De beelden van onszelf werken als verborgen bestuurders
Wat we wel of niet doen, krijgt veel meer aandacht dan wie we zijn. Het afgelopen jaar was dit goed waar te nemen: Was je handen stuk. Draag je mondkapje. Houd afstand. Blijf thuis (werken). Laat je inenten. Vermijd drukke plaatsen! Ook wat we denken, krijgt veel aandacht. Opvattingen, overtuigingen, oordelen, meningen, veronderstellingen, enzovoort. We vinden overal iets van.
Ben je voor of tegen?
Voor of tegen de maatregelen? Avondklok? Vaccineren? Het klimaatakkoord? Daaraan kun je zien dat alles wat we van iets vinden, verschijnt in een polariteit. Licht/donker, warm/koud, rechts/links, ziek/gezond, jong/oud, leven/dood, haat/liefde, verleden/toekomst, et cetera. Wat ook opvalt, is dat vrijwel iedereen een voorkeur heeft voor de éne kant van de polariteit en een afkeer van de andere kant.
Biologie van de overtuiging
Op zich is het hebben van een voorkeur geen probleem. Moeilijkheden ontstaan pas wanneer wij ons identificeren met onze voorkeur. Ik bén republikein, ik bén vegetariër, ik bén tegen, ik bén ziek, ik bén links of rechts. Geruisloos wordt een voorkeur een identiteit, een rol. We denken dat we dit of dat zijn. En als ik denk dat ik rechts bén, dan is links een gevaar. Een bedreiging van mijn identiteit.
Van belang is dat wat we denken en voelen niet neutraal is. Elke gedachte en elke emotie wordt in ons lichaam binnen twee seconden vertaald in een biochemische reactie. Ervaringen die niet overeenkomen met onze voorkeur worden als bedreigend geïnterpreteerd. Dit geeft direct een stressreactie.
Biochemicus Bruce Lipton schreef hierover een boek: The Biology of Belief (Nederlandse vertaling: De biologie van de overtuiging).
Voorkeuren ontwikkelen we al op vroege leeftijd. We nemen ze over van onze ouders, opvoeders en leraren. Ook taal en cultuur hebben een grote invloed op hoe wij onszelf zien. We worden erdoor ingekleurd.
Zelfbeelden
In de Oxford English Dictionary zoek ik naar de betekenis van het woord ‘nature’: ‘The phenomena of the physical world collectively, including plants, animals, the landscape, and other features and products of the earth, as opposed to humans or human creations.’ De mens wordt hier tegenover de natuur geplaatst. Wij staan er los van. Wij zijn kennelijk iets anders dan die natuur. Dat geldt ook voor wat wij maken (human creations).
Wij zijn ons meestal niet bewust van de invloed die deze in de taal en cultuur verankerde zelfbeelden hebben op ons gedrag: ze bepalen hoe we met ons lichaam, met elkaar en met dier en milieu omgaan. Deze beelden van onszelf werken als verborgen bestuurders.
Verbinding
Stel je voor dat je wordt opgevoed in een omgeving vanuit het idee van verbinding. Dus precies het tegenovergestelde van het idee van het afgescheiden zelf. Verbinding met elkaar, met dier en plant, met de aarde. Het zelf is dan niet meer los van al het andere. Dit zelfbeeld is verankerd in taal en cultuur. In het woordenboek lezen we dat natuur wordt omschreven als: ‘Het geheel van fenomenen zoals planten, dieren, mensen, landschappen en alles wat uit de aarde voortkomt.’
Mijn veronderstelling is dat als we leven met het uitgangspunt verbinding, we heel anders met elkaar, met dier, plant en aarde zullen omgaan. Als je je één weet en voelt met ‘de ander’ dan is die ander geen bedreiging meer. Er is geen behoefte meer om van die ander te winnen, om die ander pijn te doen of te doden. Er is geen behoefte meer om de natuur te domineren of te plunderen, gif te sproeien over de aarde of dieren te exploiteren.
Utopie?
Is dit een utopie waar we nog heel ver vandaan zijn? Ik denk het niet. Verbinding is namelijk niet iets wat we tot stand moeten brengen. Verbinding is wat we in essentie zijn. Je hoeft niets te doen om te zijn wat je reeds bent.
Het is net zoals met dat bekende plaatje (My Wife and My Mother-In-Law, van de cartoonist W.E. Hill). Je ziet een oude vrouw. Maar als je je blik ontspant en ‘switcht’, dan kun je in datzelfde plaatje een jongedame zien. Het gaat om een subtiele verschuiving. We zijn slechts een omslag verwijderd van een leven in verbinding.
Verbinding is er niet alleen tussen mensen, maar ook tussen de mens en zijn omgeving. Wij zijn niet een ding dat van de omgeving is afgescheiden. We hoeven die omgeving niet te domineren om er deel van uit te maken.
In de vorige column beschreef ik, aan de hand van de microscopische wereld, de verwevenheid met onze omgeving. Bewustwording van die verwevenheid is de weg naar een nieuw beeld van onszelf. Gekenmerkt door gelijkwaardigheid en geweldloosheid.