Ondanks alle heisa rond Hoodia willen we graag weten of deze plant inderdaad een wondermiddel is voor wie wil afvallen.
Hoodia gordonii is een plant uit de Kalahari woestijn in Zuid-Afrika, die tot voor kort niet erg bekend was. Inmiddels is hij in Amerika en Engeland beroemd om zijn eetlustremmende eigenschappen. In Nederland is het levensmiddelenconcern Unilever de cactus aan het onderzoeken, met als doel binnen enkele jaren afslankproducten op basis hiervan te ontwikkelen. Maar Hoodia-pillen zijn nu al te koop in voedingssupplementen.
Nadat Gertjan Schaafsma, bijzonder hoogleraar Voeding en Levensmiddelen aan de Universiteit Wageningen en daarnaast ‘Business Director Food and Health’ bij TNO, in maart 2005 in het programma Kassa beweerde dat nog niet bewezen was dat deze supplementen veilig waren, ontstond er veel commotie. In de weken na de uitzending viel de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) bij Nederlandse winkels binnen en nam daar naar zeggen ‘vele duizenden pillen’ in beslag.
De directeur van Biolina, een van de grootste producenten van Hoodia-pillen, dreigde de hoogleraar met een proces1. In Engeland en Amerika vliegen de Hoodia-producten al sinds 2000 over de toonbank. In dat jaar werd in een populaire tv-show de eetlustremmende werking besproken. Maar doen al die pillen, siropen, tincturen en zelfs lippenbalsems ook werkelijk wat ze beweren?
Wat de wetenschap zegt
In feite is er weinig wetenschappelijk bewijs dat de plant inderdaad helpt afvallen. Het onderzoek naar Hoodia is begin jaren zestig reeds begonnen. Zo’n twintig jaar later werd een extract genaamd P57 geïsoleerd, waarvan werd aangenomen dat het een gevoel van verzadiging in de hersenen stimuleert. Maar tot op heden is er nog geen klinisch onderzoek over gepubliceerd.
Toch wordt op websites waar Hoodia verkocht wordt, vaak verwezen naar een klinisch onderzoek waarbij vrijwilligers die Hoodia gebruikten na twee weken 1000 kilocalorieën minder per dag bleken te zijn gaan eten dan diegenen die een placebo hadden gekregen. Maar aan dat onderzoek deden maar achttien mensen mee, er had geen intercollegiale beoordeling (peer review) plaatsgevonden en geen publicatie. Ook was het onderzoek gesponsord door Phytopharm, een Brits biofarmaceutisch bedrijf dat een licentie had om P57 op grote schaal te produceren. De resultaten moeten dus met de nodige reserve worden bezien.
Daar staat tegenover, dat er wel publicaties zijn van dierexperimenteel onderzoek waaruit valt op te maken dat Hoodia wel degelijk kan werken. In Zuid-Afrika is Hoodia wetenschappelijk getest ten opzichte van het eetlustremmende middel fenfluramine (dat nu verboden is vanwege de risico’s voor het hart) bij ratten. Het bleek dat Hoodia de voedselinname verminderde en tevens leidde tot gewichtsverlies.
Fenfluramine daarentegen verminderde de voedselinname maar heel licht en leidde tot gewichtstoename. Bij een ander onderzoek, in Amerika, kregen ratten rechtstreeks P57 in de hersenen geïnjecteerd. In de 24 uur daarna aten en dronken ze 40-60 procent minder kilocalorieën en steeg het ATP (adenosine-trifosfaat) in de hypothalamus, waar het hongergevoel wordt gereguleerd. Die toename van ATP kan achter de eetlustonderdrukkende werking van Hoodia liggen.
Dat mag allemaal zeer veelbelovend zijn, maar toch weten we niet of Hoodia, met name in pilvorm, bij mensen dezelfde werking heeft als bij ratten. Dat valt pas te zeggen wanneer er betrouwbaar klinisch onderzoek met mensen over gepubliceerd wordt. Cruciaal is dat we inderdaad ook nog niets weten over de veiligheid van de plant.