebruiken nog steeds de BMI-score om vast te stellen wie overgewicht of obesitas heeft, maar dat is eigenlijk niet zo’n nauwkeurige methode om uw gezondheid te meten. Misschien is het beter om naar uw lichaamsbouw te kijken. Bent u appel- of peervormig?
U hebt misschien overgewicht of lijdt zelfs aan obesitas. Tot nu toe wordt dat standaard gemeten met de Body Mass Index, de BMI-score, maar er zijn mensen die zeggen dat er een nieuwe methode moet komen om vast te stellen hoe gezond u bent en om problemen in de toekomst te kunnen voorspellen. De BMI-score vertelt namelijk niet het hele verhaal, zo is gebleken uit recente onderzoeken.
Wetenschappers van de Universiteit van Californië onderzochten de gezondheid van 40.420 volwassenen. Daarbij keken ze onder andere naar bloeddruk, cholesterol- en bloedsuikerwaarden, prediabetes en markers voor infecties. Bijna de helft van de deelnemers met overgewicht en 29 procent van de mensen die volgens de BMI-score leden aan obesitas, had een gezonde stofwisseling, terwijl dat bij 30 procent van de deelnemers met een normale BMI-score niet het geval was.1
Ander onderzoek wees uit dat mensen met een te laag gewicht en een bijbehorende lage BMI-score 26 procent meer kans hadden om aan een hartaanval te overlijden dan mensen met een normaal gewicht. Magere en waarschijnlijk dan ook zwakkere mensen liepen dus ‘na verloop van tijd een aanzienlijk gezondheidsrisico’.2
De BMI-score
Deze in 1840 ontwikkelde methode deelt simpelweg uw gewicht (in kg) door uw lengte (in meters) in het kwadraat. Het cijfer dat daaruit komt zou een aanwijzing moeten zijn van de hoeveelheid lichaamsvet. Met een score van 25 kg/m2 of hoger hebt u volgens deze methode overgewicht, en bij een score van 30 of hoger is sprake van obesitas.
Maar deze manier van meten is nogal gebrekkig: er kan namelijk geen onderscheid gemaakt worden tussen vet en spieren, en trouwens ook niet tussen mannen en vrouwen.
Een voorbeeld: als u 70 kg weegt en 1,75 m lang bent, deelt u 70 door het kwadraat van 1,75 (2 x 1,75). Uw BMI is dan 22,9, en dat is ‘normaal’.
De verschillende BMI-niveaus zijn:
Ondergewicht: lager dan 18,5 kg/m2
Normaal: 18,5 – 24,9 kg/m2
Overgewicht: 25 – 29,9 kg/m2
Obesitas: 30+ kg/m2
Appels en peren
Uw lichaamsbouw verraadt misschien nog wel meer over uw gezondheid dan de BMI-score. Als uw lichaam de vorm van een appel heeft – het vet zit rond uw middel – dan kan dat een aanwijzing zijn voor een hartkwaal, vooral bij mensen die al diabetes type 1 of 2 hebben. Het is veel beter om peervormig te zijn, waarbij het vet rond de heupen zit.
Het is al bekend dat de appelvorm op het metabool syndroom duidt, een verzameling symptomen die de voorbode zijn van diabetes en hartkwalen. Verschijnselen zijn onder meer hoge bloeddruk, hoge bloedsuikerwaarden en een verhoogd cholesterol. Ook kan het een indicatie zijn van onder andere coronaire hartziekten en hartfalen.
Onderzoekers van de Intermountain Medical Center Heart Institute hartkliniek in Salt Lake City lieten bij tweehonderd mannen en vrouwen met diabetes, maar zonder verschijnselen die duiden op een hartkwaal, een CT-scan van het hart maken. Appelvormige mensen hadden een veel grotere kans op linkerventrikeldisfunctie dan peervormige mensen of mensen met een hoog BMI.3
BMI-scores zaaien verwarring
In een onderzoek onder meer dan 40.000 volwassenen had bijna de helft van de deelnemers met overgewicht en 29 procent van de mensen die volgens de BMI-score obesitas hadden een gezonde stofwisseling, terwijl dat bij 30 procent van de deelnemers met een normaal gewicht niet het geval was.1
Literatuur
- Int J Obes [Lond], 2016; 40: 883-886
- PLoS Med, 2016; 13: e1001998
- Presentatie op het American College of Cardiology Scientific Session, 2 april 2016, Chicago, Illinois