EMDR is een energetisch-psychologische techniek, een van de eerste waarvan bewezen is dat het een groot aantal psychische problemen verhelpt, van angst en depressie tot verslaving en zelfbeperkende opvattingen. Hoe werkt het precies?
De grootste tekortkoming van de nieuwste energetisch-psychologische technieken is dat hun werking niet wetenschappelijk is aangetoond. Een uitzondering hierop vormt Eye Movement Desensitization and Reprocessing (EMDR), het geesteskind van psychologe Francine Shapiro. Toen zij in 1987 in het park wandelde, merkte ze dat de herinneringen die haar zo overstuur maakten, minder bleken te worden wanneer zij zich op een bewegend voorwerp concentreerde. Na een aantal experimenten kwam ze uiteindelijk uit op EMDR.
Het lichaam beschikt over een goed aangepast systeem – ongeveer zoals de spijsvertering – om ervaringen te verwerken en die in verband te brengen met associaties, herinneringen en andere kennis uit het verleden, zodat wij alles wat ons overkomt, goed en slecht, in ons kunnen opnemen. Maar wanneer we iets meemaken wat ons in de war brengt (ook kleinere dingen, bijvoorbeeld gepest worden op school), kan die informatieverwerking worden verstoord.
EMDR is erop gericht negatieve verbanden ongedaan te maken en de onderbroken schakelingen te herstellen, zodat we het gebeurde kunnen verwerken, ons eroverheen kunnen zetten en weer verder kunnen.
Posttraumatische stress
Er is een enorme hoeveelheid bewijsmateriaal dat de effectiviteit van EMDR ondersteunt voor allerlei soorten psychologische trauma’s en angststoornissen, met name de posttraumatische stressstoornis (PTSS). Uit een meta-analyse van de studies die tot dusver zijn uitgevoerd, komt naar voren dat EMDR een van de beste en meest gekozen behandelingen voor PTSS is en beter werkt dan actief luisteren1,2.
In één onderzoek bleek dat 100 procent van de patiënten die aan één enkel trauma leden en 80 procent van degenen die meer trauma’s hadden meegemaakt, al na zes sessies van vijftig minuten geen last meer hadden van PTSS-symptomen3.
EMDR werkt ook snel, in vergelijking met meer traditionele therapieën zoals gedragstherapie. Er is al resultaat zichtbaar na een derde van de tijd die de meeste gesprekstherapieën nodig hebben: 70 procent bereikte al goede resultaten na slechts drie sessies, vergeleken met 29 procent in een therapie die gebruikmaakte van langdurige exposure (blootstelling)4. Hoewel er meestal meer sessies nodig zijn, was één enkele EMDR-sessie al in staat om bij meer dan de helft van een groep van twintig getraumatiseerde kinderen een verschuiving tot stand te brengen van angstige verwarring naar normaal functioneren5.
De effecten blijken bovendien ook stand te houden: bij een follow-up na vijftien maanden bleek dat 84 procent de positieve effecten had weten vast te houden en geen symptomen vertoonde6.