Ons lijf kan veel hebben. We kunnen heel wat potjes breken vóór er echt iets misgaat. Leeftijd is echter de grote spelbreker. Bij het ouder worden raken de reserves op en worden we kwetsbaarder. Bovendien hebben we niet ongeschonden de oudere leeftijd bereikt.
Gelukkig hebben de toenemende welvaart en de explosieve ontwikkeling van de medische wetenschap succesvol de strijd aangebonden met vele ziektes. Dat ouderen daarom, vergeleken met andere leeftijdsgroepen, verreweg de meeste geneesmiddelen gebruiken, is dan ook niet verwonderlijk. Medicijnen zijn immers de wapens bij uitstek die de geneeskunde hanteert om ziekte te bestrijden.
Wat kunnen we zelf doen?
Als we een recept van de huisarts krijgen en we nemen het middel volgens voorschrift in, dan zijn we op de goede weg. Maar we zouden nog meer moeten doen. In het huisartsconsult van 10 minuten komt niet alles aan bod. We zullen zelf ook meer moeten lezen over de medicijnen die we slikken. De bijsluiters zijn niet altijd duidelijk en soms moeilijk leesbaar door de kleine lettertjes. De extra informatie die we bij de huisarts of apotheek krijgen, geeft al meteen wat duidelijker informatie. Het loont sowieso de moeite om op apotheek.nl, de website van de Neder-landse apothekers, het voorgeschreven medicijn in te typen en de tekst daarvan door te nemen. Om inzicht te geven in geneesmiddelengebruik op oudere leeftijd heb ik speciaal voor ouderen het boek Medicijnen voor Senioren geschreven. Het is verkrijgbaar in de boekhandel, maar ook te lenen bij de Nederlandse en Vlaamse bibliotheken.
Door de bomen het bos zien
Zo op het eerste gezicht zullen we niet veel zin hebben om ons in al die medicijnen te verdiepen. Het zijn er duizenden en het lijkt onbegonnen werk. Maar geneesmiddelen kunnen verdeeld worden in hoofdgroepen, zoals middelen voor allergische aandoeningen, antistollingsmiddelen, cholesterolverlagers, diuretica (‘plaspillen’) en ga zo maar door. Dan zijn al die duizenden middelen terug te brengen tot zo’n zeventig groepen. We kunnen ook het aantal namen van medicijnen verminderen. Geneesmiddelen hebben een stofnaam en een merknaam. De stofnaam of generieke naam zegt iets over de chemische samenstelling en de merknaam zegt iets over de handelsnaam. En iedere firma kan een stofnaam weer een eigen handelsnaam geven, tenzij er nog octrooi op zit. Kijken we bijvoorbeeld naar de namen van maagbeschermers, dan zijn er vijf stofnamen en twaalf merknamen. Als we alleen naar de stofnamen kijken, blijven er dus maar vijf over.
Gesprekspartner van de arts
Een belangrijke reden is dat wanneer wij meer kennis van zaken hebben, we onze eigen ‘waakhond’ kunnen zijn van ons eigen lichaam. En dat zullen we heel serieus moeten nemen, want wij slikken die medicijnen. Belangrijk is ook dat we dan beter kunnen meebeslissen over onze eigen behandeling en een gesprekspartner worden van de huisarts. En misschien komt hij daardoor op andere gedachten over de therapie. Het zou mooi zijn als huisarts en patiënt een team vormen. Dan waakt niet alleen de huisarts maar ook wijzelf over onze gezondheid en medicatiegebruik. En twee weten meer dan één.
Medicijnen voor Senioren (2015). Prijs € 21,-. 333 p. Verkrijgbaar bij de boekhandel, bol.com, en te vinden in de Nederlandse en Vlaamse bibliotheken.