Het bewijs groeit dat ftalaten een gevaar zijn voor de gezondheid. Toch gaat de productie gewoon door.
Handenvol geld heeft de industrie gespendeerd aan het veiliger maken van plastics. Toch komen nog steeds gevaren van ftalaten aan het licht. Deze weekmakers worden op grote schaal gebruikt in plastics en in verzorgingsproducten. Binnen een tijdsbestek van twee weken kwamen uit twee nieuwe onderzoeken aanwijzingen naar voren dat ftalaten de oorzaak kunnen zijn van leveraandoeningen bij baby’s en van de opvallende toename van vroeggeboorten.
Elk jaar wordt een kleine vijfhonderd miljoen kilogram ftalaten geproduceerd voor de vervaardiging van PVC en andere plastics, om ze week en buigzaam te maken. Verder worden ze gebruikt in toiletartikelen, haarspray, parfums, smeermiddelen en bij de afwerking van hout.
Wij komen in aanraking met ftalaten via de huid, bij het eten en drinken, en we ademen ze in. Ze vervuilen het milieu over de hele wereld1 en zijn een significant bestanddeel van de lucht binnenshuis.
De fabricage van ftalaten, waar miljarden dollars in omgaan, staat onder protectie van een aantal groeperingen zoals de American Council on Science and Health (ACSH), die vooral in het leven zijn geroepen om de productie veilig te stellen. Deze organisaties beweren dat geen enkel van de talrijke onderzoeken tot nog toe ondubbelzinnig heeft aangetoond dat er een directe relatie bestaat tussen deze stoffen en gezondheidsrisico’s.
Eén lobbygroep, de European Council for Plasticisers and Intermediates (ECPI), beweert – via het Phtalates Information Centre Europe, een initiatief van het ECPI – dat ‘ftalaten al 50 jaar gebruikt worden zonder één enkel bewezen geval van gezondheidsschade en dat het effect op het milieu minimaal is’.
Ftalaten en de gezondheid van uw kind
Die ontkenning staat lijnrecht tegenover een groot aantal onderzoeksuitkomsten die wel degelijk op gezondheidsproblemen wijzen – in het bijzonder bij jongensbaby’s. Ook de Europese Commissie is overtuigd en verbood in 2005 het gebruik van ftalaten in speelgoed voor kinderen jonger dan drie jaar omdat ze dat vaak in hun mond stoppen.
De Commissie omschreef ftalaten als ‘gifstoffen’ en het Scientific Committee on Toxicity, Ecotoxicity and the Environment (SCTEE) noemde alle ftalaten (waaronder DINP, DIDP en DNOP) ‘mogelijk schadelijk voor de gezondheid’.
Deze conclusie werd onlangs gestaafd door twee onderzoeken die de gezondheidsrisico’s voor zuigelingen en jonge kinderen onderstrepen. Het eerste onderzoek volgde de gezondheidstoestand van 76 baby’s op een intensive care afdeling in Mannheim (Duitsland). De onderzoekers stelden vast dat door de DEHP in zakjes en slangetjes voor intraveneus (IV) gebruik het gevaar van leverschade toenam. De helft van de baby’s die intraveneus gevoed werden had leverproblemen. Bij andere voedingsmethoden was dat slechts 15 procent.
Dit probleem was al onderkend door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA). Deze gaf in 2002 het advies om alleen intraveneuze voedingsapparatuur zonder DEHP te gebruiken bij patiënten die het risico liepen van gezondheidsschade bij contact hiermee. Datzelfde geldt voor zuigelingen en prematuren en daarnaast ook voor opgroeiende jongetjes vanwege de eventuele schade aan de voortplantingsorganen.
Een jaar of tien geleden schakelde één ziekenhuis inderdaad van DEHP bevattende IV-apparatuur over op andere. Beth Lyman, kinderverpleegkundige in het Amerikaanse Children’s Mercy Hospital in Kansas City (MO), stelde vast dat na overgang op ftalaatvrije voedingsapparatuur het aantal leverproblemen terugliep.
Dezelfde stof wordt ook verantwoordelijk gehouden voor de toename van vroeggeboorten met 30 procent in de laatste dertig jaar. In een onderzoek onder 60 zwangere vrouwen bleken degenen die binnen een zwangerschapsduur van 37 weken bevielen drie maal zoveel ftalaat in hun bloed te hebben als degenen die de zwangerschap voldroegen.
Kinderen staan nog aan andere bronnen bloot. Een onderzoek van 163 kinderen vond negen verschillende ftalaten in hun urine met als bron babylotion, poeder en shampoo. Het Duitse onderzoeksinstituut DFG (Deutsche Forschungsgemeinschaft) kwam tot de conclusie dat mensen – en vooral kinderen – aan veel grotere hoeveelheden dan de zogenaamde TDI blootstaan. De TDI (tolerable daily intake) is de maximale absorptiedosis die een mens geacht wordt te kunnen verdragen zonder dat de gezondheid gevaar loopt.
Het probleem zou groter kunnen zijn dan sommige onderzoeken suggereren. In North Carolina vond de US Environmental Protection Agency dat het ftalaatgehalte het hoogst was in de urine van zogende vrouwen, terwijl dat in hun bloed, hun speeksel of in de moedermelk nauwelijks traceerbaar was.
De onderzoekers concluderen dat bij zogende vrouwen de blootstelling niet goed te meten is aan de hand van de moedermelk, bloed en speeksel, maar dat altijd ook de urine onderzocht moet worden. In dit geval bleek nagellak de voornaamste bron van blootstelling.
De US Centers for Disease Control and Prevention (CDC) constateerden dat 5 procent van de Amerikaanse vrouwen meer dan 45 keer meer ftalaten in hun lichaam hadden dan de onderzoekers aanvankelijk hadden aangenomen. En vrijwel elke proefpersoon met de hoogste concentratie bleek te vinden in de groep vrouwen van vruchtbare leeftijd.
Zelfs in de baarmoeder blijkt het ongeboren kind niet veilig. Bij 70 moeders in een groep van 88 onderzochte baby’s met ondergewicht bleek het ftalaatgehalte van het bloed te hoog. De onderzoekers veronderstelden een rechtstreeks verband tussen één ftalaat, DBP, en een laag geboortegewicht.
De foetus is vooral zo kwetsbaar omdat het afweersysteem nog niet is ontwikkeld. Dat gebeurt pas na de geboorte, aldus onderzoeker Retha Newbold.