Een 29-jarige vrouw had reeds twee jaar schilferige dermatitis en bij vlagen netelroos. Voorafgaand daaraan had ze sinds haar twintigste acne gehad. Dit was verbeterd sinds haar huisarts haar 100 mg doxycycline (een antibioticum) per dag had voorgeschreven, maar kort daarna was haar dermatitis begonnen. Ik vertelde haar dat haar huidige klachten waarschijnlijk een reactie waren op de antibiotica en dat ze wellicht ovariumcysten had die nog niet ontdekt waren. Ik ried haar een echo aan. Dat deed ze en mijn vermoeden bleek correct.Ze stopte met de doxycycline en nam op mijn aanraden dagelijks EAC druppels. Na een maand waren de allergische huidreacties over en nu ze, anderhalf jaar later, reeds tien maanden niets meer gebruikt heeft, is ook de acne nog steeds verleden tijd. Bij een tweede echo bleek dat haar ovariumcysten verdwenen waren.
Langdurig gebruik antibiotica
Aan vrouwen die op volwassen leeftijd acne hebben, die niet reageert op dieetverandering of voedingssupplementen, wordt vaak langdurig antibiotica voorgeschreven. Dat dit niet zonder gevaar is, blijkt uit Amerikaans onderzoek onder meer dan 10.000 vrouwen. Daaruit kwam naar voren dat langdurig gebruik van antibiotica een substantieel verhoogd risico op borstkanker kan opleveren. Bij vrouwen die vaker dan 25 keer een kuur hebben gedaan of minstens 501 dagen aaneen antibiotica gebruiken, hebben over een periode van zeventien jaar een twee keer zo hoog risico borstkanker te krijgen. Daarom is het nodig te onderzoeken waarom een vrouw eigenlijk acne heeft in plaats van de aandoening steeds te onderdrukken met medicijnen.
Mijn ervaring is dat de meest voorkomende oorzaak van acne bij vrouwen is dat ze ovariumcysten hebben. Een cyste is een holte gevuld met vloeistof of zacht materiaal; het lijkt een beetje op een spatader. Gewoonlijk komen vergrote ovaria (eierstokken) door cysten voor bij het polycysteus ovariumsyndroom (PCOS), maar ze kunnen ook optreden zonder de bijbehorende symptomen: hirsutisme (abnormale behaardheid), onvruchtbaarheid en weinig menstruatie.
Ze komen voor bij vrouwen die reeds kinderen hebben en geen overmatige haargroei hebben, bij onvruchtbare vrouwen met regelmatige menstruatie en bij vrouwen met ovaria die niet vergroot zijn of zelfs klein. Indien er geen symptomen optreden die op PCOS wijzen, kan de diagnose ovariumcysten bij acne gesteld worden met behulp van een echo, liefst transvaginaal, en bloedonderzoek.
Kruidenremedie
Een goed onderzocht alternatief voor antibiotica is Vitex agnus castus, een mediterraan gewas. In de oudheid werd het gebruikt bij stoornissen van de vrouwelijke geslachtsorganen. Het wordt genoemd in de medische geschriften van Hippocrates, Plinius, Dioscorides en Galenus. Het extract van de agnus castus (EAC, van de besjes) werkt regulerend op de hormonen die in de eierstokken (ovaria) worden gemaakt. Dat is bevestigd door laboratoriumonderzoek1, 2.
Tevens neemt de productie van het follikelstimulerend hormoon in de hypofyse (de pijnappelklier in de hersenen) door EAC af en nemen het luteïniserend hormoon en prolactine licht toe. Ook overmatige menstruatie, te frequente menstruatie, blijvend menstrueren zonder dat er een cyclus is en vergelijkbare menstruatiestoornissen zijn te behandelen door dagelijks 30-40 druppels EAC opgelost in water te nemen3. Met echografie kan bijgehouden worden of er verbetering optreedt in de overmatige groei van cysten in de ovaria. Al vanaf de eerstvolgende cyclus kan een premenstrueel syndroom afnemen of de prikkelbaarheid minder zijn4.
Doordat EAC de uitscheiding van het luteïniserend hormoon bevordert, draagt het bij aan de aanmaak van progesteron5. Daardoor is het van grote waarde bij de behandeling van endometriose.
Uit eigen ervaring weet ik dat myomen (vleesbomen) in de baarmoederwand niet alleen stoppen met groeien, maar zelfs slinken – wat bij echografie blijkt – na een behandeling van acht maanden met EAC. Bovendien heb ik gezien dat binnen een maand na het begin van een behandeling met EAC de acne in de meeste gevallen zichtbaar begint af te nemen en niet meer terugkomt na het einde van de behandeling.
Harald Gaier
BRONNEN
1Hippokrates, 1954; 25: 717
2Deutsche med Wochenschr, 1954; 79: 1271
3Deutsche med Wochenschr, 1955; 80: 936
4Zeitschr Allgemeine Med, 1981; 56: 295
5Selecta, 1977; 19: 3688